Arvo Pärt (°1935)

Arvo Pärt werd op 11 september 1935 geboren in Estland. Hij was de zoon van August Pärt en Linda Annette Kuhlberg, en groeide op bij zijn moeder en stiefvader in Rakvere, in het noorder van Estland. Daar experimenteerde hij op de onderste en bovenste registers van een oude familie piano, waarvan het middelste register stuk was. 

Op zijn zevende begon hij muzieklessen te volgen en zijn eerste eigen composities volgden reeds in zijn tienerjaren. In 1954 schreef hij zich in aan het conservatorium van Tallinn. Zijn studies werden onderbroken door zijn militaire dienstplicht, maar ook tijdens zijn legerdienst wist Pärt zich, als hoboïst en percussionist van het leger, met muziek bezig te houden.

Na zijn dienstplicht hervatte de Pärt zijn studies aan het conservatorium bij Heino Heller, om in 1963 af te studeren. Tijdens en na zijn studiejaren, schreef Pärt muziek voor toneel en film, en van 1957 tot 1967 werkte hij als producer voor het officiële radiostation van Estland. 

Conflicten met de autoriteiten

Reeds tijdens zijn studiejaren haalde Pärt zich de wrevel van de Sovjet-autoriteiten op de nek omdat hij “te open stond voor buitenlandse invloeden”. Pärt had bij het schrijven van zijn werk Nekropol in 1960 namelijk geëxperimenteerd met een nieuwe stroming in de muziekcompositie: het serialisme en de twaalftoonstechniek waar Arnold Schoenberg één van de grootste voorvechters was. De kritiek niettegenstaande, won hij 9 maanden later de Eerste Prijs van de Union Society of Composers, een indicatie dat de autoriteiten er niet in slaagden om eenduidig te definiëren wat er in de muziek toelaatbaar was en wat niet. 

Het bleef echter niet bij die ene keer dat Pärt in de clinch ging met de autoriteiten. Met Credo, dat hij in 1968 uitbracht, schreef de diep gelovige Pärt zijn eerste openlijk religieuze compositie, wat resulteerde in een officieuze censuur. Afgeremd door die censuur en tegenwerkingen van het communistische regime, componeerde Pärt tot halverwege de jaren ’70 nog amper. In de plaats daarvan richtte hij zich meer op de studie van middeleeuwse en renaissance muziek, waar de typische polyfonie uit die periode zijn aandacht trok. Die zouden een grote invloed worden op de evolutie van zijn eigen stijl.

Verhuis naar het Westen

In 1980 krijg hij eindelijk de toelating om, samen met zijn vrouw en twee kinderen, het land te verlaten. Hij vestigde zich aanvankelijk in Wenen, waar hij het Oostenrijks staatsburgerschap kreeg, om in 1981 naar Berlijn te verhuizen. Het zou tot het begin van de 21ste eeuw duren, lang na de val van het Sovjet-regime, vooraleer hij naar Estland zou terugkeren. Bevrijd van de regels en censuur van Sovjet-autoriteiten kon Pärt zich eindelijk ongeremd richten op de verdere ontwikkeling van zijn eigen stijl en composities.

Arvo Pärt
Arvo Pärt in 2008

Pärt’s vroegere werk sluit aan bij de neo-classicistische stroming waar onder meer Prokofiev en Bartok de grootmeesters waren. Door zijn interesse in middeleeuwse gezangen en renaissance polyfonie besloot hij echter terug te keren naar een muziekvorm met minder franje. Hierdoor sloot hij niet alleen aan bij de minimalistische stroming, hij bracht binnen die stroming ook een eigen genre op gang: het mystieke of religieuze minimalisme. Met een ogenschijnlijk eenvoudige samengang van melodie en begeleiding zonder franje, wekt Pärt een sfeer op van bezinning en rust. Niet voor niets staat zijn Spiegel im Spiegel al jaren in de top-3 van de Klara top 100.

(Bron: Wikipedia)