César Franck (1822-1890)

De Belgisch-Franse componist César Franck werd op 8 december 1822 in Luik geboren. Hij was de zoon van bankier Nicholas en Marie-Catherine Frings.

César’s muzikale begaafdheid was al op jonge leeftijd duidelijk en zijn vader stuurde hem op zijn 8ste naar het Conservatorium van Luik. In 1832 en 1834 won César de eerste prijs van het conservatorium voor notenleer en piano. Dit zette Nicholas aan om een reeks concerten te organiseren waarop hij zijn zoon als het nieuwe wonderkind wou promoten. Hij trok met zijn zoon naar Luik, Brussel en Aken. In Brussel speelde César in 1834 voor Leopold I, die enkele jaren eerder als eerste koning van België werd gekroond. 

De Belgische concertreeks was een zodanig succes dat vader Franck in 1835 besloot het gezin naar Parijs te verhuizen. Hij koesterde de ambitie om César ook in Parijs aan het publiek voor te stellen. En hij wou ook dat zijn begaafde zoon zijn opleiding verder zou zetten aan het gezaghebbende en prestigieuze Conservatorium van Parijs.

Conservatorium van Parijs

De inschrijving aan het Conservatorium in Parijs liet op zich wachten, omdat dit instituut geen buitenlanders aanvaardde. Er zat voor de Francks niets anders op dan de Franse nationaliteit aan te vragen, die ze in 1837 bekwamen. In afwachting studeerde César verder bij Anton Reicha, een muziekleraar, die ook aan Berlioz, Gounod en Liszt les heeft gegeven. Terwijl hij studeerde gaf César het ene concert na het andere aan het Parijse publiek, dat hem doorgaans goed wist te ontvangen.

Op 4 oktober 1837 kon Franck zich uiteindelijk inschrijven in het conservatorium. Het jaar daarna won hij er de eerste prijs piano, en in 1839 de eerste prijs contrapunt. Toen hij deel wou nemen aan de Prix de Rome, haalde zijn vader hem weg bij het conservatorium en keerde hij terug naar België. 

De moeilijke weg naar de compositie

Terug in België legde Nicholas zijn zoon een drukke concertagenda op. Desondanks slaagde César er in om zijn eerste composities, 3 trio’s voor piano, viool en cello, af te werkenen te publiceren. Een ontmoeting met Franz Liszt in Brussel spoorde Franck aan om zich verder op compositie toe te leggen.

In 1844 trok het gezin opnieuw naar Parijs, waar de première van Franck’s eerste oratorium Ruth in januari 1846 zowel door de critici als door het publiek bijzonder slecht werd onthaald. César weet deze flop aan de moordende concertreeks die zijn vader organiseerde, waardoor hij zich onvoldoende had kunnen richten op zijn eigen compositiewerk. Wanneer hij een einde maakte aan de reeks concerten, betekende dit meteen ook een breuk met Nicholas.

César Franck in 1872
César Franck in 1872

Zonder de financiële steun van zijn vader moest César als muziekleraar aan de kost komen, temeer omdat hij in 1848 trouwde en vier kinderen kreeg. Hij vulde zijn inkomsten verder aan als organist, waarbij hij van kerk tot kerk trok tot hij in 1858 benoemd werd in de Sainte-Clotildekerk in Parijs

César’s creativiteit om te componeren kwam in vlagen en werd ook na zijn breuk met zijn vader vaak gehinderd door zijn andere verplichtingen. Soms duurde het verschillende jaren voor hij een werk van betekenis voortbracht en soms produceerde hij het ene stuk na het andere. 

In 1890 werd hij door een paardenbus aangereden, maar bleef ondanks inwendig letsel verder werken. Drie maanden later kreeg hij de griep en, verzwakt door het ongeval, overleed hij op 8 november.

Oeuvre en nalatenschap

Franck’s oeuvre bestaat in belangrijke mate uit kamermuziek, waarbij piano en strijkers vaak centraal staan. Daarnaast componeerde hij liederen, kerkmuziek voor koor en orgel, opera’s, en oratoria, cantates en wereldlijke koormuziek. Verschillende meesterwerken ten spijt, werd zijn werk niet altijd met even veel enthousiasme ontvangen, zoals blijkt uit de commentaar van criticus Camille Bellaigue over het oratorium Les Béatitudes. Zijn innoverende stijl was echter een bron van inspiratie voor de volgende generatie componisten.

(Bronnen: Cesar Frank, De Klassieke Muziek Collectie nr. 39, De Agostini 1995 | Wikipedia)