Michael Praetorius (1571-1621)

De precieze geboortedatum van Michael Praetorius is niet met zekerheid gekend. Dat hij in 1571, na 16 februari, geboren is, wordt doorgaans algemeen aanvaard, maar over de dag en maand bestaat er nog wat onzekerheid. Mogelijk was dat op 27 of 28 September, kort voor de feestdag van Sint Michael, naar wie hij dan genoemd zou zijn. 

Michael Schultze, zoals zijn naam echt luidde, was de jongste zoon van een lutheraanse pastor. De naam Praetorius waaronder hij werkte en bekend werd, is een vertaling in het Latijn van zijn eigenlijke familienaam, een praktijk die niet ongebruikelijk was. Hoewel we hem kennen als componist en muzikant, studeerde hij aan de universiteit van Frankrijk godsleer en filosofie.

Over zijn muzikale opleiding is weinig bekend. Wel weten we dat hij omstreeks zijn 16de actief was als orgelist in de Marienkirche in Frankfurt en dat hij enkele jaren laten, in 1592/3 als orgelist in dienst trad van de hertog van Brunswick-Lüneburg aan het hof van Wolfenbüttel, waar hij in 1604 de Kapellmeister werd.

Uit de eerste (gekende) eigen werken van Praetorius, die dateren van 1602/3, blijkt duidelijk dat hij zich als componist verschillende stijlen eigen kon maken. Een deel van de werken is in de traditionale stijl van zijn tijd en streek geschreven, maar met zijn motetten was hij de eerste in de Duitse gebieden die gebruik maakte van de -op dat ogenblik- nieuwe, Italiaanse stijl.

Michael Praetorius
Michael Praetorius

Voor zijn verzameling liturgische composities, gepubliceerd tussen 1605 en 1610, greep Praetorius dan weer terug op de traditionelere, lutheraanse stijl. Meteen wordt daarbij de veelzijdigheid van deze componist, die zich weet aan te passen aan het doel en de geest van zijn werk, duidelijk.

Bij het overlijden van de hertog in 1613, behield Praetorius zijn post als Kapellmeister maar trad hij ook in dienst als niet-resident kapelmeester van de keurvorst van Saxen. Deze aanstelling stelde de componist ook in de mogelijkheid om de recentste evoluties van de Italiaanse stijl op de voet te volgen en zich eigen te maken. Maar Praetorius deed meer dan dat en ontwikkelde zijn eigen stijl, die zich aan het hof van de keurvorst, door haar combinatie van meer-korige en solo-zang met instrumentale begeleiding, vertaalde in de vele werken die hij er voor de feestelijkheden schreef. Op één van die feesten waren keizer Matthias I en zijn prinsen aanwezig en ook op hen liet Praetorius een diepe indruk na.

Op het hoogtepunt van zijn loopbaan genoot Praetorius een ver verspreide faam. Het was ook in die periode, van 1615 tot 1619, dat hij samenwerkte met Heinrich Schütz, een andere Duitse grootmeester van de late renaissance en vroege barok.

Praetorius overleed op 15 februari 1621 op 49-jarige leeftijd. Dat halverwege het jaar ervoor zijn aanstelling aan het hof van Wolfenbüttel niet meer werd verlengd, doet vermoeden dat hij toen al te ziek was om nog verder te kunnen werken.

Hij was niet alleen een zeer veelzijdige componist, maar ook een zeer productieve. Van zijn hand vloeiden tal van werken, waaronder missen, koorstukken, sonatas, heel wat werken voor orgel en meer dan 300 dansen. Door zijn belangstelling voor de muzikale evolutie die vooral in Italië op gang was gekomen, introduceerde hij nieuwe muzikale vormen in Duitsland én integreerde hij dit alles tot zijn eigen stijl. Op die manier legde hij de basis voor de latere ontwikkeling van de Duitse barok, waarin ook Schütz een voorname rol zou spelen.

(Bron: Wikipedia)