Jacques Offenbach (1819-1880)

De Duits-Franse componist en cellist Jacques (Jakob) Offenbach werd op 20 juni 1819 geboren in het op dat ogenblik Pruisische Keulen. Hij was het zevende kind en de tweede zoon in het Joodse gezin van Isaac Juda Offenbach en Marianne Rindskopf. Zijn vader had zich enkele jaren voordien, in 1816, in Keulen gevestigd en werd er leraar viool, gitaar, fluit en compositie.

Jacques kreeg vanaf zijn zesde vioollessen van zijn vader en ontpopte zich op amper enkele jaren tijd als een virtuoos muzikant. Op zijn achtste componeerde hij reeds zijn eerste eigen melodieën en op zijn negende studeerde hij cello bij de componist en cellist Bernhard Breuer. Enkele jaren later trad hij samen met zijn broer Julius op viool en zijn zus Isabella op piano op in herbergen, café’s en danszalen waarop hij vaak zijn eigen composities speelde. 

In 1833 stuurde Isaac, met de financiële steun van tal van muziekliefhebbers, zijn twee zonen naar Parijs om er zich verder in de muziek te bekwamen. Daar stuitten de Offenbach’s aanvankelijk op hetzelfde probleem als Franz Liszt enkele jaren voordien, namelijk dat het Parijse Conservatorium geen studenten van buitenlandse herkomst wenste toe te laten. Na enig aandringen en vooral na een vertoon van Jacques’ talent slaagde Isaac er toch in om zijn beide zoons aan het conservatorium in te laten schrijven. 

Cello virtuoos en componist

In tegenstelling tot zijn broer Julius, echter, verveelde Jacques zich zodanig aan het conservatorium, dat hij al na een jaar besloot om zijn studies daar niet verder te zetten. Om aan de slag te komen, nam hij enkele baantjes aan in lokale orkesten, tot hij in 1835 door de Opéra Comique van Parijs als cellist werd aangeworven. Daar werd hij opgemerkt door cello virtuoos Louis-Pierre Norblin en door de componist en dirigent Fromental Halévy. Op Halévy maakte Offenbach een zodanige indruk dat deze besloot om hem als leerling compositie en orkestratie aan te nemen.

Behalve in de Opéra Comique speelde Offenbach -vooral eigen werk- in verschillende salons in Parijs. Het was tijdens één van deze concerten dat hij zijn toekomstige echtgenote Hérminie d’Alcain ontmoette. Alvorens hij met haar kon trouwen, echter, wilde hij zijn financiële toekomst wat zekerder stellen en ging hij op tournée.

Tijdens deze tournée deed hij verschillende steden aan in Frankrijk en Duitsland, en kon hij ook samen spelen met enkele gerenommeerde musici, waaronder Anton Rubinstein en, in zijn geboortestad Keulen, Franz Liszt. In het voorjaar van 1844 trok hij, wellicht dankzij de connecties met zijn toekomstige bruid, ook naar London voor een command performance voor koningin Victoria en de Russische tsaar, waar hij alleen maar lovende kritieken voor oogstte. 

Eens terug in Parijs beschikte hij over genoeg middelen om te trouwen. Nadat hij zich tot het katholicisme bekeerde, trouwde hij op 14 augustus 1844 met zijn geliefde Hérminie.

Jacques Offenbach
Jacques Offenbach in de jaren 1860.

Meester van de Operette

Al heel vroeg in zijn muzikale loopbaan toonde Offenbach een zeer sterke interesse in de wereld van het muzikale theater, maar het duurde tot na zijn succesvolle tournée vooraleer hij effectief werd opgemerkt door de directeur van de Comédie Française, die hem aantrok als muzikaal directeur. In die hoedanigheid kreeg hij de opdracht om het orkest van de Comédie Française uit te breiden en te verbeteren. Een opdracht die de jonge componist met glans volbracht, maar nog steeds bleef de Opéra Comique ongeïnteresseerd om zijn werken op het toneel te brengen.

Het zou nog tot de eerste helft van de jaren 50 van de 19de eeuw duren, vooraleer Offenbach erin slaagde om 3 van zijn operettes -een lichtere vorm van opera, waarin gesproken tekst en uitbeelding een grotere rol spelen- in Parijs uit te laten voeren. Aangemoedigd door de goede publieke ontvangst en door een impresario die het jaar ervoor de Follies Nouvelles zaal had geopende, pende de componist nog een aantal andere operettes, die allemaal gunstig werden ontvangen. 

Deze successen lieten Offenbach toe om in 1855 de Opéra Comique, die nog steeds afwijzend stond tegenover de uitvoering van zijn werk, te verlaten.

In mei 1855 slaagde hij er in om een kleine, op dat ogenblik verlaten zaal aan de Champs Elysées te bemachtigen en er zijn Théâtre des Bouffes Parisiens op te richten. De grote opening voor het -naar Parijse normen- kleine zaaltje, vond plaats op 5 juli 1855 met de première van Offenbach’s Les deux aveugles, een werk dat een zodanig succes werd, dat het in verschillende Europese steden, waaronder Wenen en Londen werd nagespeeld.

Omdat de Champs Elysées -in die tijd niet de indrukwekkende laan van nu- ‘s winters moeilijk toegankelijk was, besloot het gezelschap om de uitvoeringen in de winter naar een andere zaal in Parijs te verhuizen. In maart 1861 verhuisde de Bouffes Parisiens, als gevolg van nieuwe wetgeving volledig naar deze nieuwe zaal. Daarop volgde het ene succes na het andere, zowel voor het gezelschap dat -uiteraard- ook werk bracht van andere componisten, als voor Offenbach zelf. Hij liet het bestuur van de Bouffes Parisiens over aan iemand anders, maar de meerderheid van zijn werken werden, uiteraard, door de Bouffes gebracht. Het was ook in deze periode dat hij de Franse nationaliteit kreeg én het Légion d’Honneur

De oorlog tussen Frankrijk en Pruissen betekende een kentering in het succes en de populariteit van Offenbach. Hij ging, samen met zijn gezin in ballingschap in Spanje en het Parijse publiek liet hem links liggen. Toch kon de componist nog rekenen op succes in Engeland en wanneer hij na de oorlog terugkeerde naar Parijs, draaide het publiek daar opnieuw bij.

Naar het einde van zijn leven toe geraakte Offenbach meer geïnteresseerd in de meer serieuze opera. In 1877 begon hij aan de compositie van Les contes d’Hoffmann, een volwaardige opera die hij niet meer af zou kunnen werken.

Al in de loop van de jaren 1860 leed Offenbach aan jicht en in de loop van de jaren 1870 werd zijn gezondheid er niet beter op. Hij overleed op 5 oktober 1880 aan hartfalen, als gevolg van zijn jicht. Hij werd op de begraafplaats van Montmartre begraven en kreeg er als laatste eerbetoon een staatsbegrafenis.

Invloed en nalatenschap

In tegenstelling tot het publiek dat hem op de handen droeg, waren de critici van zijn tijd de componist vaak minder gunstig gezind en veronderstelden ze dat hij na zijn dood snel vergeten zou worden. Dit had wellicht te maken met de minachting die zij hadden voor de operette, het genre waarin Offenbach zich groot had gemaakt én het genre dat vooral door hem werd groot gemaakt. Zo vond Emile Zola, bijvoorbeeld, dat de operette een monstruositeit was, een mening die door heel wat anderen uit de toenmalige kunstwereld gedeeld werd. 

Ondanks deze snedige kritiek, echter, verdwenen noch Offenbach, noch de operette in de vergetelheid. De operette stond met haar vaak satirische, lichtvoetige thema’s en vrolijk klinkende muziek, in schril contrast met de dramatische opera’s van Verdi en Wagner en precies daarin lag het succes van het genre bij het publiek. Een nieuwe generatie componisten, waaronder Johann Strauss II en Franz Lehar, maakte gretig gebruik van het genre en gaven zo de voorzet voor het ontstaan van de musicals in de films van de 20ste eeuw.

En dat Jacques Offenbach zelf nooit vergeten zal worden, daarvoor zorgde de Moulin Rouge wel.

(Bron: Wikipedia)

Compagnie Trespugliese

Het gezelschap Trespugliese bestaat uit de Argentijnse tangodansers Sebastian Ovejero, oorspronkelijk afkomstig uit het noordwesten van Argentinië, en Marie Quilly, die opgroeide in Bretagne.
Na ongeveer tien jaar in Spanje te hebben gewoond, besloten Sebastian en Marie zich in Frankrijk te vestigen terwijl ze hun tournees voortzetten met verschillende muziekgroepen in Spanje en Frankrijk, maar ook in Portugal, Rusland, Israël en Argentinië.
Ze deelden onder meer het podium met gitarist Lakmal Peiris in Madrid of met Proyecto Tamgú tijdens het Granada International Tango Festival (Spanje). Ze hebben La Porteña Tango Trío meerdere malen begeleid op internationale tournees. Ze werkten samen met de alternatieve tangogroep Galeon Tango en met het Théâtre équestre de Bretagne.
Momenteel worden ze opgemerkt op de Franse podia als dansers van het klassieke muziekduo Fortecello en het tangotrio Fortecello Project.

Ze bieden ook verschillende dansshows aan die zijn aangepast aan alle soorten publiek, ruimtes en logistiek, en bieden regelmatig workshops en cursussen aan voor verschillende tangostructuren en festivals in Frankrijk en elders.

Carmela Delgado

Carmela Delgado werd in 1991 in Parijs geboren en studeerde aan het Conservatorium van Gennevilliers en in Argentinië. Ze treedt op in gerenommeerde concert- en operahuizen, waaronder Straatsburg, Mulhouse en Rennes, en speelt tangomuziek zoals “Maria de Buenos Aires” en “MisaTango”. Ze werkt samen met ensembles als L’Orchestre de Bretagne en L’Orchestre Lutetia.

Internationaal trad ze op in Praag met “Maria de Buenos Aires”. In Argentinië werkte ze met muzikanten als Ramiro Gallo en Rudi Flores. Carmela focust op tango en improviseert en speelt kamermuziek in diverse ensembles zoals Cuarteto Lunares en EOS.

Ze onderzoekt Argentijnse folklore en flamenco, werkt samen met haar vader Manuel Delgado, en tourde in 2018 door China met het Franse chanson-ensemble Canaille de Panam. Carmela doceert bandoneon aan het Conservatorium Edgard-Varèse en geeft masterclasses op festivals als Tango de Tarbes en het International Institute for World Music.

Philippe Argenty

Philippe Argenty gaat in 2000 naar de Muziekacademie en verhuist in 2003 naar Parijs om zich op muziek en piano te concentreren. In 2005 begint hij aan het Conservatori Superior de Música van Liceu in Barcelona, waar hij in 2011 afstudeert met een diploma in “Piano Performance” en de hoogste onderscheiding krijgt voor zijn uitvoering van Liszts 2e Pianoconcert.

In 2005 wint hij de 2e prijs op het Grand Concours International de Piano in Parijs. Sinds 2004 treedt hij op in verschillende landen, zowel solo als in kamermuziek. In 2011 gaat hij op tournee met het Barcelona-orkest “ConjuntXXI” en speelt het Liszt 2e Pianoconcert. Hij treedt op bij diverse festivals en speelt in formaties zoals Duo Fortecello en NonStop Tango Trio.

Sinds 2016 organiseert hij festivals en muziekseizoenen, waaronder “Les Clés du Classique” en “Saint Savin Piano & Master Classes Festival”. In 2017 treedt hij toe tot de raad van het Festival Pablo Casals in Prades en is sinds 2008 artistiek manager van Les Clés du Classique. In 2015 is hij jurylid bij de Festival Art Duo in Praag.

Met Anna Mikulska (Duo Fortecello) bracht hij albums uit: “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze tourden door Europa, China en de VS. Met Duo Fortecello werkt hij aan het “Music for All” programma en coacht hij jonge artiesten.

Anna Mikulska

Anna Mikulska-Argenty begon haar muziekstudie op zesjarige leeftijd. In 2005 startte ze aan de Muziekacademie in Krakau en studeerde later aan de Ecole Normale de Musique in Parijs. Ze kreeg advies van bekende cellisten zoals Anner Bylsma en Arto Noras. In 2010 behaalde ze een Master’s degree en een Cello Aptitude Certificate.

Sinds 2005 speelt ze solo met verschillende orkesten, zoals het Symfonieorkest van de Muziekacademie van Krakau en het Young Philharmonic Orchestra. Ze speelde in het Cracow Royal Quartet en vormde in 2011 het Quator Volubilis. Ze trad ook op met Nigel Kennedy’s “Orchestra of Life” en tourde door Europa.

Sinds haar verhuizing naar Frankrijk werkt ze samen met het Limoges and Limousin Orchestra en het orkest van Soirées Lyriques in Sanxay. Ze specialiseerde zich in kamermuziek met formaties zoals Duo Fortecello en Trio Gatti. Haar albums met pianist Philippe Argenty omvatten “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze gingen op tournee in Europa, China en de VS.

Sinds 2015 is ze co-directeur van festivals in Frankrijk en lid van de bestuursraad van het Pablo Casals Festival. Met Duo Fortecello werkt ze aan het “muziek voor iedereen” programma, dat klassieke muziek naar kleine dorpen, ziekenhuizen en scholen brengt. Daarnaast coacht ze jonge artiesten.

Pierre Vopat

Pierre Vopat werd geboren in Luik en studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Shirly Laub en haar assistenten Frédéric d’Ursel en Kerstin Hoelen. Ook kreeg hij de kans om een ​​jaar te studeren bij de beroemde violist Lorenzo Gatto.
Sinds 2014 is hij lid van de Young Belgian Strings en kreeg hij de gelegenheid om meerdere jaren op rij bij het NJO te spelen. Hij speelde ook met het Wiener Jeugdorkest, het Oostenrijkse Jeugdorkest en het Aurora Symphony Orchestra in Stockholm.
Hij is de winnaar van verschillende wedstrijden in België zoals Belfius Classics, Horlait-Dapsens en Maurice Lefranc. Momenteel bouwt Pierre een muzikale carrière op in België, met name binnen verschillende symfonische orkesten, terwijl hij een zeer intense activiteit in de kamermuziek behoudt.

Jungbin Lim

Jungbin Lim werd geboren in Zuid-Korea. In 2009 studeerde ze met grote onderscheiding af aan de Ewha Women’s University in Seoul, waar ze een leerling was van Young Lim Ham en Sun-gyu Kim.
Ze bracht haar passie voor piano tijdens verschillende concerten met het Korean Catholic Symphony and Chamber Orchestra (2009-2013). Daarnaast begeleidde ze het Accel Youth Orchestra, het Goyang Chamber Orchestra en het Pilgrim Choir.
Sinds september 2016 woont Jungbin Lim in België, waar ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, onder leiding van Boyan Vodenitcharov, waarna ze begeleiding en kamermuziek studeerde.
Momenteel combineert ze haar werk aan het Koninklijk Conservatorium Brussel als begeleider van de celloklas en haar passie voor kamermuziek in het Trio Memento.

Álvaro Quintero

Álvaro Quintero werd geboren in Colombia. Hij begon zijn muziekstudie aan het Tolima Conservatorium in zijn geboortestad en vervolgde zijn muzikale opleiding in Venezuela als deel van het beroemde El Sistema-project, waar hij de kans kreeg om in verschillende orkesten te spelen onder leiding van Gustavo Dudamel.
In 2012 begon hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Didier Poskin. Vervolgens studeerde hij kamermuziek, wat hem ertoe aanzette om concerten te geven in België en Frankrijk.
Momenteel combineert hij muziekonderwijs als onderdeel van een sociaal-muzikaal project in Brussel met concerten met verschillende ensembles in België, waaronder het Trio Memento.

Marco Mantovani

Marco Mantovani werd in Mantova geboren en studeerde af er aan het conservatorium onder leiding van Antonio Pulleghini met de hoogste cijfers en onderscheidingen. Daarna studeerde hij drie jaar bij Andrea Lucchesini aan “Scuola di Musica di Fiesole”  in Firenze, waar hij cum laude afstudeerde. Hij behaalde zijn Master in ‘Piano Performance’ (2017) en zijn ‘Postgraduate’ diploma (2018), beide met de hoogste onderscheiding, aan het Koninklijk Conservatorium Brussel in de klas van Aleksandar Madzar. In 2017 ontving hij van het Conservatorium de prijs ‘Ingeborg Köberle’ als ‘meest veelbelovende student van het jaar’. Fundamenteel voor zijn artistieke ontwikkeling, zijn ook de adviezen geweest die hij kreeg van de beroemde Portugese pianiste Maria João Pires.

Zijn repertoire reikt van Bach tot Hedendaagse muziek. Zijn passie voor kamermuziek drijft hem ertoe om regelmatig met verschillende musici op te treden en hij is stichtend lid van het “Egmont Chamber Music” ensemble.

Marco Mantovani is assistent-professor piano aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, pianoprofessor aan het Conservatoire de Pantin in Parijs en doctoraatsonderzoeker aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en de Vrije Universiteit Brussel in het ‘Doctoraat in de Kunsten’.

Evan Buttar

Evan Buttar heeft een gevarieerde en internationale carrière als uitvoerend musicus op zowel de barokcello als de viola da gamba. Hij heeft opgetreden met groepen als het Orkest van de Achttiende Eeuw, Le Concert des Nations, Ensemble Zefiro, PRJCT Amsterdam en Wrocław Baroque Orchestra, en speelt regelmatig met verschillende ensembles, waaronder het Luthers Bach Ensemble, Musica Gloria, Das Neue Mannheimer Orchester en het Butter Quartet, een historisch geïnformeerd strijkkwartet waarvan hij een van de oprichters is. Zijn kamer- en orkestervaringen hebben hem op internationale podia gebracht op talloze festivals, waaronder het Utrecht Early Music Festival, het MA Festival Brugge, Mozartfest Würzburg, Festival Berlioz, Chopin and his Europe Festival, het Innsbruck Festival of Early Music, de Beethoven Academy in Wrocław en de String Quartet Biennale Amsterdam.

Evan begon op jonge leeftijd met muziek maken in Vancouver, Canada. Na het behalen van een bachelordiploma moderne cello aan de Universiteit van Ottawa in 2014, inspireerde zijn fascinatie voor historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijken hem om naar Nederland te verhuizen, waar hij momenteel woont. Daar behaalde hij in 2016 een masterdiploma barokcello bij Jaap ter Linden aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en datzelfde jaar begon hij daar aan een tweede masterstudie op de viola da gamba bij Mieneke van der Velden en Philippe Pierlot, die hij in 2018 afrondde.

Evan bespeelt een barokcello van Jakob Weiss (ca. 1745) die hij genereus in bruikleen heeft gekregen uit de collectie van het Nederlands Muziekinstrumenten Fonds.

Pieter De Praetere

Pieter De Praetere is een Belgische contratenor. Als solist legt hij zich vooral toe op barokmuziek. Daarnaast is hij een veelgevraagde figuur in het muziektheater.

Pieter is geboren in een muzikale familie. Op zijn 10de gaat hij stemvorming volgen bij Pascal Devreese in Ronse. Op zijn 16de trekt hij naar countertenor Steve Dugardin in Antwerpen. Tijdens zijn studies Literatuurwetenschappen aan de Universiteit Gent volgt hij les bij Hilde Coppé. Kort daarna trekt hij naar het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Lena Lootens.

Als solist heeft Pieter een stevig repertoire opgebouwd. Zo vertolkt hij solistenrollen in Messiah van Händel, Stabat Mater van Pergolesi, Gloria van Vivaldi en een aanzienlijk aandeel van cantates, motetten en oratoria van J.S. Bach. Hiermee staat hij op binnen- en buitenlandse podia. Pieter zingt o.a. met de orkesten Musica Gloria, Il Gardellino, B’Rock, BachPlus, Apotheosis … Met Beniamino Paganini en Nele Vertommen van ensemble Musica Gloria werkt hij al enkele jaren intens samen. Samen brachten ze al enkele succesvolle Europese tournees tot stand en ook dit seizoen staan zij samen op binnen – en buitenlandse podia en in de opnamestudio.
In 2024 debuteert Pieter in de opera: in de Reaktorhalle in München zingt hij een hoofdrol in de operacreatie ‘Invitation to a Beheading’ van regisseur Maria Chagina en componist Leon Zmelty. Met het festival Midsummer Mozartiade en Orchestre Royal de Wallonie zingt hij de rol van Farnace in Mozarts ‘Mitridate, Re di Ponte’ in Brussel, Mons en Namur.

Naast zijn werk als klassiek zanger is Pieter een veelgevraagd figuur in het Vlaamse theaterlandschap. Met Muziektheater Broder toert hij al jaren door België met poëtische familievoorstellingen met en over klassieke muziek (Franzerl, Babushka, Seaking…)

Beniamino Paganini

Beniamino Paganini (°1994) heeft al van jongs af aan een passie voor oude muziek. Op 16-jarige leeftijd startte hij aan beide Koninklijke Conservatoria van Brussel, later aan de conservatoria van Leuven en Den Haag. Hij ontving zijn masterdiploma’s voor Traverso (2016), Klavecimbel (2017), Maestro al Cembalo (2019) en een bachelordiploma Musicologie (2018), allen met grote onderscheiding. Hij studeerde traverso bij Barthold Kuijken, Frank Theuns en Jan De Winne, renaissance fluit bij Kate Clark en Patrick Beuckels, klavecimbel bij Frédérick Haas, Fabio Bonizzoni, Kris Verhelst en Maestro al Cembalo bij Patrick Ayrton en musicologie aan de KU Leuven waar hij eveneens het diploma Educatieve master Cultuurwetenschappen behaalde.

Daarnaast treedt hij ook op met claviorganum, orgel en blokfluit. Door de Belgische Muziekpers werd hij uitgeroepen tot Jonge Musicus van het jaar 2020 en Klara selecteerde hem in 2021 als één van de Twintigers. Hij behaalde meerdere eerste prijzen en ontving de ‘Sonderpreis der Jury’ op de Internationale Telemann Wedstrijd (2021).

Beniamino is oprichter en, samen met Nele Vertommen, algemene en artistieke leider van het barokensemble Musica Gloria. Met dit ensemble speelt hij een dertigtal concerten per jaar voor organisaties als AMUZ (BE), Bachfest Leipzig (DE), BOZAR (BE), Concertgebouw Brugge (BE), De Bijloke (BE), Klara (BE), Les Festivals de Wallonie (BE), MA Festival (BE), Musica Antica (NL) en Trigonale Festival (AT). Ook realiseerde hij met Musica Gloria reeds talrijke video-opnames en cd’s

Verder werkt hij samen met vele andere ensembles zoals Il Gardellino, Scherzi Musicali, B’Rock en La Petite Bande in concerten en opnames. 

Nele Vertommen

Nele Vertommen (°1999) werd reeds als 5-jarige geboeid door oude muziek. Hier werd haar al duidelijk dat ze deze muziek ook zelf wilde kunnen spelen.

Enkele jaren later startte ze met hobolessen bij Korneel Alsteens. Wanneer ze na 2 jaar spelen ontdekte dat de prachtige hobo-solo’s uit de Mattheüs-Passie eigenlijk voor de barokhobo geschreven werden, ontstond het idee om barokhoboïste te worden.

Op haar 14de begon ze met zelfstudie voor barokhobo, waarna ze zich op 15-jarige leeftijd studente kon noemen aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, in de klas van Marcel Ponseele. Na een tussenjaar in Den Haag, ontving ze daar haar bachelordiploma met grote onderscheiding. Terug in België voltooide ze haar masterdiploma, eveneens met grote onderscheiding. Kort na haar afstuderen werd ze geselecteerd door Klara om deel uit te maken van hun reeks “De Twintigers”. Omdat ze ook een grote liefde heeft voor vroeger repertoire, werkt ze sinds enkele jaren ijverig aan haar vaardigheden op vroegere dubbelrietinstrumenten.

Samen met haar partner Beniamino Paganini leidt ze Musica Gloria. Dit ensemble treedt op voor organisaties zoals BOZAR (BE), Trigonale (AT), Bachfest Leipzig (DE), AMUZ (BE), Festivals de Wallonie (BE), SHFestival (CZ), Concertgebouw Brugge (BE), TAM Regensburg (DE) en 30CC (BE) en heeft al verschillende cd’s opgenomen. 

Behalve met Musica Gloria, speelt Nele regelmatig met ensembles als Il Gardellino (BE), A Nocte Temporis (BE), La Chapelle Harmonique (FR), Collegium Marianum (CZ), Gli Angeli Genève (CH), Le Poème Harmonique (FR), Utopia Orchestra (DE) en Concerto Köln (DE).