De Kunst der Fuga (BWV 1080)

De Kunst der Fuga wordt door velen beschouwd als het “muzikale testament” van Johann Sebastian Bach. Bestaande uit 14 fuga’s en 4 canon’s schreef de componist dit werk tussen 1740 en 1746, tijdens de laatste decade van zijn leven. 

Omtrent de fuga

Maar wat is nu eigenlijk een “fuga”? Net zoals een canon bestaat een fuga uit meerdere stemmen waarbij de eerste stem een melodie inzet die even later door één of meerdere volgende stemmen wordt overgenomen. Dit gebeurt op een zodanige manier, dat de verschillende stemmen dezelfde melodie niet gelijktijdig brengen. Anders dan het canon, echter, zullen de stemmen die de initiële melodie imiteren dit op een andere toonhoogte doen. En meer dan bij een canon, duwt de ene stem de andere verder vooruit, jagen de stemmen elkaar op -van daar de naam “fuga”-, zodat de melodieën sneller evolueren en een eigen leven gaan leiden. De moeilijkheid ligt hierin dat het gelijktijdig spelen van noten niet voor elke combinatie even goed klinkt, terwijl andere combinaties niet alleen “mooi” klinken, maar elkaar ook benadrukken. Zo zullen een si en de daaropvolgende do samen gespeeld niet meteen een aangenaam geluid produceren, terwijl een do en de daarop volgende sol samen net wél een aangenaam klinkend geheel vormen.

De Kunst der Fuga: BWV 1080

Componist: Johann Sebastian Bach

Compositiejaren: 1740 – 1750

De Kunst der Fuga - Voorbeeld
Een voorbeeld van een andere fuga van Bach, waarin de "imitatie" van de melodie van de eerste stem op een andere toonhoogte door de tweede stem duidelijk zichtbaar is.

De tweede moeilijkheid van het canon en de fuga ligt in het feit dat in beide muziekvormen, de basismelodie ook moet kunnen evolueren. Daarbij zal de eerste stem de verandering willen inzetten, terwijl de volgende stemmen nog even in de vorige vorm van de basismelodie blijven spelen. En de volgende stap houdt in dat de melodie van één of meerdere andere stemmen variaties begint te maken op hetgeen de eerste stem speelt (of zingt), om naar het einde van het stuk op te klimmen naar een hoogtepunt en een afwerking. En dit alles moet dan nog passen binnen de “regels” die op dat ogenblik als gangbaar (en aanvaardbaar) beschouwd worden.

Om een canon of een fuga te schrijven, moet de componist over heel wat muziek-technische kennis en vaardigheden beschikken en het mag dan ook niet verbazen dat uitgerekend Johann Sebastian Bach deze kunst beheerste als geen ander.

Manuscripten en publicaties

De Kunst der Fuga bestaat uit 14 fuga’s en 4 canons in totaal. Het oudste manuscript (Mus. ms. autogr. P 200) voor dit werk dateert wellicht van rond de periode 1740-1746 en werd samengesteld door Johann Christoph Altnickol, een schoonzoon en leerling van de componist. Ze bevat 12 fuga’s en 2 canons, in een ietwat andere volgorde dan de latere uitgave waar het werk bekend mee werd. De fuga’s hebben in deze autograaf geen titel, en het stuk dat later “Contrapunctus 10” zou heten, wijkt in deze versie wat af van de latere versies.

Bij deze versie hoort een bijlage (Mus. ms. autogr. P 200, Beilage) met extra manuscripten die in de latere publicatie mee opgenomen werden. De bijlage bevat niet alleen instructies voor de uiteindelijke druk van het manuscript en een herwerkte versie van één van de canons, maar ook een nota van Bach’s jongste zoon Johann Christoph Friedrich die verwijst naar “wijlen zijn vader”. Tegelijk werd ook de Fuga a 3 Soggetti (Fuga met 3 thema’s) toegevoegd, een manuscript dat abrupt afbreekt en waar Carl Philip Emanuel Bach aan toevoegde dat op het punt waar de naam BACH (met de noten Bb A C en B) in de partituur verwerkt is, de componist is overleden.

De uiteindelijke (eerste) publicatie van de Kunst der Fuga volgde in mei 1751, iets minder dan een jaar later. In deze publicatie werden de stukken ietwat anders geschikt dan in de manuscripten en werden ook de titels toegevoegd. Ze bevat naast enkele stukken die niet in de manuscripten voorkomen, ook enkele fouten.

Het jaar erna volgde een tweede uitgave, die op de inleidende tekst na, identiek is aan de eerste. Ze neemt dus de titels en de volgorde van de eerste publicatie over en maakt evenmin duidelijk waarom deze volgorde afwijkt van deze in de eerdere manuscripten en we beslist heeft om die volgorde aan te passen.

Schreef Bach de Kunst der Fuga voor een specifiek instrument?

Hoewel Bach nergens aangeeft voor welk (soort) instrument hij deze reeks componeerde, neemt men aan dat ze bedoeld waren voor de klavecimbel. Dit is onder andere gebaseerd op de gelijkenis tussen de fuga’s uit deze reeks en stukken uit Das wohltemperierde Klavier, maar ook op het typisch gebruik van de klavecimbel voor vergelijkbare werken van die tijd waar dit instrument de voorkeur genoot. Het blijft ook mogelijk dat Bach de instrumentatie wegliet omdat elk stuk voor hem bedoeld was als illustratie hoe verschillende types contrapunt gebruikt kunnen worden om fuga’s en canons te componeren. Als dusdanig wordt de “Kunst der Fuga” één van de vele briljant geschreven leerstukken die Bach heeft nagelaten.

(Bron: Wikipedia)