Luigi Nono (1924-1990)

Luigi Nono was een Italiaanse avant-gardistische componist die vooral bekend stond om zijn experimentele en politiek geëngageerde benadering van de klassieke muziek. Hij werd op 29 januari 1924 geboren in Venetië. Zijn vader Mario was de zoon van de kunstschilder Luigi Nono, die voornamelijk schilderijen maakte van het leven onder de arme mensen.

Van Venetië tot Darmstadt

In 1941 startte Luigi Nono zijn muzikale opleiding bij Gian Francesco Malipiero aan het Conservatorium van Venetië, waar hij diep dook in de kennis van de Renaissance-madrigaaltraditie. Na zijn rechtenstudie aan de Universiteit van Padua werd hij aangemoedigd door Bruno Maderna om zich op compositie te concentreren. Via Maderna kwam Nono in contact met Hermann Scherchen, de destijds dirigeerleraar van Maderna. Scherchen bood verdere begeleiding en werd een vroegtijdige mentor en pleitbezorger van Nono’s muzikale groei.

In 1950 presenteerde Hermann Scherchen Luigi Nono’s eerste officieel erkende werk, de Variazioni canoniche sulla serie dell’op. 41 di A. Schönberg, tijdens de Internationale Ferienkurse für Neue Musik in Darmstadt. Deze variaties, gebaseerd op de twaalftoonsreeks van Arnold Schoenbergs opus 41, inclusief het hexachord Ode aan Napoleon, vestigden Nono als een toegewijd componist met een antifascistische politieke overtuiging.

Nono, een voormalig lid van het Italiaanse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, onderscheidde zich door zijn politieke betrokkenheid van enkele van zijn tijdgenoten in Darmstadt. Dit resulteerde in een leidende rol binnen de opkomende Nieuwe Muziek-beweging in de jaren vijftig, waar hij samenwerkte met vooraanstaande figuren zoals Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen. Zijn politiek engagement bracht hem er in 1952 trouwens toe om lid te worden van de Italiaanse communistische partij.

Enkele van Nono’s vroege composities, zoals Tre epitaffi per Federico García Lorca in 1951-53, La Victoire de Guernica in 1954- een aanklacht tegen oorlogswreedheden geïnspireerd door een schilderij van Picasso– en Incontri in 1955, werden voor het eerst uitgevoerd in Darmstadt.

In 1953 ontmoette hij  Nuria Schoenberg, de dochter van Arnold Schoenberg, tijdens de wereldpremière van Moses und Aron in Hamburg. Ze traden in het huwelijk in 1955. 

De wereldpremière van Il canto sospeso, een compositie voor solostemmen, koor en orkest geschreven in n1955/56, bracht Nono internationale erkenning en vestigde hem als een waardige opvolger van Anton Webern.

Luigi Nono
De avant-gardistische componist Luigi Nono in 1979

Aanklacht tegen het fascisme

Critici waren verbaasd over de opmerkelijke synthese die Nono tot stand bracht met zijn Canto Sospeso. Deze compositie verenigde op een schijnbaar onwaarschijnlijke wijze een compromisloze avant-gardistische compositiestijl met een emotionele en morele expressi, waarin het thema en de tekst op een passende en complementaire manier werden behandeld.

Dit werk, door de Zwitserse musicoloog Jürg Stenzl beschouwd als een van de centrale meesterwerken van de jaren vijftig, dient als een gedenkteken voor de slachtoffers van het fascisme. Het bevat afscheidsbrieven geschreven door politieke gevangenen vóór hun executie.

Op muzikaal gebied betreedt Nono onontgonnen terrein, niet alleen door de voortreffelijke balans tussen stemmen en instrumenten, maar ook door het motivische, puntige vocale schrijven. Hierbij worden woorden opgesplitst in lettergrepen die tussen stemmen worden uitgewisseld, wat resulteert in zwevende, gediversifieerde sonoriteiten. Deze aanpak kan worden vergeleken met een fantasierijke uitbreiding van Schoenbergs Klangfarbenmelodie-techniek.

Nono zou zich opnieuw bezighouden met antifascistische thema’s, zoals in Diario polacco in 1958/59, waarbij onder andere een reis langs nazi-concentratiekampen als achtergrond diende. Met zijn Intolleranza, dat op 13 april 1961 in Venetië in première ging, veroorzaakte hij zelfs heel wat opschudding.

Intolleranza 1960 belichaamt de vroege stijl van Luigi Nono en behandelt het lot van een emigrant in diverse scenario’s relevant voor de moderne samenleving. Als ‘toneelactie’ -Nono verbood het gebruik van de term “opera”- gebruikt het diverse bronnen zoals orkest, koor, cassettebandjes en de ‘toverlantaarn’-techniek voor een rijk expressionistisch drama. 

Het libretto van Angelo Ripellino, vol politieke slogans en citaten van Brecht en Sartre, combineert naadloos met Nono’s scherpe muziek, waarbij de première in Venetië tumult veroorzaakte door de aanwezigheid van linkse en rechtse politieke facties. Ondanks pogingen van neo-nazi’s om de uitvoering te verstoren, eindigde de voorstelling triomfantelijk. 

Muzikaal activisme

In de jaren zestig namen Nono’s muzikale activiteiten een steeds explicieter en polemischer karakter aan. Hij waarschuwde tegen een kernramp in Canti di vita e d’amore: sul ponte di Hiroshima in 1962, veroordeelde het kapitalisme in La Fabbrica Illuminata in 1964, sprak zijn afkeuring uit over nazi-oorlogsmisdadigers na de Auschwitz-processen in Frankfurt met Ricorda cosi ti hanno fatto in Auschwitz in 1965, en bekritiseerde het Amerikaanse imperialisme in de oorlog in Vietnam met A floresta é jovem e cheja de vida in 1966. Hiervoor verwerkte hij opnames van politieke speeches en slogans in zijn composities, en maakte hij ook gebruik van elektronische geluiden om op die manier de context van zijn werk duidelijker neer re zetten.

Met  Al gran sole carico d’amore uit 1972/74 schetst hij de geschiedenis van het communisme en de klasse-strijd die aan de basis ligt van het Marxisme. Dit werk wordt door velen beschouwd als zijn tweede hoogtepunt, na Intolleranza

In de jaren ’80 begon Nono te experimenteren met nieuwe geluiden, profiterend van de opkomst van nieuwe technologieën. Hij gebruikte de mogelijkheid om geluid in de ruimte te laten circuleren, waarbij deze dimensie een even belangrijke rol kreeg als de oorspronkelijke emissie. Dergelijke innovaties stonden centraal in een vernieuwde visie op tijd en ruimte. De opmerkelijke meesterwerken uit die periode dienden deels als voorbereiding op wat velen beschouwen als zijn grootste prestatie.

Prometeo, beschouwd als Nono’s ultieme prestatie, belichaamt mogelijk de hoogste verwezenlijking van zijn ‘theater van het bewustzijn’ – een onzichtbaar theater waarin geluidsproductie en -projectie fundamenteel zijn voor de algehele dramaturgie. Bij de première in de San Lorenzo-kerk in Venetië ontwierp architect Renzo Piano een imposante ‘houten boot’-constructie, waarvan de akoestiek voor elke uitvoering enigszins moet worden aangepast. Het libretto omvat diverse teksten die de oorsprong en evolutie van de mensheid onderzoeken. In Nono’s tijdloze en visionaire context nemen muziek en geluid de overhand boven beeld en geschreven woord, waardoor nieuwe dimensies van betekenis ontstaan en “nieuwe mogelijkheden” voor het luisteren worden gecreëerd.

Nono’s laatste composities, waaronder Caminantes… Ayacucho uit 1986/87, geïnspireerd door een regio in het zuiden van Peru die door extreme armoede en sociale onrust geteisterd werd, La lontananza nostalgica utopica futura uit 1988/89, en Hay que caminar soñando uit 1989, reflecteren op de voortdurende queeste van de componist naar politieke vernieuwing en sociale rechtvaardigheid.

De componist overleed in Venetië op 8 mei 1990 en werd begraven op het het eiland San Michele. Zijn weduwe, Nuria, richtte in 1993 de Luigi Nono Archive op om op die manier de nalatenschap van haar man voor de toekomst veilig te stellen.

(Bronnen: Wikipedia, Geni.com)

Compagnie Trespugliese

Het gezelschap Trespugliese bestaat uit de Argentijnse tangodansers Sebastian Ovejero, oorspronkelijk afkomstig uit het noordwesten van Argentinië, en Marie Quilly, die opgroeide in Bretagne.
Na ongeveer tien jaar in Spanje te hebben gewoond, besloten Sebastian en Marie zich in Frankrijk te vestigen terwijl ze hun tournees voortzetten met verschillende muziekgroepen in Spanje en Frankrijk, maar ook in Portugal, Rusland, Israël en Argentinië.
Ze deelden onder meer het podium met gitarist Lakmal Peiris in Madrid of met Proyecto Tamgú tijdens het Granada International Tango Festival (Spanje). Ze hebben La Porteña Tango Trío meerdere malen begeleid op internationale tournees. Ze werkten samen met de alternatieve tangogroep Galeon Tango en met het Théâtre équestre de Bretagne.
Momenteel worden ze opgemerkt op de Franse podia als dansers van het klassieke muziekduo Fortecello en het tangotrio Fortecello Project.

Ze bieden ook verschillende dansshows aan die zijn aangepast aan alle soorten publiek, ruimtes en logistiek, en bieden regelmatig workshops en cursussen aan voor verschillende tangostructuren en festivals in Frankrijk en elders.

Carmela Delgado

Carmela Delgado werd in 1991 in Parijs geboren en studeerde aan het Conservatorium van Gennevilliers en in Argentinië. Ze treedt op in gerenommeerde concert- en operahuizen, waaronder Straatsburg, Mulhouse en Rennes, en speelt tangomuziek zoals “Maria de Buenos Aires” en “MisaTango”. Ze werkt samen met ensembles als L’Orchestre de Bretagne en L’Orchestre Lutetia.

Internationaal trad ze op in Praag met “Maria de Buenos Aires”. In Argentinië werkte ze met muzikanten als Ramiro Gallo en Rudi Flores. Carmela focust op tango en improviseert en speelt kamermuziek in diverse ensembles zoals Cuarteto Lunares en EOS.

Ze onderzoekt Argentijnse folklore en flamenco, werkt samen met haar vader Manuel Delgado, en tourde in 2018 door China met het Franse chanson-ensemble Canaille de Panam. Carmela doceert bandoneon aan het Conservatorium Edgard-Varèse en geeft masterclasses op festivals als Tango de Tarbes en het International Institute for World Music.

Philippe Argenty

Philippe Argenty gaat in 2000 naar de Muziekacademie en verhuist in 2003 naar Parijs om zich op muziek en piano te concentreren. In 2005 begint hij aan het Conservatori Superior de Música van Liceu in Barcelona, waar hij in 2011 afstudeert met een diploma in “Piano Performance” en de hoogste onderscheiding krijgt voor zijn uitvoering van Liszts 2e Pianoconcert.

In 2005 wint hij de 2e prijs op het Grand Concours International de Piano in Parijs. Sinds 2004 treedt hij op in verschillende landen, zowel solo als in kamermuziek. In 2011 gaat hij op tournee met het Barcelona-orkest “ConjuntXXI” en speelt het Liszt 2e Pianoconcert. Hij treedt op bij diverse festivals en speelt in formaties zoals Duo Fortecello en NonStop Tango Trio.

Sinds 2016 organiseert hij festivals en muziekseizoenen, waaronder “Les Clés du Classique” en “Saint Savin Piano & Master Classes Festival”. In 2017 treedt hij toe tot de raad van het Festival Pablo Casals in Prades en is sinds 2008 artistiek manager van Les Clés du Classique. In 2015 is hij jurylid bij de Festival Art Duo in Praag.

Met Anna Mikulska (Duo Fortecello) bracht hij albums uit: “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze tourden door Europa, China en de VS. Met Duo Fortecello werkt hij aan het “Music for All” programma en coacht hij jonge artiesten.

Anna Mikulska

Anna Mikulska-Argenty begon haar muziekstudie op zesjarige leeftijd. In 2005 startte ze aan de Muziekacademie in Krakau en studeerde later aan de Ecole Normale de Musique in Parijs. Ze kreeg advies van bekende cellisten zoals Anner Bylsma en Arto Noras. In 2010 behaalde ze een Master’s degree en een Cello Aptitude Certificate.

Sinds 2005 speelt ze solo met verschillende orkesten, zoals het Symfonieorkest van de Muziekacademie van Krakau en het Young Philharmonic Orchestra. Ze speelde in het Cracow Royal Quartet en vormde in 2011 het Quator Volubilis. Ze trad ook op met Nigel Kennedy’s “Orchestra of Life” en tourde door Europa.

Sinds haar verhuizing naar Frankrijk werkt ze samen met het Limoges and Limousin Orchestra en het orkest van Soirées Lyriques in Sanxay. Ze specialiseerde zich in kamermuziek met formaties zoals Duo Fortecello en Trio Gatti. Haar albums met pianist Philippe Argenty omvatten “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze gingen op tournee in Europa, China en de VS.

Sinds 2015 is ze co-directeur van festivals in Frankrijk en lid van de bestuursraad van het Pablo Casals Festival. Met Duo Fortecello werkt ze aan het “muziek voor iedereen” programma, dat klassieke muziek naar kleine dorpen, ziekenhuizen en scholen brengt. Daarnaast coacht ze jonge artiesten.

Pierre Vopat

Pierre Vopat werd geboren in Luik en studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Shirly Laub en haar assistenten Frédéric d’Ursel en Kerstin Hoelen. Ook kreeg hij de kans om een ​​jaar te studeren bij de beroemde violist Lorenzo Gatto.
Sinds 2014 is hij lid van de Young Belgian Strings en kreeg hij de gelegenheid om meerdere jaren op rij bij het NJO te spelen. Hij speelde ook met het Wiener Jeugdorkest, het Oostenrijkse Jeugdorkest en het Aurora Symphony Orchestra in Stockholm.
Hij is de winnaar van verschillende wedstrijden in België zoals Belfius Classics, Horlait-Dapsens en Maurice Lefranc. Momenteel bouwt Pierre een muzikale carrière op in België, met name binnen verschillende symfonische orkesten, terwijl hij een zeer intense activiteit in de kamermuziek behoudt.

Jungbin Lim

Jungbin Lim werd geboren in Zuid-Korea. In 2009 studeerde ze met grote onderscheiding af aan de Ewha Women’s University in Seoul, waar ze een leerling was van Young Lim Ham en Sun-gyu Kim.
Ze bracht haar passie voor piano tijdens verschillende concerten met het Korean Catholic Symphony and Chamber Orchestra (2009-2013). Daarnaast begeleidde ze het Accel Youth Orchestra, het Goyang Chamber Orchestra en het Pilgrim Choir.
Sinds september 2016 woont Jungbin Lim in België, waar ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, onder leiding van Boyan Vodenitcharov, waarna ze begeleiding en kamermuziek studeerde.
Momenteel combineert ze haar werk aan het Koninklijk Conservatorium Brussel als begeleider van de celloklas en haar passie voor kamermuziek in het Trio Memento.

Álvaro Quintero

Álvaro Quintero werd geboren in Colombia. Hij begon zijn muziekstudie aan het Tolima Conservatorium in zijn geboortestad en vervolgde zijn muzikale opleiding in Venezuela als deel van het beroemde El Sistema-project, waar hij de kans kreeg om in verschillende orkesten te spelen onder leiding van Gustavo Dudamel.
In 2012 begon hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Didier Poskin. Vervolgens studeerde hij kamermuziek, wat hem ertoe aanzette om concerten te geven in België en Frankrijk.
Momenteel combineert hij muziekonderwijs als onderdeel van een sociaal-muzikaal project in Brussel met concerten met verschillende ensembles in België, waaronder het Trio Memento.

Marco Mantovani

Marco Mantovani werd in Mantova geboren en studeerde af er aan het conservatorium onder leiding van Antonio Pulleghini met de hoogste cijfers en onderscheidingen. Daarna studeerde hij drie jaar bij Andrea Lucchesini aan “Scuola di Musica di Fiesole”  in Firenze, waar hij cum laude afstudeerde. Hij behaalde zijn Master in ‘Piano Performance’ (2017) en zijn ‘Postgraduate’ diploma (2018), beide met de hoogste onderscheiding, aan het Koninklijk Conservatorium Brussel in de klas van Aleksandar Madzar. In 2017 ontving hij van het Conservatorium de prijs ‘Ingeborg Köberle’ als ‘meest veelbelovende student van het jaar’. Fundamenteel voor zijn artistieke ontwikkeling, zijn ook de adviezen geweest die hij kreeg van de beroemde Portugese pianiste Maria João Pires.

Zijn repertoire reikt van Bach tot Hedendaagse muziek. Zijn passie voor kamermuziek drijft hem ertoe om regelmatig met verschillende musici op te treden en hij is stichtend lid van het “Egmont Chamber Music” ensemble.

Marco Mantovani is assistent-professor piano aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, pianoprofessor aan het Conservatoire de Pantin in Parijs en doctoraatsonderzoeker aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en de Vrije Universiteit Brussel in het ‘Doctoraat in de Kunsten’.

Evan Buttar

Evan Buttar heeft een gevarieerde en internationale carrière als uitvoerend musicus op zowel de barokcello als de viola da gamba. Hij heeft opgetreden met groepen als het Orkest van de Achttiende Eeuw, Le Concert des Nations, Ensemble Zefiro, PRJCT Amsterdam en Wrocław Baroque Orchestra, en speelt regelmatig met verschillende ensembles, waaronder het Luthers Bach Ensemble, Musica Gloria, Das Neue Mannheimer Orchester en het Butter Quartet, een historisch geïnformeerd strijkkwartet waarvan hij een van de oprichters is. Zijn kamer- en orkestervaringen hebben hem op internationale podia gebracht op talloze festivals, waaronder het Utrecht Early Music Festival, het MA Festival Brugge, Mozartfest Würzburg, Festival Berlioz, Chopin and his Europe Festival, het Innsbruck Festival of Early Music, de Beethoven Academy in Wrocław en de String Quartet Biennale Amsterdam.

Evan begon op jonge leeftijd met muziek maken in Vancouver, Canada. Na het behalen van een bachelordiploma moderne cello aan de Universiteit van Ottawa in 2014, inspireerde zijn fascinatie voor historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijken hem om naar Nederland te verhuizen, waar hij momenteel woont. Daar behaalde hij in 2016 een masterdiploma barokcello bij Jaap ter Linden aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en datzelfde jaar begon hij daar aan een tweede masterstudie op de viola da gamba bij Mieneke van der Velden en Philippe Pierlot, die hij in 2018 afrondde.

Evan bespeelt een barokcello van Jakob Weiss (ca. 1745) die hij genereus in bruikleen heeft gekregen uit de collectie van het Nederlands Muziekinstrumenten Fonds.

Pieter De Praetere

Pieter De Praetere is een Belgische contratenor. Als solist legt hij zich vooral toe op barokmuziek. Daarnaast is hij een veelgevraagde figuur in het muziektheater.

Pieter is geboren in een muzikale familie. Op zijn 10de gaat hij stemvorming volgen bij Pascal Devreese in Ronse. Op zijn 16de trekt hij naar countertenor Steve Dugardin in Antwerpen. Tijdens zijn studies Literatuurwetenschappen aan de Universiteit Gent volgt hij les bij Hilde Coppé. Kort daarna trekt hij naar het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Lena Lootens.

Als solist heeft Pieter een stevig repertoire opgebouwd. Zo vertolkt hij solistenrollen in Messiah van Händel, Stabat Mater van Pergolesi, Gloria van Vivaldi en een aanzienlijk aandeel van cantates, motetten en oratoria van J.S. Bach. Hiermee staat hij op binnen- en buitenlandse podia. Pieter zingt o.a. met de orkesten Musica Gloria, Il Gardellino, B’Rock, BachPlus, Apotheosis … Met Beniamino Paganini en Nele Vertommen van ensemble Musica Gloria werkt hij al enkele jaren intens samen. Samen brachten ze al enkele succesvolle Europese tournees tot stand en ook dit seizoen staan zij samen op binnen – en buitenlandse podia en in de opnamestudio.
In 2024 debuteert Pieter in de opera: in de Reaktorhalle in München zingt hij een hoofdrol in de operacreatie ‘Invitation to a Beheading’ van regisseur Maria Chagina en componist Leon Zmelty. Met het festival Midsummer Mozartiade en Orchestre Royal de Wallonie zingt hij de rol van Farnace in Mozarts ‘Mitridate, Re di Ponte’ in Brussel, Mons en Namur.

Naast zijn werk als klassiek zanger is Pieter een veelgevraagd figuur in het Vlaamse theaterlandschap. Met Muziektheater Broder toert hij al jaren door België met poëtische familievoorstellingen met en over klassieke muziek (Franzerl, Babushka, Seaking…)

Beniamino Paganini

Beniamino Paganini (°1994) heeft al van jongs af aan een passie voor oude muziek. Op 16-jarige leeftijd startte hij aan beide Koninklijke Conservatoria van Brussel, later aan de conservatoria van Leuven en Den Haag. Hij ontving zijn masterdiploma’s voor Traverso (2016), Klavecimbel (2017), Maestro al Cembalo (2019) en een bachelordiploma Musicologie (2018), allen met grote onderscheiding. Hij studeerde traverso bij Barthold Kuijken, Frank Theuns en Jan De Winne, renaissance fluit bij Kate Clark en Patrick Beuckels, klavecimbel bij Frédérick Haas, Fabio Bonizzoni, Kris Verhelst en Maestro al Cembalo bij Patrick Ayrton en musicologie aan de KU Leuven waar hij eveneens het diploma Educatieve master Cultuurwetenschappen behaalde.

Daarnaast treedt hij ook op met claviorganum, orgel en blokfluit. Door de Belgische Muziekpers werd hij uitgeroepen tot Jonge Musicus van het jaar 2020 en Klara selecteerde hem in 2021 als één van de Twintigers. Hij behaalde meerdere eerste prijzen en ontving de ‘Sonderpreis der Jury’ op de Internationale Telemann Wedstrijd (2021).

Beniamino is oprichter en, samen met Nele Vertommen, algemene en artistieke leider van het barokensemble Musica Gloria. Met dit ensemble speelt hij een dertigtal concerten per jaar voor organisaties als AMUZ (BE), Bachfest Leipzig (DE), BOZAR (BE), Concertgebouw Brugge (BE), De Bijloke (BE), Klara (BE), Les Festivals de Wallonie (BE), MA Festival (BE), Musica Antica (NL) en Trigonale Festival (AT). Ook realiseerde hij met Musica Gloria reeds talrijke video-opnames en cd’s

Verder werkt hij samen met vele andere ensembles zoals Il Gardellino, Scherzi Musicali, B’Rock en La Petite Bande in concerten en opnames. 

Nele Vertommen

Nele Vertommen (°1999) werd reeds als 5-jarige geboeid door oude muziek. Hier werd haar al duidelijk dat ze deze muziek ook zelf wilde kunnen spelen.

Enkele jaren later startte ze met hobolessen bij Korneel Alsteens. Wanneer ze na 2 jaar spelen ontdekte dat de prachtige hobo-solo’s uit de Mattheüs-Passie eigenlijk voor de barokhobo geschreven werden, ontstond het idee om barokhoboïste te worden.

Op haar 14de begon ze met zelfstudie voor barokhobo, waarna ze zich op 15-jarige leeftijd studente kon noemen aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, in de klas van Marcel Ponseele. Na een tussenjaar in Den Haag, ontving ze daar haar bachelordiploma met grote onderscheiding. Terug in België voltooide ze haar masterdiploma, eveneens met grote onderscheiding. Kort na haar afstuderen werd ze geselecteerd door Klara om deel uit te maken van hun reeks “De Twintigers”. Omdat ze ook een grote liefde heeft voor vroeger repertoire, werkt ze sinds enkele jaren ijverig aan haar vaardigheden op vroegere dubbelrietinstrumenten.

Samen met haar partner Beniamino Paganini leidt ze Musica Gloria. Dit ensemble treedt op voor organisaties zoals BOZAR (BE), Trigonale (AT), Bachfest Leipzig (DE), AMUZ (BE), Festivals de Wallonie (BE), SHFestival (CZ), Concertgebouw Brugge (BE), TAM Regensburg (DE) en 30CC (BE) en heeft al verschillende cd’s opgenomen. 

Behalve met Musica Gloria, speelt Nele regelmatig met ensembles als Il Gardellino (BE), A Nocte Temporis (BE), La Chapelle Harmonique (FR), Collegium Marianum (CZ), Gli Angeli Genève (CH), Le Poème Harmonique (FR), Utopia Orchestra (DE) en Concerto Köln (DE).