Opera op glijmiddel

Een opera op glijmiddel? In hun zoektocht naar het “unieke” en het “speciale” in de uitvoering van een opera, gaan sommige regisseurs toch wel heel ver. Bij de uitvoering van Henry Purcell’s Dido and Aeneas in de Koninklijke Opera van Versailles ging deze zoektocht zelfs zodanig ver dat de grens met het groteske en het smakeloze werd overschreden. 

Een operazaal voor koningen?

Mijn allereerste bezoek aan de operazaal van het beroemde Kasteel van Versailles dateert al van heel wat jaren geleden. Als toerist, niet als toeschouwer. Sindsdien stond het op mijn verlanglijstje om eens een klassiek concert in deze historische zaal bij te wonen.

Hoewel er ook eerder al een zaal was voor theater en opera in het Kasteel van Versailles, dateert deze zaal ‘pas’ uit de latere tijd van de regering van Lodewijk XV. De bouw duurde 5 jaar en de zaal werd op 16 mei 1770 ingehuldigd met een uitvoering van Lully’s Persée ter gelegenheid van het huwelijk tussen de Dauphin Louis-Auguste met aartshertogin Antonia van Oostenrijk -de latere, onfortuinlijke Lodewijk XVI en Marie-Antoinette.

Je zou denken dat een zaal die voor koningen en hun aristocratische entourage in alle pracht en praal werd gebouwd, ook zou uitblinken in comfort, maar helaas is niets minder waar! Voor onze toch wel prijzige “VIP Prestige” tickets kregen we een bankje, met een kussen als zitvlak en aan de achterkant een kleine verhoging die als rugleuning dienst moest doen. Van ietwat benenruimte was er geen sprake en we vroegen ons af hoe 18de eeuwse dames met brede rokken hier ook maar enigszins konden zitten en konden genieten van het spektakel op het podium.

Operazaal van Versailles
Een zicht vanaf onze zitplaats naar het podium en het balkon.

Alle wegen leiden naar ...

Het glas champagne was inbegrepen in de ticketprijs.

Voor de aanvang van de opera hadden we nog even de tijd voor het glas champagne dat in ons ticket was inbegrepen. Hiervoor moesten we eerst voorbij de champagne bar lopen, doorheen de aanzwellende mensenmassa, naar het “Protocol Loket”, waar we op vertoon van onze tickets twee vouchers kregen. Dan moesten we door dezelfde massa terug, aanschuiven aan de bar en konden we onze vouchers omruilen tegen een goed gevuld champagne glas. We hadden nog net de tijd voor een snelle foto -proost- en enkele even snelle slokken wanneer een belsignaal aangaf dat het tijd was om ons opnieuw tussen de mensenmassa te begeven … deze keer naar onze plaatsen. Wat evenmin van een leien dakje liep. De eerste steward wees ons een bepaalde richting uit. Daarop volgende stewards bevestigden ons dit, ondanks het feit dat we erop wezen dat het niet meteen logisch is om richting “Impaire” te volgen wanneer je in “Corbeille 2” zit. Uiteindelijk aangekomen bij de zaal, kregen we te horen kregen dat we helemaal naar het begin terug moesten en daar de andere gang moesten nemen. We waren trouwens niet de enigen die op die manier verloren waren gelopen. 

Maar goed, ondanks wat stressen en haasten, vonden we uiteindelijk toch onze oncomfortabele zitplaatsen en hadden we nog tijd voor enkele foto’s van de zaal alvorens het spektakel begon. 

Van een liefdestragedie naar pornografie

Omdat de vorm waarin Dido and Aeneas bewaard is gebleven bijzonder kort is, werd de eigenlijke opera bij wijze van proloog voorafgegaan door een ode aan de muziek. Daarbij werd de statische manier waarop de muziek zelf gebracht werd, opgevangen door dansers en danseressen die met lucht-fluiten en lucht-cello’s over het podium liepen. Als dit allemaal al wat potsierlijk aandeed, dan was het nog maar een voorbode voor wat ons tijdens de eigenlijke opera te wachten stond!

Het decor kan het best omschreven worden als een rimpelig, verguld doek dat diende als achtergrond voor de verschillende scènes die werden opgevoerd. Om de eentonigheid van dit statische decor wat op te vangen gleden de dansers en danseressen letterlijk van de ene kant van het podium naar de andere. Hierin werden ze geholpen door een vloeistof die bij wijze van glijmiddel regelmatig op de ondergrond werd uitgegoten. 

Dat glijmiddel kwam overigens ook voor de solisten goed van pas. Staand op een verhoog en van aan de schouders tot op de grond ingepakt in een strak ‘kostuum’, hadden ze immers amper bewegingsvrijheid en moesten ze op het podium naar voren en weer naar achteren worden geduwd wanneer het aan hen was. Het deed me eigenlijk wat denken aan Marilyn Manson, die al wel eens op stelten over het podium placht te lopen. Alleen, tijdens een concert van shock-rocker Manson, verwacht je je aan dergelijke dingen en wandel je wat ontgoocheld buiten wanneer er ‘te weinig’ of zelfs helemaal geen groteske show bij hoorde. Bij de opera is dat andersom.

Opera op glijmiddel
De ingepakte solisten werden rondgegleden op het natte podium.

Maar ach, met dat alles kon ik uiteindelijk nog wel leven. De muziek was mooi gebracht, en zelfs het sporadische gepiep van de glijdende lichamen, stoorde niet al te erg. Storend werd het, wanneer na het einde van de scène waarin Dido en Aeneas elkaar eindelijk de liefde verklaren, de dansers en danseressen zich in een orgie stortten, waarbij hun suggestieve bewegingen kracht werden bijgezet door de orgastische geluiden die vanaf het podium klonken. Wie mij wat kent, weet dat ik niet bepaald preuts ben, maar om in een liefdestragedie een dans te integreren die aan de pornografie grenst, dat was voor mij toch wel een brug te ver!

Grotesk en bijna pornografisch
De enscenering van Purcell's Dido and Aeneas was grotesk en werd op één ogenblik zelfs pornografisch.

Vanaf dat ogenblik keek ik eigenlijk nog maar uit naar één ding: het aria When I Am Laid in Earth, niet omdat dit bijna op het einde van de opera komt en mijn benen op de oncomfortabele zitplaats steeds meer begonnen protesteren, maar vooral omdat het het mooiste aria is in het ganse werk.

Helaas, wat een hoogtepunt in de muziek had moeten zijn, werd dat niet. Ik geef toe, de sopraan bracht het beste van zichzelf en bijna zou er een kippenvelmoment van gekomen zijn, ware het niet dat zowel de soliste als de danseres voor haar na elke weemoedig klinkende ‘Remember me’ hun handen met een luide klap op hun dijen lieten vallen. Het meest meeslepende stuk uit de opera, één van de mooiste aria’s uit de klassieke muziek, werd daardoor letterlijk een dijenkletser. De bekroning van een wat mij betreft niet bepaald geslaagde uitvoering van Purcell’s Dido and Aeneas. Maar ik begrijp het wel, de zoektocht naar het ‘aparte’, de drang om van een werk dat al tig keren werd uitgevoerd, toch iets ‘speciaals’ te maken. Alleen jammer dat de regisseur en de dramaturg zich daarvoor door het groteske hebben laten verleiden.