1812 Ouverture van Tsjaikovski

De 1812 Ouverture, of voluit Het Jaar 1812, Plechtige Ouverture, is wellicht het  beroemdste werk van de Russische componist Piotr Ilitsj Tsjaikovski. Nochtans was Tsjaikovski zelf niet zo tevreden over het stuk. In een brief aan zijn pennenvriendin von Meck schreef hij dat het een zeer luid stuk was, met weinig liefde geschreven en dat het bijgevolg ook geen artistieke waarde  kon hebben. 

Achtergrond van de 1812 Ouverture

Om de achtergrond van deze 1812 Ouverture te kaderen, moeten we wat verder terug in de tijd, meer bepaald naar het najaarvan het jaar … 1812. Dat is het jaar dat het Franse leger van Napoleon, na een zeer moeizame overwinning op het Russische leger en een kortstondige bezetting van Moskou, de terugtocht moest blazen. Een terugtocht waarbij honger, vrieskou, ziekte en de constante aanvallen door de kozakken het gedemoraliseerde leger uitdunde tot ongeveer 1/10 van haar oorspronkelijke macht. 

De Russen hadden hun aanvankelijke nederlaag, met behulp van de ‘verbrande aarde’ tactiek en ‘generaal winter’, in een verpletterende overwinning weten om te zetten, en om dit te vereeuwigen beval tsaar Alexander I de bouw van een nieuwe kathedraal in Moskou, de Kathedraal van Christus de Verlosser.

1812 Ouverture: Opus 49

Genre: Orkestraal

Componist: Piotr Ilitsj Tsjaikovski

Compositiejaar: 1880

Première: Moskou, 20 augustus 1882

1812 Ouverture van Tsjaikovski
Schilderij uit 1874 dat de rampzalige terugtocht van de Franse troepen voorstelt.

Onder meer door een volledig herontwerp, waarbij uiteindelijk voor een Russische stijl werd gekozen, deels geïnspireerd op de Hagia Sofia in Istanboel, begon de effectieve bouw pas in 1839. Het zou echter nog tot 1880 duren vooraleer het einde van de werken in zicht begon te komen, en daarbij hoopte men tegen 1882, 70 jaar na de Franse nederlaag, de kathedraal in gebruik te kunnen nemen. Met dat jaar in gedachte kreeg Tsjaikovski, op aangeven van zijn vriend Nikolaj Rubinstein, de opdracht om voor deze gelegenheid gepaste muziek te schrijven. Op 12 oktober 1880 ging de componist zonder al te veel enthousiasme aan de slag, en zes weken later was de 1812 Ouverture reeds klaar.

Voor de première was het nog wachten tot 20 augustus 1882. Voor de uiteindelijke inwijding van de kathedraal, was het nog wachten tot 26 mei 1883.

Fanfare, slagwerk en kanonnen

Zoals Tsjaikovski het zelf al zei, deze ouverture is, ondanks haar relatief stille begin, een zeer luid werk, waarbij koperblazers, slagwerk en houtblazers aan de militaire achtergrond van het werk herinneren en de strijkers voor de weemoed instaan.

Het stuk begint met de eenvoudige Russische melodie van het Heilig Kruis-gebed, gespeeld door cello’s en altviolen. Dit vertegenwoordigt het Russische volk dat bidt voor een einde aan de invasie. 

Het Franse volkslied, de Marseillaise mengt zich in de Russische muziek, een symbool voor het oprukkende Franse leger dat de strijd met het Russische aangaat. Vijf kanonschoten en een steeds meer aanwezig Marseillaise markeren de slag bij Borodino, waar de troepen van Napoleon de overwinning behaalden. Een overwinning die van korte duur was, echter, en de langzame afdaling in de muziek kort na deze eerste climax, geeft dan ook aan dat het Franse leger aan haar terugtocht begint, temidden ijzige winterwinden. 

Bij het afsluiten van deze passage keert het openingsmotief terug, wellicht als een echo van verhoorde gebeden. De grootschalige finale wordt bekroond met nog eens elf kanonschoten, rinkelende bellen -het antwoord van God op de smeekbeden van het begin van de ouverture- en het triomfantelijke volkslied van het Russische keizerrijk.

Waar Tsjaikovski zelf de 1812 Ouverture niet meteen een warm hart toedroeg, getuigt ze wel van het kunnen van de componist. Als geen ander weet hij het geweld en het drama van oorlog weer te geven met muziek, waarbij de ogenschijnlijk chaotische mix van het Franse volkslied en Russische muziek de chaos van een slagveld perfect symboliseert. De muzikale climaxen en doordringende kanonschoten creëren een indrukwekkende atmosfeer, waarbij de componist op meesterlijke wijze historische gebeurtenissen tot leven brengt in deze onvergetelijke ouverture. 

(Bron: Wikipedia)