Witold Lutoslawski (1913-1994)

Witold Lutoslawski was een Poolse componist en dirigent uit de 20ste eeuw die zowel met Poolse volksmuziek, de 12-tonen theorie als andere muziekvormen experimenteerde.

Witold Roman Lutoslawski werd geboren op 25 januari 1913 in Warschau. Zijn beide ouders, Jozef en Maria Olszewska, stamden af van landadel en waren grootgrondbezitters. Jozef was ook politiek actief in Polen en streefde naar een hereniging van zijn land, waarvan delen door Duitsland en andere delen door Rusland bezet waren. 

Tussen twee wereldoorlogen

Wanneer Rusland zich in de Eerste Wereldoorlog inmengde, vluchtten de Lutoslawski’s in 1915 naar Moskou. Deze beslissing zou voor het gezin rampzalig worden. Amper twee jaar later, in 1917, namen de bolsjewieken immers de macht over in Rusland en daarbij werden Jozef Lutoslawski en zijn broer Marin, die ook in Moskou politiek actief waren gebleven, gearresteerd. In september 1918, daags voor hun geplande rechtszaak en kort nadat de toen 5-jarige Witold zijn vader nog had mogen bezoeken, werden Jozef en zijn broer Marin door een vuurpeloton ter dood gebracht.

Maria bleef zo goed als alleen met haar kinderen achter, en trachtte zo snel mogelijk naar Polen terug te keren. Wanneer dat eindelijk kon, kwam ze tot de vaststelling dat het gros van de familiebezittingen verloren waren gegaan. Verschillende familieleden namen hierop de jonge Witold onder hun vleugels. Vooral Kazimierz Lutoslawski, een halfbroer van Jozef, zou hierbij een bijzondere rol gaan spelen in de opvoeding van Witold.

Vanaf zijn 6de volgde hij gedurende 2 jaar pianolessen, een studie die hij vanaf zijn 11de opnieuw hervatte. Het jaar daarna, in 1925, volgde hij ook vioollessen en op zijn 18de trok hij naar de universiteit om wiskunde te studeren. Tegelijk zette hij ook zijn muziekstudies verder en daarbij werd hem steeds meer duidelijk dat zijn belangstelling vooral uitging naar de muziek. In 1934 behaalde hij zijn diploma voor piano en in 1937 voor compositie aan de Universiteit van Warschau.

Ook tijdens zijn legerdienst kon Lutoslawski verder blijven componeren. Uit deze periode dateren zijn Symfonische Variaties, die op 9 maart 1939 in première gingen. Niet lang daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit, en kon de componist zijn plan om zich in Parijs verder in de muziek te bekwamen, niet doorzetten. Hij werd, samen met andere Poolse soldaten bij het begin van de oorlog gevangen genomen, maar kon onderweg naar het krijgsgevangenkamp ontsnappen.

Na een 400km lange wandeling terug naar Warschau, trof Lutoslawski een bezette stad aan. De nazi-bezetters hadden een verbod uitgevaardigd op georganiseerde bijeenkomsten, wat het onmogelijk maakte om concerten te organiseren. Dus ging de jonge componist en pianist aan de slag als muzikant in een lokaal café. De muziek die hij bracht bestond vooral uit arrangementen van bestaande stukken, waaronder zijn eigen Variaties op een Thema van Paganini en dit ondanks een verbod om Poolse muziek te spelen.

Witold Lutoslawski
Witold Lutoslawski aan de piano.

In 1944, kort voor de opstand in Warschau uitbrak, ontvluchtte Lutoslawski, samen met zijn moeder de stad. Tijdens de vernieling van de stad die daarop volgde, is de grote meerderheid van de werken die de componist tot dan had geschreven, verloren gegaan.  Van de meer dan 200 arrangementen die hij tijdens de oorlogsjaren had geschreven, wist Lutoslawski er slechts enkele te redden.

'Socialistisch realisme'

Pas het volgende jaar, na de oorlog, keerde de componist terug naar een Warschau dat door de oorlog was vernield en door de Sovjets werd bezet.

In 1946 trad hij in het huwelijk met Danuta Bogulslawska, die ook zijn levenslange medewerkster werd. Om zijn gezin te onderhouden, schreef Lutoslawski verschillende ‘functionele’ werken, waaronder een aantal études voor piano. Tegelijk werkte hij verder aan zijn Symfonie nr. 1, waaraan hij in 1941 begonnen was en waarvan hij enkele delen had kunnen redden. Het werk ging uiteindelijk op 1 april 1948 in wereld-première.

De Poolse overheid, echter, was niet meteen een liefhebber van de non-conformistische, innovatieve stijl van Lutoslawski, en zijn werken werden eerder geweerd. Onder druk van Stalin in de Sovjet-Unie, immers, werd immers ook in Polen het zogenaamde ‘socialistische realisme’ ingevoerd, een set van strakke regels waaraan ‘kunst’ moest voldoen om zo de ‘socialistische’ idealen -lees: de Stalin dictatuur- te verheerlijken. Voor Lutoslawski betekende dit dat hij een compromis moest sluiten, en enerzijds wél de muziek bleef componeren zoals hij het zélf zag, maar anderzijds dat hij ook verder ‘functionele’ muziek bleef schrijven, muziek die niet aan zijn normen voldeed, maar waardoor hij wel ene bron van inkomsten had. Hij was er dan ook niet zo gelukkig mee wanneer hij in 1954 een prijs won met één van die ‘functionele’ stukken.

Internationale doorbraak en erkenning

Met het overlijden van Stalin in 1953, werden de regels die het Poolse regime aan de kunstenaars oplegde, stilaan versoepeld. Tegen 1956 was het klimaat zodanig ontdooid dat er in Warschau een nieuw tweejaarlijks festival van hedendaagse muziek van start ging. Bij de tweede editie, in 1958, vond er de première van Lutoslawski’s Musique funèbre plaats, een stuk waaraan hij in 1954 al was beginnen schrijven naar aanleiding van de 10de verjaardag van het overlijden van Bela Bartok.

Het was met de Musique funèbre en zijn baanbrekende gebruik van harmonie en het contrapunt, dat Lutoslawski ook internationale bekendheid kreeg. Hij ging verder in de ontwikkeling van zijn eigen stijl, en introduceerde het concept van ‘willekeurigheid’ in het precieze samenspel. Dit houdt in dat, op aangeven van de dirigent, bepaalde instrumenten al naar een volgend deel in de muziek gaan, of een vorig, of gewoon stoppen met spelen. Hoewel dit ‘willekeurig’ lijkt, is het nog steeds de componist die in zijn partituur aangeeft wat mogelijk is. Op die manier creëert de componist een verrassend geheel waarin de luisteraar regelmatig wat nieuws kan ontdekken.

De internationale belangstelling voor zijn werk verdiende Lutoslawski in 1963 een commissie voor de Muziek Biënnale van Zagreb. Het was de eerste keer dat de componist ook in het buitenland werd gevraagd. Dit droeg bij aan zijn verdere internationale doorbraak. In 1965 volgde de uitvoering van zijn liederencyclus Quatre tapisseries pour la Châtelaine de Vergi op het Aldeburgh Festival, een festival in het Verenigd Koninkrijk dat door Benjamin Britten was opgericht. 

Tijdens de tweede helft van de jaren ’60 brak er onrust uit in Polen, onder meer door de rol van de Poolse troepen in het neerslaan van de Praagse lente. Hoewel hij het zelf zo niet zag, zou deze onrust, wellicht samen met het feit dat zijn moeder in 1967 was overleden, een impact gehad hebben op de werken die hij in die periode componeerde. Dit is vooral merkbaar in zijn Cello Concerto, dat hij componeerde voor de beroemde cellist Rostropovitsj, die zelf een felle tegenstander was van het Sovjet regime in de Sovjet-Unie. 

Het zou niet de laatste keer zijn dat de politieke situatie in zijn land een invloed had op het werk van Lutoslawski. Tussen 1981 en 1989 wees hij uit solidariteit met de beweging Solidarnosc van Lech Walesa, elk muzikaal engagement af. Hij weigerde ook naar het ministerie te gaan en vermeed zo veel mogelijk contact met de ministers van de toenmalige regering. In deze periode componeerde Lutoslawski wel nog een aantal werken, en won hij de Grawemeyer Prize van de  University of Louisvill waar niet alleen heel wat prestige maar ook een interessante som geld aan gekoppeld waren.

Nalatenschap

Na de val van het communistische regime, bleef Lutoslawski, ondanks zijn toch al wel wat gevorderde leeftijd, niet alleen verder componeren, hij reisde ook regelmatig naar het buitenland voor uitvoeringen van zijn muziek. In 1993 werd zijn vierde symfonie uitgevoerd in Los Angeles. Niet zo lang daarna, in het begin van 1994, kreeg hij van de dokters te horen dat hij een ver gevorderde kanker had. Een operatie begin maart zwakte de toen al 81-jarige componist zodanig af dat hij op 7 februari overleed. 

De innoverende stijl van Lutoslawski, waardoor hij de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog eerder geboycott werd, heeft er voor gezorgd dat Lutoslawski na zijn dood als één van de belangrijkste 20ste eeuwse componisten wordt beschouwd. Hij doorbrak de ‘regels’ en verlegde daarbij de grenzen van de westerse klassieke muziek. Hoewel een deel van zijn oudere composities tegen het eende van de Tweede Wereldoorlog verloren is gegaan, liet Lutoslawski ons 4 symfonieën na, een Cello Concerto, Variaties op een thema van Paganini en tal van andere werken. Ook de impact op zijn tijdgenoten en opvolgers mag niet onderschat worden en blijft tot op de dag van vandaag componisten inspireren.

(Bronnen: Wikipedia | Geni.com)

Compagnie Trespugliese

Het gezelschap Trespugliese bestaat uit de Argentijnse tangodansers Sebastian Ovejero, oorspronkelijk afkomstig uit het noordwesten van Argentinië, en Marie Quilly, die opgroeide in Bretagne.
Na ongeveer tien jaar in Spanje te hebben gewoond, besloten Sebastian en Marie zich in Frankrijk te vestigen terwijl ze hun tournees voortzetten met verschillende muziekgroepen in Spanje en Frankrijk, maar ook in Portugal, Rusland, Israël en Argentinië.
Ze deelden onder meer het podium met gitarist Lakmal Peiris in Madrid of met Proyecto Tamgú tijdens het Granada International Tango Festival (Spanje). Ze hebben La Porteña Tango Trío meerdere malen begeleid op internationale tournees. Ze werkten samen met de alternatieve tangogroep Galeon Tango en met het Théâtre équestre de Bretagne.
Momenteel worden ze opgemerkt op de Franse podia als dansers van het klassieke muziekduo Fortecello en het tangotrio Fortecello Project.

Ze bieden ook verschillende dansshows aan die zijn aangepast aan alle soorten publiek, ruimtes en logistiek, en bieden regelmatig workshops en cursussen aan voor verschillende tangostructuren en festivals in Frankrijk en elders.

Carmela Delgado

Carmela Delgado werd in 1991 in Parijs geboren en studeerde aan het Conservatorium van Gennevilliers en in Argentinië. Ze treedt op in gerenommeerde concert- en operahuizen, waaronder Straatsburg, Mulhouse en Rennes, en speelt tangomuziek zoals “Maria de Buenos Aires” en “MisaTango”. Ze werkt samen met ensembles als L’Orchestre de Bretagne en L’Orchestre Lutetia.

Internationaal trad ze op in Praag met “Maria de Buenos Aires”. In Argentinië werkte ze met muzikanten als Ramiro Gallo en Rudi Flores. Carmela focust op tango en improviseert en speelt kamermuziek in diverse ensembles zoals Cuarteto Lunares en EOS.

Ze onderzoekt Argentijnse folklore en flamenco, werkt samen met haar vader Manuel Delgado, en tourde in 2018 door China met het Franse chanson-ensemble Canaille de Panam. Carmela doceert bandoneon aan het Conservatorium Edgard-Varèse en geeft masterclasses op festivals als Tango de Tarbes en het International Institute for World Music.

Philippe Argenty

Philippe Argenty gaat in 2000 naar de Muziekacademie en verhuist in 2003 naar Parijs om zich op muziek en piano te concentreren. In 2005 begint hij aan het Conservatori Superior de Música van Liceu in Barcelona, waar hij in 2011 afstudeert met een diploma in “Piano Performance” en de hoogste onderscheiding krijgt voor zijn uitvoering van Liszts 2e Pianoconcert.

In 2005 wint hij de 2e prijs op het Grand Concours International de Piano in Parijs. Sinds 2004 treedt hij op in verschillende landen, zowel solo als in kamermuziek. In 2011 gaat hij op tournee met het Barcelona-orkest “ConjuntXXI” en speelt het Liszt 2e Pianoconcert. Hij treedt op bij diverse festivals en speelt in formaties zoals Duo Fortecello en NonStop Tango Trio.

Sinds 2016 organiseert hij festivals en muziekseizoenen, waaronder “Les Clés du Classique” en “Saint Savin Piano & Master Classes Festival”. In 2017 treedt hij toe tot de raad van het Festival Pablo Casals in Prades en is sinds 2008 artistiek manager van Les Clés du Classique. In 2015 is hij jurylid bij de Festival Art Duo in Praag.

Met Anna Mikulska (Duo Fortecello) bracht hij albums uit: “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze tourden door Europa, China en de VS. Met Duo Fortecello werkt hij aan het “Music for All” programma en coacht hij jonge artiesten.

Anna Mikulska

Anna Mikulska-Argenty begon haar muziekstudie op zesjarige leeftijd. In 2005 startte ze aan de Muziekacademie in Krakau en studeerde later aan de Ecole Normale de Musique in Parijs. Ze kreeg advies van bekende cellisten zoals Anner Bylsma en Arto Noras. In 2010 behaalde ze een Master’s degree en een Cello Aptitude Certificate.

Sinds 2005 speelt ze solo met verschillende orkesten, zoals het Symfonieorkest van de Muziekacademie van Krakau en het Young Philharmonic Orchestra. Ze speelde in het Cracow Royal Quartet en vormde in 2011 het Quator Volubilis. Ze trad ook op met Nigel Kennedy’s “Orchestra of Life” en tourde door Europa.

Sinds haar verhuizing naar Frankrijk werkt ze samen met het Limoges and Limousin Orchestra en het orkest van Soirées Lyriques in Sanxay. Ze specialiseerde zich in kamermuziek met formaties zoals Duo Fortecello en Trio Gatti. Haar albums met pianist Philippe Argenty omvatten “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze gingen op tournee in Europa, China en de VS.

Sinds 2015 is ze co-directeur van festivals in Frankrijk en lid van de bestuursraad van het Pablo Casals Festival. Met Duo Fortecello werkt ze aan het “muziek voor iedereen” programma, dat klassieke muziek naar kleine dorpen, ziekenhuizen en scholen brengt. Daarnaast coacht ze jonge artiesten.

Pierre Vopat

Pierre Vopat werd geboren in Luik en studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Shirly Laub en haar assistenten Frédéric d’Ursel en Kerstin Hoelen. Ook kreeg hij de kans om een ​​jaar te studeren bij de beroemde violist Lorenzo Gatto.
Sinds 2014 is hij lid van de Young Belgian Strings en kreeg hij de gelegenheid om meerdere jaren op rij bij het NJO te spelen. Hij speelde ook met het Wiener Jeugdorkest, het Oostenrijkse Jeugdorkest en het Aurora Symphony Orchestra in Stockholm.
Hij is de winnaar van verschillende wedstrijden in België zoals Belfius Classics, Horlait-Dapsens en Maurice Lefranc. Momenteel bouwt Pierre een muzikale carrière op in België, met name binnen verschillende symfonische orkesten, terwijl hij een zeer intense activiteit in de kamermuziek behoudt.

Jungbin Lim

Jungbin Lim werd geboren in Zuid-Korea. In 2009 studeerde ze met grote onderscheiding af aan de Ewha Women’s University in Seoul, waar ze een leerling was van Young Lim Ham en Sun-gyu Kim.
Ze bracht haar passie voor piano tijdens verschillende concerten met het Korean Catholic Symphony and Chamber Orchestra (2009-2013). Daarnaast begeleidde ze het Accel Youth Orchestra, het Goyang Chamber Orchestra en het Pilgrim Choir.
Sinds september 2016 woont Jungbin Lim in België, waar ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, onder leiding van Boyan Vodenitcharov, waarna ze begeleiding en kamermuziek studeerde.
Momenteel combineert ze haar werk aan het Koninklijk Conservatorium Brussel als begeleider van de celloklas en haar passie voor kamermuziek in het Trio Memento.

Álvaro Quintero

Álvaro Quintero werd geboren in Colombia. Hij begon zijn muziekstudie aan het Tolima Conservatorium in zijn geboortestad en vervolgde zijn muzikale opleiding in Venezuela als deel van het beroemde El Sistema-project, waar hij de kans kreeg om in verschillende orkesten te spelen onder leiding van Gustavo Dudamel.
In 2012 begon hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Didier Poskin. Vervolgens studeerde hij kamermuziek, wat hem ertoe aanzette om concerten te geven in België en Frankrijk.
Momenteel combineert hij muziekonderwijs als onderdeel van een sociaal-muzikaal project in Brussel met concerten met verschillende ensembles in België, waaronder het Trio Memento.

Marco Mantovani

Marco Mantovani werd in Mantova geboren en studeerde af er aan het conservatorium onder leiding van Antonio Pulleghini met de hoogste cijfers en onderscheidingen. Daarna studeerde hij drie jaar bij Andrea Lucchesini aan “Scuola di Musica di Fiesole”  in Firenze, waar hij cum laude afstudeerde. Hij behaalde zijn Master in ‘Piano Performance’ (2017) en zijn ‘Postgraduate’ diploma (2018), beide met de hoogste onderscheiding, aan het Koninklijk Conservatorium Brussel in de klas van Aleksandar Madzar. In 2017 ontving hij van het Conservatorium de prijs ‘Ingeborg Köberle’ als ‘meest veelbelovende student van het jaar’. Fundamenteel voor zijn artistieke ontwikkeling, zijn ook de adviezen geweest die hij kreeg van de beroemde Portugese pianiste Maria João Pires.

Zijn repertoire reikt van Bach tot Hedendaagse muziek. Zijn passie voor kamermuziek drijft hem ertoe om regelmatig met verschillende musici op te treden en hij is stichtend lid van het “Egmont Chamber Music” ensemble.

Marco Mantovani is assistent-professor piano aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, pianoprofessor aan het Conservatoire de Pantin in Parijs en doctoraatsonderzoeker aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en de Vrije Universiteit Brussel in het ‘Doctoraat in de Kunsten’.

Evan Buttar

Evan Buttar heeft een gevarieerde en internationale carrière als uitvoerend musicus op zowel de barokcello als de viola da gamba. Hij heeft opgetreden met groepen als het Orkest van de Achttiende Eeuw, Le Concert des Nations, Ensemble Zefiro, PRJCT Amsterdam en Wrocław Baroque Orchestra, en speelt regelmatig met verschillende ensembles, waaronder het Luthers Bach Ensemble, Musica Gloria, Das Neue Mannheimer Orchester en het Butter Quartet, een historisch geïnformeerd strijkkwartet waarvan hij een van de oprichters is. Zijn kamer- en orkestervaringen hebben hem op internationale podia gebracht op talloze festivals, waaronder het Utrecht Early Music Festival, het MA Festival Brugge, Mozartfest Würzburg, Festival Berlioz, Chopin and his Europe Festival, het Innsbruck Festival of Early Music, de Beethoven Academy in Wrocław en de String Quartet Biennale Amsterdam.

Evan begon op jonge leeftijd met muziek maken in Vancouver, Canada. Na het behalen van een bachelordiploma moderne cello aan de Universiteit van Ottawa in 2014, inspireerde zijn fascinatie voor historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijken hem om naar Nederland te verhuizen, waar hij momenteel woont. Daar behaalde hij in 2016 een masterdiploma barokcello bij Jaap ter Linden aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en datzelfde jaar begon hij daar aan een tweede masterstudie op de viola da gamba bij Mieneke van der Velden en Philippe Pierlot, die hij in 2018 afrondde.

Evan bespeelt een barokcello van Jakob Weiss (ca. 1745) die hij genereus in bruikleen heeft gekregen uit de collectie van het Nederlands Muziekinstrumenten Fonds.

Pieter De Praetere

Pieter De Praetere is een Belgische contratenor. Als solist legt hij zich vooral toe op barokmuziek. Daarnaast is hij een veelgevraagde figuur in het muziektheater.

Pieter is geboren in een muzikale familie. Op zijn 10de gaat hij stemvorming volgen bij Pascal Devreese in Ronse. Op zijn 16de trekt hij naar countertenor Steve Dugardin in Antwerpen. Tijdens zijn studies Literatuurwetenschappen aan de Universiteit Gent volgt hij les bij Hilde Coppé. Kort daarna trekt hij naar het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Lena Lootens.

Als solist heeft Pieter een stevig repertoire opgebouwd. Zo vertolkt hij solistenrollen in Messiah van Händel, Stabat Mater van Pergolesi, Gloria van Vivaldi en een aanzienlijk aandeel van cantates, motetten en oratoria van J.S. Bach. Hiermee staat hij op binnen- en buitenlandse podia. Pieter zingt o.a. met de orkesten Musica Gloria, Il Gardellino, B’Rock, BachPlus, Apotheosis … Met Beniamino Paganini en Nele Vertommen van ensemble Musica Gloria werkt hij al enkele jaren intens samen. Samen brachten ze al enkele succesvolle Europese tournees tot stand en ook dit seizoen staan zij samen op binnen – en buitenlandse podia en in de opnamestudio.
In 2024 debuteert Pieter in de opera: in de Reaktorhalle in München zingt hij een hoofdrol in de operacreatie ‘Invitation to a Beheading’ van regisseur Maria Chagina en componist Leon Zmelty. Met het festival Midsummer Mozartiade en Orchestre Royal de Wallonie zingt hij de rol van Farnace in Mozarts ‘Mitridate, Re di Ponte’ in Brussel, Mons en Namur.

Naast zijn werk als klassiek zanger is Pieter een veelgevraagd figuur in het Vlaamse theaterlandschap. Met Muziektheater Broder toert hij al jaren door België met poëtische familievoorstellingen met en over klassieke muziek (Franzerl, Babushka, Seaking…)

Beniamino Paganini

Beniamino Paganini (°1994) heeft al van jongs af aan een passie voor oude muziek. Op 16-jarige leeftijd startte hij aan beide Koninklijke Conservatoria van Brussel, later aan de conservatoria van Leuven en Den Haag. Hij ontving zijn masterdiploma’s voor Traverso (2016), Klavecimbel (2017), Maestro al Cembalo (2019) en een bachelordiploma Musicologie (2018), allen met grote onderscheiding. Hij studeerde traverso bij Barthold Kuijken, Frank Theuns en Jan De Winne, renaissance fluit bij Kate Clark en Patrick Beuckels, klavecimbel bij Frédérick Haas, Fabio Bonizzoni, Kris Verhelst en Maestro al Cembalo bij Patrick Ayrton en musicologie aan de KU Leuven waar hij eveneens het diploma Educatieve master Cultuurwetenschappen behaalde.

Daarnaast treedt hij ook op met claviorganum, orgel en blokfluit. Door de Belgische Muziekpers werd hij uitgeroepen tot Jonge Musicus van het jaar 2020 en Klara selecteerde hem in 2021 als één van de Twintigers. Hij behaalde meerdere eerste prijzen en ontving de ‘Sonderpreis der Jury’ op de Internationale Telemann Wedstrijd (2021).

Beniamino is oprichter en, samen met Nele Vertommen, algemene en artistieke leider van het barokensemble Musica Gloria. Met dit ensemble speelt hij een dertigtal concerten per jaar voor organisaties als AMUZ (BE), Bachfest Leipzig (DE), BOZAR (BE), Concertgebouw Brugge (BE), De Bijloke (BE), Klara (BE), Les Festivals de Wallonie (BE), MA Festival (BE), Musica Antica (NL) en Trigonale Festival (AT). Ook realiseerde hij met Musica Gloria reeds talrijke video-opnames en cd’s

Verder werkt hij samen met vele andere ensembles zoals Il Gardellino, Scherzi Musicali, B’Rock en La Petite Bande in concerten en opnames. 

Nele Vertommen

Nele Vertommen (°1999) werd reeds als 5-jarige geboeid door oude muziek. Hier werd haar al duidelijk dat ze deze muziek ook zelf wilde kunnen spelen.

Enkele jaren later startte ze met hobolessen bij Korneel Alsteens. Wanneer ze na 2 jaar spelen ontdekte dat de prachtige hobo-solo’s uit de Mattheüs-Passie eigenlijk voor de barokhobo geschreven werden, ontstond het idee om barokhoboïste te worden.

Op haar 14de begon ze met zelfstudie voor barokhobo, waarna ze zich op 15-jarige leeftijd studente kon noemen aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, in de klas van Marcel Ponseele. Na een tussenjaar in Den Haag, ontving ze daar haar bachelordiploma met grote onderscheiding. Terug in België voltooide ze haar masterdiploma, eveneens met grote onderscheiding. Kort na haar afstuderen werd ze geselecteerd door Klara om deel uit te maken van hun reeks “De Twintigers”. Omdat ze ook een grote liefde heeft voor vroeger repertoire, werkt ze sinds enkele jaren ijverig aan haar vaardigheden op vroegere dubbelrietinstrumenten.

Samen met haar partner Beniamino Paganini leidt ze Musica Gloria. Dit ensemble treedt op voor organisaties zoals BOZAR (BE), Trigonale (AT), Bachfest Leipzig (DE), AMUZ (BE), Festivals de Wallonie (BE), SHFestival (CZ), Concertgebouw Brugge (BE), TAM Regensburg (DE) en 30CC (BE) en heeft al verschillende cd’s opgenomen. 

Behalve met Musica Gloria, speelt Nele regelmatig met ensembles als Il Gardellino (BE), A Nocte Temporis (BE), La Chapelle Harmonique (FR), Collegium Marianum (CZ), Gli Angeli Genève (CH), Le Poème Harmonique (FR), Utopia Orchestra (DE) en Concerto Köln (DE).