William Byrd (ca. 1540-1623)

Het precieze geboortejaar van de Engelse componist William Byrd is niet gekend, maar wordt gewoonlijk tussen 1539 en 1543 gesitueerd. In een document uit 1598 wordt zijn leeftijd als omtrent 58 jaar opgegeven, waardoor hij in 1539 of 1540 geboren zou moeten zijn, maar in zijn testament uit 1622 gaf hij aan dat hij er 80 was, wat zijn geboorte in 1542 of ten laatste in 1543 plaatst. Hij had nog twee broers, die kooplieden werden, en vier zussen.

Ook over de muzikale opleiding van Byrd is weinig gekend. Zijn twee broers waren koorzangers in de St-Paul’s Cathedral, wat doet vermoeden dat ook William minstens enige tijd aan deze befaamde kathedraal verbonden was. Anderzijds zou de inleiding van de publicatie van de Cantiones Sacrae door Byrd en Thomas Tallis er naar verwijzen dat Byrd een leerling was van Tallis, die aan de Chapel Royal verbonden was. Ook het feit dat sommige van Byrd’s vroegere composities tot stand kwamen in samenwerking met de Chapel Royal zou dit kunnen bevestigen.

In 1563 werd hij organist en koorleider in de Lincoln Cathedral, een post die hij tot 1572 zou bekleden. Niet zonder enige problemen, echter, want in 1569 onthield de decaan van de kathedraal hem zijn salaris, wellicht omdat deze de muziek van Byrd te geornamenteerd vond. Byrd kreeg rond die tijd trouwens ook een waslijst aan regels voorgeschoteld waarin hij zich in zijn composities diende aan te houden! In het Engeland van toen, dat stevig in de greep was van een strikt puritanisme, diende muziek in de kerk immers uitsluitend om het woord van God te verkondigen, en werden muzikale ornamenten die de aandacht van het woord God’s afleidden, geschuwd.

William Byrd
William Byrd

Een erg productieve componist

Byrd’s loopbaan als componist nam een positieve wending bij zijn aanstelling aan de Chapel Royal in 1572. De Chapel Royal is een instelling die zich bekommert om de spirituele behoeften van de Engelse monarchen, en staat ondermeer in voor de koormuziek tijdens de religieuze vieringen van het koningshuis. 

Het moet op zijn minst merkwaardig genoemd worden dat de katholieke Byrd op deze post, verbonden aan het anglicaanse koningshuis, werd benoemd. Koningin Elisabeth I had immers resoluut gekozen voor een breuk met de paus en het katholicisme, maar in tegenstelling tot de puriteinen, had zij een beduidend meer gematigde houding. Wellicht vond ze, terecht, de talenten van Byrd belangrijker dan zijn religieuze opvattingen. Dat ze zijn werk wist te waarderen blijkt alvast uit het feit dat ze Byrd’s muziek ook zelf op haar eigen virginaal speelde.

Zijn aanstelling aan de Chapel Royal bracht Byrd in de gelegenheid om zijn muzikale reikwijdte aanzienlijk te verruimen. Hij had meer toegang tot muziek van anderen, wat hem ook toeliet om zijn eigen stijl steeds meer te verrijken en te verfijnen.

Kort na zijn aanstelling kreeg hij samen met Tallis het alleenrecht om muziek te mogen laten drukken en publiceren. De mannen maakten gebruik van hun monopolie om in 1575 de Cantiones quae ab argumento sacrae vocantur uit te geven, een verzameling van 34 motetten die ze aan de koningin opdroegen. In Byrd’s aandeel vinden we al de voorbode van zijn latere stijl.

Elisabeth’s gematigde houding ten spijt, zorgde het constante gestook vanuit Rome dat de situatie van de katholieken in Engeland in de jaren ’80 van de 16de eeuw verslechterde. Ook Byrd kwam daarbij in het vizier, onder de verdenking dat hij geld had gestuurd naar katholieke opstandelingen. Zijn aanstelling aan de Chapel Royal werd hierdoor zelfs tijdelijk opgeschort. Ondanks verschillende duidelijk katholiek geïnspireerde composities, wist Byrd zich tegen het einde van dat decennium terug in de gunst van de Engelse adel en het koningshuis te werken.

In de daarop volgende jaren componeerde en publiceerde Byrd tal van werken, gaande van psalmen en motetten naar Engelse liederen en muziek voor toetsenbord. Hij slaagde er in om binnen de strakke lijnen van de renaissance polyfonie toch zijn eigen stijl te definiëren en nieuwe genres te ontwikkelen. Vooral zijn composities voor toetsenbord worden als baanbrekend beschouwd en hebben het pad geëffend naar de klavierwerken van latere generaties.

William Byrd overleed als tachtiger op 4 juli 1623. Ondanks aanvaringen met zijn werkgevers en de boetes die hij daardoor moest betalen, stierf hij rijk en werd hij in de annalen van de Chapel Royal opgenomen als “Father of Musick”.

(Bronnen: Wikipedia | Classics To Go)