François Van Campenhout

François Van Campenhout (1779-1848)

De Belgische violist, operazanger, dirigent en componist François Van Campenhout werd op 5 februari 1779 in Brussel geboren. Hij was de zoon van de herbergier Jacques Van Campenhout en Victoire De Backer.

De jonge François kreeg muziekonderricht van een Franse geestelijke aan wie zijn vader onderdak had verleend. Van de violist en componist Jean Englebert Pauwels kreeg hij vioollessen. Het was ook Pauwels die hem later aan zou raden om zich toe te leggen op de zang. Geheel tegen de zin van zijn vader, ruilde François op zestienjarige leeftijd zijn baan als klerk in een  kantoor om voor een plaats als violist in de Brusselse Muntschouwburg. Rond dezelfde periode trad hij ook toe tot een amateurgezelschap dat voornamelijk komische opera’s bracht, en kwam zijn zang carrière op gang. Hij trok enige tijd later naar Gent om er als tenor te zingen in het pas opgerichte Théâtre de Rhétorique, maar hij keerde terug naar Brussel wanneer het theater na enkele maanden al de deuren sloot. 

Terug in Brussel kon François de draad weer oppikken in de Muntschouwburg, waar hij debuteerde in de opera Azémiavan van de Franse componist Nicolas Dalayrac. In de daarop volgende jaren trok hij rond in Frankrijk en de Nederlanden, en in 1807 werd hij benoemd tot eerste tenor aan het hof van Louis Napoleon Bonaparte, die door zijn broer, keizer Napoleon Bonaparte, tot koning van Holland was benoemd. Het volgende jaar waagde hij zich aan zijn eerste eigen opera, Grotius, ou le château de Loewenstein, die niet goed werd ontvangen. 

François Van Campenhout
Posthume gravure van de zanger en componist François Van Campenhout.

Om zich verder in de compositie, meer bepaald in de harmonieleer te bekwamen, ging hij in de leer bij de Franse componisten Guillaume Navoigille en Louis-Jospeh Saint-Amans. 

Ook zijn volgende opera, Passe-Partout jan niet meteen een succes genoemd worden. In 1828 besloot Van Campenhout om te stoppen als operazanger en nam hij een post aan als dirigent in Brussel. Wanneer 2 jaar later België onafhankelijk werd, componeerde Van Campenhout de muziek voor de Brabançonne, het Belgische volkslied, waarvan de tekst door operazanger Alexander Dechet (Jenneval) was geschreven.

Hoewel de Brabançonne, die hem het ridderschap in de Leopoldorde opleverde, het werk is waarvoor de componist het meest bekend werd, componeerde hij ook naast enkele opera’s ook balletmuziek, symfonieën en koorwerken.

Hij overleed op 24 april 1848 in zijn woning in de Greepstraat in Brussel en werd begraven op het kerkhof van Evere.

(Bronnen: Wikipedia | Mijn Stamboom)