Canticum Canticorum

Gebaseerd op het Hooglied, dat aan de bijbelse koning Salomon uit het Oude Testament wordt toegeschreven, is Canticum Canticorum  een cyclus van 29 motetten die Giovanni Pierluigi da Palestrina in 1584 componeerde. Dit werk uit de late  renaissance, dat oorspronkelijk Motettorum – Liber Quartus heette, is één van Palestrina’s grootste collecties van sacrale motetten.

Canticum Canticorum

Genre: Sacraal

Componist: Giovanni Pierluigi da Palestrina

Compositiejaar: 1584

De tekst is in het Latijn en wordt doorgaans geïnterpreteerd als een allegorie die de relatie tussen man en vrouw gebruikt om de relatie tussen God en de gelovigen te beschrijven. De tekst gebruikt bijna overal het zinnebeeld van de aardse liefde, waarbij het verloop van het gedicht het verloop van hofmakerij tot consummatie van de relatie volgt.

Palestrina’s oorspronkelijke zetting van de tekst is gescoord voor 5 stemmen, waarbij de tenor-, alt- en sopraanstemmen in sommige delen twee keer vertegenwoordigd zijn. Geheel gebruikelijk voor zijn tijd, liet de grootmeester heel wat ruimte voor de uitvoerende muzikanten om de invulling van die stemmen zelf te interpreteren.

Muziekhistorici nemen aan dat Palestrina Canticum Canticorum componeerde om de kerkelijke instanties waar hij voor werkte wat te paaien. Die vonden dat de muzikanten in hun dienst zich te vaak bezig hielden met het componeren van madrigalen en hadden al tal van hen om die reden ontslagen. Vanuit dat oogpunt gezien is Canticum Canticorum ook een vorm van “boetedoening”, waarin de componist een knieval maakt voor zijn werkgever.

Toch heeft dit werk een hoger dramatiek gehalte dan wat men van een gewone liturgische compositie zou verwachten. De knieval van Palestrina wordt hierdoor wat een subtiel betoog voor de creatieve vrijheid van de muzikanten.

(Bron: Wikipedia)

Meer lezen ...