Maurice Duruflé (1902-1986)

Maurice Duruflé werd op 11 januari 1902 geboren in het Normandische Louviers. Van 1912 tot 1918 was hij koorzanger aan het koor van de kathedraal van Rouen, waar hij zich ook toelegde op piano- en orgelstudies onder leiding van Jules Haelling, een leerling van Alexandre Guilmant. De rijke koortraditie in Rouen oefende een blijvende invloed uit op Duruflé.

Op 17-jarige leeftijd verhuisde hij naar Parijs en nam privé-orgellessen bij Charles Tournemire, waarbij hij Tournemire assisteerde in de Basilique Ste-Clotilde tot 1927. Hij schreef zich ook in aan het Conservatoire de Paris, waar hij afstudeerde met eerste prijzen in orgel, harmonie, fuga, pianobegeleiding en compositie.

Zijn verbinding met Louis Vierne bracht Duruflé naar de Notre-Dame, waar hij Vierne assisteerde tot diens dood in 1937. Duruflé werd hoogleraar harmonie aan het Conservatoire de Paris in 1943, waar hij invloed uitoefende op getalenteerde organisten zoals Pierre Cochereau, Jean Guillou en Marie-Claire Alain.

Maurice Duruflé in 1962
Maurice Duruflé in 1962

In 1947 voltooide Duruflé zijn beroemde werk, het Requiem op. 9, voor solisten, koor, orgel en orkest. 

Hij maakte er uiteindelijk drie versies van: één voor orgel met obligaat cello solo; één voor orgel met orkest en optionele trompet, timpanen en harp; en één voor orgel en voltallig orkest. Daarbij liet hij, in navolging van het Requiem van Gabriel Fauré, het meest liturgische deel, het Dies Irae weg, en verving het door het Pie Jesu -het enige solo stuk voor mezzo-sopraan- terwijl hij, nog steeds in navolging van Fauré,  het Libera Me en het In Paradisum aan het Requiem toevoegde.

In 1953 trouwde hij met Marie-Madeleinde Chevalier die ook zijn assistente werd. Samen vormden ze een zeer geprezen orgelduo dat wereldwijd optrad.

Zijn perfectionisme kwam tot uiting in zijn kritische houding tegenover zijn eigen composities, waarbij hij zelfs delen zoals de ‘Toccata’ uit zijn Suite, op. 5, minimaliseerde. Duruflé publiceerde slechts een handvol werken, maar zijn muziek, met name zijn orgelstukken, wordt nog steeds bewonderd en uitgevoerd vanwege de zorgvuldige afwerking. Zijn conservatieve muzikale opvattingen bleken in zijn afwijzing van een “jazzmis” in 1969.

Een tragisch auto-ongeluk in 1975 resulteerde in ernstige verwondingen voor Duruflé, waardoor hij stopte met optreden en grotendeels beperkt werd in zijn activiteiten tot zijn overlijden op 16 juni 1986, in een kliniek in Louveciennes, nabij Parijs.

(Bron: Wikipedia)