Adriaen Willaert (ca. 1490-1562)

De Franco-Vlaamse renaissance componist Adriaen Willaert werd rond 1490 geboren in Rumbeke, nabij Roeselare. Hij was één van de zeven kinderen van Dionysius (Denys) Willaert, die in 1512 schepen was in Roeselare. De naam van zijn moeder is niet bekend.

Volgens zijn leerling, de beroemde muziektheoreticus uit de 16e eeuw, Gioseffo Zarlino, begon Willaert zijn academische reis met een rechtenstudie in Parijs, maar hij besloot uiteindelijk zijn hart te volgen en zich te wijden aan de muziek.

In Parijs ontmoette hij Jean Mouton, een vooraanstaande componist bij de Franse koninklijke kapel, qua stijl verwant aan Josquin des Prez, en ging bij hem in de leer.

Omstreeks 1515 bracht Willaert voor het eerst een bezoek aan Rome. Er bestaat een anekdote die getuigt van zijn muzikale talent: Willaert was verrast toen hij ontdekte dat het koor van de pauselijke kapel een van zijn composities zong en nog meer verrast toen hij hoorde dat ze dachten dat het werk van de veel bekendere componist Josquin was. Toen hij de zangers op de hoogte bracht van hun vergissing – dat hij eigenlijk de componist was – weigerden ze het nog eens te zingen.

Willaerts vroege stijl vertoont inderdaad sterke gelijkenissen met die van Josquin, met vloeiende polyfonie, evenwichtige stemmen en veelvuldig gebruik van imitatie of strenge canon. Hij bewonderde Josquin zozeer dat hij een mis componeerde, de Missa Mente Tota, volledig in dubbele canon met twee vrije stemmen, gebaseerd op een deel van een beroemd motet van Josquin, Vultum tuum deprecabuntur.

Adriaen Willaert in 1527
Adriaen Willaert in 1527

In juli 1515 trad Willaert in dienst van kardinaal Ippolito I d’Este van Ferrara. Willaert vergezelde Ippolito waarschijnlijk op zijn reizen naar verschillende plaatsen, waaronder Hongarije, waar Ippolito verbleef van 1517 tot 1519. Na de dood van Ippolito in 1520 trad Willaert in dienst van hertog Alfonso I van Ferrara. In 1522 bekleedde Willaert een positie aan het hofkapel van hertog Alfonso, en in 1525 blijkt hij volgens de overgeleverde documentatie in dienst geweest te zijn van Ippolito II d’Este.

Willaerts belangrijkste aanstelling kwam in 1527, toen hij werd benoemd tot maestro di capella van de San Marco basiliek in Venetië, een aanstelling die er blijkbaar kwam dankzij de doge Andrea Gritti. Willaert zou deze functie blijven bekleden tot aan zijn overlijden, 35 jaar later op 7 december 1562.

Tijdens zijn eerdere dienstverband bij de hertogen van Ferrara had hij talloze contacten en invloedrijke vrienden verworven in heel Europa, waaronder de Sforza-familie in Milaan. Dit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de verspreiding van zijn reputatie en de daaruit voortvloeiende aantrekking van muzikanten uit het buitenland naar Noord-Italië. 

Een zeer veelzijdig componist en een strenge leraar

Naast zijn sacrale muziekstukken als directeur van de San Marco, componeerde hij talloze madrigalen, en wordt hij  beschouwd als een vooraanstaande Franco-Vlaamse madrigaal componist. Hij schreef muziek in zo goed als elke vorm die in zijn tijd gebruikelijk was, en als kapelmeester aan de San Marco basiliek werd hij één van de voornaamste componisten van de 16de eeuw.  Hoewel zijn vroegere werken sterk geïnspireerd waren op Josquin, werd Willaert op zijn beurt een inspiratie voor zijn tijdgenoten en opvolgers, zoals Orlando Lassus

Zijn reputatie en prestige brachten ook met zich mee dat componisten van her en der in Europa naar Venetië afzakten, om bij hem in de leer te gaan. Willaert legde de lat hoog, zowel wat de compositie als wat de zang betreft, en stond dus garant voor de beste muzikanten van hun tijd. Sommige van zijn leerlingen zouden de veelzijdigheid van hun leermeester naar het volgende niveau brengen, en lagen aan de basis van de evolutie van de vroege barok muziek.

(Bronnen: Wikipedia | Geni.com)