Piano Concerto nr 2 van Rachmaninoff

Het Piano Concerto nr. 2 van Rachmaninoff geldt als één van de beroemdste en meest succesvolle werken uit het oeuvre van de componist. Niet alleen staat het steevast op het repertorium van elke pianist, het wordt ook regelmatig in films verwerkt en midden jaren ’70 vond dit meesterwerk, door de bewerking van het adagio tot de ballade All By Myself van Eric Carmen, zelfs zijn weg naar de popmuziek.

Terugkeer naar het componeren

Na de bijzonder slechte ontvangst van zijn Symfonie nr. 1 in 1896, stortte Rachmaninoff in en hield hij het componeren voor bekeken. Het zou tot 1900 duren vooraleer hij zich weer goed genoeg voelde om zijn volgende werk te schrijven, zijn tweede concerto voor piano.

De tweede en derde beweging van het concerto kon Rachmaninoff vrij vlot schrijven, zodanig vlot dat hij de twee delen reeds eind 1900 voor publiek speelde. Met de eerste beweging, echter, vlotte het aanvankelijk niet zo, en het was pas in het najaar van 1901 dat de componist ook dit deel afwerkte.

De première van het volledige concerto vond plaats op 9  november 1901 en was, ondanks kritiek van één van Rachmaninoff’s collega’s, een immens succes. Nieuwe uitvoeringen van het concerto volgden snel, niet alleen in Rusland, maar ook in Duitsland in januari 1902 en in Engeland in mei van dat zelfde jaar. De internationale doorbraak van Rachmaninoff was begonnen!

Piano Concerto nr 2: Opus 18

Genre: Concerto

Componist: Sergei Rachmaninoff

Compositiejaren: 1900-1901

Première: Moskou, 9 november 1901

Sergei Rachmaninoff ten tijde van zijn Piano Concerto nr. 2
Sergei Rachmaninoff in 1901, ten tijde van zijn Piano Concerto nr. 2

'Piano Concerto nr 2' in het kort

Rachmaninoff’s tweede piano concerto volgt de gebruikelijke structuur van een concerto. De eerste beweging is een moderato, waarbij de piano de eerste noten langzaam doet aanzwellen tot het orkest overneemt. Even lijkt de piano tot de rol van begeleiding terug gebracht te zijn, maar naar mate de eerste beweging vordert, eist de piano de hoofdrol weer op.

Met het begin van het adagio, herneemt Rachmaninoff een melodie die hij reeds in 1891 had gecomponeerd. Maar de melodie evolueert, wordt eerst overgenomen door fluiten en verder uitgewerkt door de hobo tot ze het motief van het adagio wordt dat tussen piano en strijkers wordt doorgegeven. 

Het allegro scherzando zet in met een korte orkestrale inleiding, waarna de piano overneemt en het eerste thema begint uit te werken. Een korte piano solo op het einde van het eerste thema, zet de overgang in naar het tweede thema, ingeleid door violen en hobo’s die langzaam weer overgaat in het eerste thema en opbouwt naar het triomfantelijk klinkende einde.

(Bronnen: Wikipedia)