Johann Friedrich Fasch (1688-1758)

De Duitse barokcomponist Johann Friedrich Fasch werd op 15 april 1688 geboren in Buttelstedt, ten noorden van Weimar. Hij was de oudste zoon van Friedrich Georg, een leraar en Sophie Wegerig. Bij het overlijden van zijn vader in 1700, kwam Johann Friedrich onder de voogdij van zijn oom Gottfried Wegerig in Göthewitz. 

Er is niet meteen veel bekend over Fasch’s jeugdjaren, maar hij lijkt in Göthewitz wel kennis gemaakt te hebben met de opera componist Reinhard Keiser. Hij was ook een koorknaap in Weissenfells en hij studeerde onder Kuhnau in Leipzig. Daar ontmoette hij Christoph Graupner, bij wie hij zich een aantal jaren later in Darmstadt verder in de compositieleer zou bekwamen.

In 1708, toen hij nog maar amper 20 was, richtte hij in Leipzig reeds een Collegium Musicum op, een type vereniging bedoeld als podium voor musici.

Zijn eerste twee opera’s componeerde hij voor het Peter-Paul Festival in Naumburg in 1711 en 1712 respectievelijk, maar zijn helaas verloren gegaan.

Johann Friedrich Fasch
Mogelijk portret van Fasch

Ondanks zijn groeiende bekendheid, kreeg Fasch onvoldoende steun en middelen om naar Italië te reizen, en dus trok hij in de loop van de daarop volgende jaren doorheen Duitsland.

Als dusdanig was hij enige tijd violist in het orkest van Bayreuth, en van 1719 tot 1721 organist aan het hof van Greiz. Zijn volgende post was in Praag, waar hij Kapelmeester en hofcomponist werd tot hij in 1722, blijkbaar niet laaiend enthousiast, een betrekking aanvaardde aan het hof van Zerbst.

Door de aanvaarding van deze post, trok hij zich terug als kandidaat voor de betrekking van Thomaskantor in Leipzig, een post die uiteindelijk naar Johann Sebastian Bach ging.

Fasch overleed op 70-jarige leeftijd in Zerbst op 5 december 1758. Zijn zoon Carl Friedrich Christian, trad in zijn voetsporen en werd zelf ook een gevierd componist en klavicinist.

Nalatenschap en invloed

Hoewel hij tegenwoordig toch wel wat in de schaduw staat van sommige van zijn beroemdere tijdgenoten, genoot Fasch een aanzienlijke roem. Hij componeerde tal van werken, waaronder cantates, opera’s, concerto’s, suites en serenata’s. Helaas werd hiervan tijdens zijn leven niets gepubliceerd, waardoor een deel verloren is gegaan. Zo vermoed men dat verschillende cantates, missen en opera’s van zijn hand, niet bewaard werden.

Toch zijn er ook onrechtstreekse sporen die naar het werk van Fasch leiden. Zo werden sommige van zijn composities door zijn tijdgenoten overgeschreven om uitgevoerd te worden. Hierdoor hebben muziekhistorici weliswaar sommige werken lang aan de verkeerde componisten toegeschreven, maar een nauwgezetter studie heeft in enkele gevallen de hand van Fasch weten te onthullen.

Zoals toen niet ongebruikelijk was, lieten componisten, waaronder Bach zich ook inspireren door werk van Fasch, en zorgden ze herbewerkingen waar ze hun eigen stempel op drukten. Ook hierdoor zijn herbewerkte versies van verloren stukken van Fasch onrechtstreeks toch nog bewaard gebleven.

Naarmate er meer werk van Fasch geïdentificeerd wordt, wordt het ook duidelijk dat deze componist, maar dan zijn illustere tijdgenoot Bach, een rol heeft gespeeld in de evolutie van de late barokmuziek naar het classicisme dat we vooral van Mozart, Haydn en de vroegere werken van Beethoven kennen.

(Bron: Wikipedia)