Franz Liszt (1811-1886)

Franz Liszt werd op 22 oktober 1811 geboren in het dorpje Doborjan, in Hongarije, dat toen deel uitmaakte van Oostenrijk. Zijn vader, Adam, was violist, cellist en pianist aan het hof van de invloedrijke familie Esterhazy, waar hij, onder meer, de muziek van Joseph Haydn leerde kennen.

Franz toonde al op heel jonge leeftijd niet alleen belangstelling, maar ook een sterke begaafdheid in de muziek. Op zijn zevende kreeg hij pianolessen van zijn vader. Op zijn achtste begon hij de basisprincipes van de compositie toe te passen en op zijn negende trad hij reeds in het publiek op.

Zijn eerste concert was een zodanig overweldigend succes dat Adam Franz voorstelde aan het hof van de Esterhazy’s voor een tweede concert, gevolgd door een derde voor de Hongaarse adel. Het pianospel van de jonge Liszt liet een zodanige indruk na, dat hij een studiebeurs kreeg, wat hem in staat stelde om in Wenen pianolessen te volgen bij Carl Czerny, ooit nog leerling van Ludwig van Beethoven. Hij volgde ook compositieleer bij Ferdinando Paer en, zij het vrij kort, Antonio Salieri

Zijn debuut in Wenen, in december 1822, was een zodanig succes dat het de deuren voor hem opende bij de Oostenrijkse aristocratie. Ook zou hij toen kennis hebben gemaakt met Franz Schubert.

Parijs

In 1823 gaf hij al zijn laatste concert in Wenen. Daarbij was Beethoven uitgenodigd, maar naar verluid omdat hij het niet zo op wonderkinderen had, weigerde hij te komen. Mogelijk speelde het feit dat Beethoven steeds zeldzamer in het publiek kwam, wat deels met zijn doofheid te maken had, hierin ook een rol. Wel zou er een private ontmoeting tussen Beethoven en Liszt plaats hebben gevonden alvorens deze laatste, op advies van Czerny, naar Parijs vertrok om er aan het Conservatorium verder te studeren. Daar werd hij echter geweigerd omdat hij, wonderkind of niet, een buitenlander was!

Toch hield dit de amper twaalf-jarige Liszt niet tegen om in Parijs op te treden en ook daar oogstte hij het ene succes na het andere. Het jaar daarna, in 1824, trok Liszt met zijn vader door Engeland en trad hij op voor koning George IV. Aan deze muzikale triomftocht kwam abrupt een einde wanneer Liszt, uitgeput door het hectische leven en door de dood van zijn vader in 1827 in een depressie terecht kwam.

Om in het onderhoud van zijn moeder en zichzelf te voorzien, richtte Liszt zich op het lesgeven. Het leverde hem zijn eerste gebroken hart op, wanneer hij verliefd werd op Caroline de Saint-Cricq, één van zijn leerlingen, en haar vader een eind maakte aan hun relatie. Het bracht hem in een nog diepere depressie waaruit hij, bijna letterlijk, werd opgeschud door het uitbreken van de tweede Franse Revolutie in 1830.

Franz Liszt in 1867
Franz Liszt in 1867

Terugkeer naar het podium

In de nadagen van de revolutie, werd Liszt het middelpunt van een groep musici, waaronder Frédéric ChopinHector Berlioz en Nicolo Pagannini. Het was nadat hij een optreden van Pagannini had bijgewoond dat Liszt besliste om een even groot virtuoos op piano te worden als Pagannini op viool. 

Omstreeks 1833 stelde Chopin Liszt voor aan de gravin Marie d’Agoult, bekend als schrijfster en geschiedkundige onder het pseudoniem Daniel Stern. Hoewel de gravin getrouwd was en al twee kinderen had, begon Liszt een relatie met haar. Samen hadden ze 3 kinderen, waaronder de tweede dochter, Cosima die later met Richard Wagner zou trouwen. Gedurende enkele jaren leefde het koppel samen in Zwitserland, maar al snel lonkte het podium en in 1837 trok Liszt opnieuw op tournee.

Wanneer zijn come back tournee hem terug naar Wenen bracht, werd hij daar met nog meer enthousiasme ontvangen dan jaren voordien als het nieuwe wonderkind. Overigens had Liszt niet alleen succes op het podium, met zijn donkere uiterlijk was hij ook bij de dames erg geliefd. Zijn langdurige afwezigheden en de vele affaires die hij erop nahield, leidden in 1844 uiteindelijk tot een breuk met Marie d’Agoult.

Naar een rustiger leven

Niet dat Liszt lang alleen bleef. Enkele jaren later begon hij een affaire met de Poolse Caroline zu Sayn-Wittgenstein, die al enige tijd gescheiden van haar echtgenoot leefde. Het resulterende schandaal droeg alleen maar bij aan zijn populariteit.

Onder impuls van Sayn-Wittgenstein, legde Liszt zich meer en meer toe op de compositie. Wellicht had ze haar conclusies getrokken uit de vorige relatie van haar partner, en probeerde ze hem op deze manier uit het bed van menig aanbidster weg te houden. Hoe dan ook was dit de start van een periode waarin Liszt het ene werk na het andere schreef, waaronder het beroemde Liebestraum in 1850.

Het koppel verhuisde naar Weimar, waar Liszt Kapellmeister werd aan het hertogelijk hof. Daar gaf hij ook pianolessen, onder meer aan zijn toekomstige schoonzoon Wagner. 

Wanneer in 1859 ook zijn relatie met Sayn-Wittgenstein fout liep en twee van zijn kinderen kort na elkaar overleden, zocht Liszt troost in het geloof. Hij werd monnik en trok zich terug in een klooster nabij Rome, en richtte zich op de compositie van religieuze muziek. Ook nu bleek de roep van de muziek echter sterk genoeg om Liszt uit zijn isolement te halen. De laatste twee decennia van zijn leven reisde de componist vaak tussen Rome, Hongarije en Weimar.

Het was op één van deze reizen naar Bayreuth, om een uitvoering van werk van Wagner bij te wonen, in 1886 dat Liszt ziek werd. Hij overleed er op 31 juli van dat jaar, officieel aan een longontsteking, maar deze doodsoorzaak wordt door sommige biografen in twijfel getrokken.

Tijdens zijn leven maar ook na zijn dood, werd Liszt gevierd als één van de meest virtuoze pianospelers in de geschiedenis van de Westerse klassieke muziek. Zijn immense oeuvre bestaat uit tal van originele pianowerken, maar ook aan transcripties voor piano van werken van andere componisten, waaronder Wagner, Händel, Berlioz, Beethoven en vooral Schubert.

Zijn liefde voor zijn geboorteland Hongarije kwam tot uiting in tal van zijn werken, waaronder de Hongaarse Rapsodieën. In zijn composities streefde hij naar een meer theatrale, literaire muziek en was als dusdanig de voorloper van componisten als Debussy en Bartok. Ook de dag van vandaag behoren de werken van Liszt tot het geliefde repertoire bij menig concert. 

(Bronnen: Wikipedia | Liszt, De Klassiek Muziek Collectie nr. 18, De Agostini 1995)