Witold Lutoslawski (1913-1994)

Witold Lutoslawski was een Poolse componist en dirigent uit de 20ste eeuw die zowel met Poolse volksmuziek, de 12-tonen theorie als andere muziekvormen experimenteerde.

Witold Roman Lutoslawski werd geboren op 25 januari 1913 in Warschau. Zijn beide ouders, Jozef en Maria Olszewska, stamden af van landadel en waren grootgrondbezitters. Jozef was ook politiek actief in Polen en streefde naar een hereniging van zijn land, waarvan delen door Duitsland en andere delen door Rusland bezet waren. 

Tussen twee wereldoorlogen

Wanneer Rusland zich in de Eerste Wereldoorlog inmengde, vluchtten de Lutoslawski’s in 1915 naar Moskou. Deze beslissing zou voor het gezin rampzalig worden. Amper twee jaar later, in 1917, namen de bolsjewieken immers de macht over in Rusland en daarbij werden Jozef Lutoslawski en zijn broer Marin, die ook in Moskou politiek actief waren gebleven, gearresteerd. In september 1918, daags voor hun geplande rechtszaak en kort nadat de toen 5-jarige Witold zijn vader nog had mogen bezoeken, werden Jozef en zijn broer Marin door een vuurpeloton ter dood gebracht.

Maria bleef zo goed als alleen met haar kinderen achter, en trachtte zo snel mogelijk naar Polen terug te keren. Wanneer dat eindelijk kon, kwam ze tot de vaststelling dat het gros van de familiebezittingen verloren waren gegaan. Verschillende familieleden namen hierop de jonge Witold onder hun vleugels. Vooral Kazimierz Lutoslawski, een halfbroer van Jozef, zou hierbij een bijzondere rol gaan spelen in de opvoeding van Witold.

Vanaf zijn 6de volgde hij gedurende 2 jaar pianolessen, een studie die hij vanaf zijn 11de opnieuw hervatte. Het jaar daarna, in 1925, volgde hij ook vioollessen en op zijn 18de trok hij naar de universiteit om wiskunde te studeren. Tegelijk zette hij ook zijn muziekstudies verder en daarbij werd hem steeds meer duidelijk dat zijn belangstelling vooral uitging naar de muziek. In 1934 behaalde hij zijn diploma voor piano en in 1937 voor compositie aan de Universiteit van Warschau.

Ook tijdens zijn legerdienst kon Lutoslawski verder blijven componeren. Uit deze periode dateren zijn Symfonische Variaties, die op 9 maart 1939 in première gingen. Niet lang daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit, en kon de componist zijn plan om zich in Parijs verder in de muziek te bekwamen, niet doorzetten. Hij werd, samen met andere Poolse soldaten bij het begin van de oorlog gevangen genomen, maar kon onderweg naar het krijgsgevangenkamp ontsnappen.

Na een 400km lange wandeling terug naar Warschau, trof Lutoslawski een bezette stad aan. De nazi-bezetters hadden een verbod uitgevaardigd op georganiseerde bijeenkomsten, wat het onmogelijk maakte om concerten te organiseren. Dus ging de jonge componist en pianist aan de slag als muzikant in een lokaal café. De muziek die hij bracht bestond vooral uit arrangementen van bestaande stukken, waaronder zijn eigen Variaties op een Thema van Paganini en dit ondanks een verbod om Poolse muziek te spelen.

Witold Lutoslawski
Witold Lutoslawski aan de piano.

In 1944, kort voor de opstand in Warschau uitbrak, ontvluchtte Lutoslawski, samen met zijn moeder de stad. Tijdens de vernieling van de stad die daarop volgde, is de grote meerderheid van de werken die de componist tot dan had geschreven, verloren gegaan.  Van de meer dan 200 arrangementen die hij tijdens de oorlogsjaren had geschreven, wist Lutoslawski er slechts enkele te redden.

'Socialistisch realisme'

Pas het volgende jaar, na de oorlog, keerde de componist terug naar een Warschau dat door de oorlog was vernield en door de Sovjets werd bezet.

In 1946 trad hij in het huwelijk met Danuta Bogulslawska, die ook zijn levenslange medewerkster werd. Om zijn gezin te onderhouden, schreef Lutoslawski verschillende ‘functionele’ werken, waaronder een aantal études voor piano. Tegelijk werkte hij verder aan zijn Symfonie nr. 1, waaraan hij in 1941 begonnen was en waarvan hij enkele delen had kunnen redden. Het werk ging uiteindelijk op 1 april 1948 in wereld-première.

De Poolse overheid, echter, was niet meteen een liefhebber van de non-conformistische, innovatieve stijl van Lutoslawski, en zijn werken werden eerder geweerd. Onder druk van Stalin in de Sovjet-Unie, immers, werd immers ook in Polen het zogenaamde ‘socialistische realisme’ ingevoerd, een set van strakke regels waaraan ‘kunst’ moest voldoen om zo de ‘socialistische’ idealen -lees: de Stalin dictatuur- te verheerlijken. Voor Lutoslawski betekende dit dat hij een compromis moest sluiten, en enerzijds wél de muziek bleef componeren zoals hij het zélf zag, maar anderzijds dat hij ook verder ‘functionele’ muziek bleef schrijven, muziek die niet aan zijn normen voldeed, maar waardoor hij wel ene bron van inkomsten had. Hij was er dan ook niet zo gelukkig mee wanneer hij in 1954 een prijs won met één van die ‘functionele’ stukken.

Internationale doorbraak en erkenning

Met het overlijden van Stalin in 1953, werden de regels die het Poolse regime aan de kunstenaars oplegde, stilaan versoepeld. Tegen 1956 was het klimaat zodanig ontdooid dat er in Warschau een nieuw tweejaarlijks festival van hedendaagse muziek van start ging. Bij de tweede editie, in 1958, vond er de première van Lutoslawski’s Musique funèbre plaats, een stuk waaraan hij in 1954 al was beginnen schrijven naar aanleiding van de 10de verjaardag van het overlijden van Bela Bartok.

Het was met de Musique funèbre en zijn baanbrekende gebruik van harmonie en het contrapunt, dat Lutoslawski ook internationale bekendheid kreeg. Hij ging verder in de ontwikkeling van zijn eigen stijl, en introduceerde het concept van ‘willekeurigheid’ in het precieze samenspel. Dit houdt in dat, op aangeven van de dirigent, bepaalde instrumenten al naar een volgend deel in de muziek gaan, of een vorig, of gewoon stoppen met spelen. Hoewel dit ‘willekeurig’ lijkt, is het nog steeds de componist die in zijn partituur aangeeft wat mogelijk is. Op die manier creëert de componist een verrassend geheel waarin de luisteraar regelmatig wat nieuws kan ontdekken.

De internationale belangstelling voor zijn werk verdiende Lutoslawski in 1963 een commissie voor de Muziek Biënnale van Zagreb. Het was de eerste keer dat de componist ook in het buitenland werd gevraagd. Dit droeg bij aan zijn verdere internationale doorbraak. In 1965 volgde de uitvoering van zijn liederencyclus Quatre tapisseries pour la Châtelaine de Vergi op het Aldeburgh Festival, een festival in het Verenigd Koninkrijk dat door Benjamin Britten was opgericht. 

Tijdens de tweede helft van de jaren ’60 brak er onrust uit in Polen, onder meer door de rol van de Poolse troepen in het neerslaan van de Praagse lente. Hoewel hij het zelf zo niet zag, zou deze onrust, wellicht samen met het feit dat zijn moeder in 1967 was overleden, een impact gehad hebben op de werken die hij in die periode componeerde. Dit is vooral merkbaar in zijn Cello Concerto, dat hij componeerde voor de beroemde cellist Rostropovitsj, die zelf een felle tegenstander was van het Sovjet regime in de Sovjet-Unie. 

Het zou niet de laatste keer zijn dat de politieke situatie in zijn land een invloed had op het werk van Lutoslawski. Tussen 1981 en 1989 wees hij uit solidariteit met de beweging Solidarnosc van Lech Walesa, elk muzikaal engagement af. Hij weigerde ook naar het ministerie te gaan en vermeed zo veel mogelijk contact met de ministers van de toenmalige regering. In deze periode componeerde Lutoslawski wel nog een aantal werken, en won hij de Grawemeyer Prize van de  University of Louisvill waar niet alleen heel wat prestige maar ook een interessante som geld aan gekoppeld waren.

Nalatenschap

Na de val van het communistische regime, bleef Lutoslawski, ondanks zijn toch al wel wat gevorderde leeftijd, niet alleen verder componeren, hij reisde ook regelmatig naar het buitenland voor uitvoeringen van zijn muziek. In 1993 werd zijn vierde symfonie uitgevoerd in Los Angeles. Niet zo lang daarna, in het begin van 1994, kreeg hij van de dokters te horen dat hij een ver gevorderde kanker had. Een operatie begin maart zwakte de toen al 81-jarige componist zodanig af dat hij op 7 februari overleed. 

De innoverende stijl van Lutoslawski, waardoor hij de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog eerder geboycott werd, heeft er voor gezorgd dat Lutoslawski na zijn dood als één van de belangrijkste 20ste eeuwse componisten wordt beschouwd. Hij doorbrak de ‘regels’ en verlegde daarbij de grenzen van de westerse klassieke muziek. Hoewel een deel van zijn oudere composities tegen het eende van de Tweede Wereldoorlog verloren is gegaan, liet Lutoslawski ons 4 symfonieën na, een Cello Concerto, Variaties op een thema van Paganini en tal van andere werken. Ook de impact op zijn tijdgenoten en opvolgers mag niet onderschat worden en blijft tot op de dag van vandaag componisten inspireren.

(Bronnen: Wikipedia | Geni.com)