Heinz Holliger (°1939)

De veelzijdige componist, hoboïst en dirigent Heinz Holliger werd op 21 mei geboren in het Zwitserse Langenthal, nabij Bern. Op zijn 4de leerde hij al blokfluit spelen, op zijn 6de piano en op zijn 11de schakelde hij over naar de hobo, wat zijn favoriet instrument zou worden. Nadat hij enige tijd studeerde bij Emile Cassagnaud en Sándor Veress aan het conservatorium van Bern, verhuisde hij naar Parijs, om zich verder te bekwamen in de hobo onder Pierre Pierlot en de piano onder Yvonne Lefébure.

In 1959 won hij de eerste prijs voor hobo in de Geneva Competition en datzelfde jaar werd hij ook hoboïst van het Basel Symphony Orchestra. Vanaf 1961 bekwaamde hij zich verder in de compositieleer bij Pierre Boulez en Sandór Veress. 

In 1963, reeds, brak hij internationaal door als hoboïst. Hij trad op als solist, in duo met zijn latere echtgenote, harpiste Ursula Hänggi, en als deel van kamerensembles en orkesten. Hij richtte ook zijn eigen kamerensemble op, het Holliger Ensemble. Intussen groeide zijn faam zodanig dat verschillende gerenommeerde componisten, waaronder Lutoslawski, Penderecki en zelfs zijn leermeester Veress speciaal voor Holliger muziekstukken schreven.

Heinz Holliger
Heinz Holliger

Als hoboïst was Holliger bijzonder veelzijdig. Zijn repertoire bevat muziek van de barokperiode tot en met de 20ste eeuw en binnen elke stijl toont Holliger zich een absolute meester. Hoewel hij zelf stelde dat hij niets nieuws had uitgevonden, zijn zijn bewerkingen van sommige stukken bijzonder indrukwekkend. Deze veelzijdigheid vertaalt zich overigens ook in het aanzienlijk aantal opnames dat hij in de loop van de jaren produceerde.

Heinz Holliger als componist

Ook als componist toont Holliger zich heel veelzijdig. Hoewel de invloeden van Arnold Schoenberg, Anton Webern en Luigi Nono nooit ver weg zijn, en hoewel hij graag aansloot bij muziekstrekkingen uit de 20ste eeuw, weerklinkt ook de rijke ervaring van zijn hobo-repertoire in zijn eigen muziek. 

Dat Holliger ook het experimentele niet schuwt, blijk uit werken zoals Pneuma waarbij de artiesten specifieke ademhalingsgeluiden in microfoons dienen te maken, of Cardiophonie waar een versterkte stethoscoop de hartslag van de spelers aan de muziek toevoegt. Daarbij overschrijdt hij soms het puur muzikale en kunnen zijn muzikale texturen variëren van langzame geluid tot combinaties van instrumentaal geluid die zo dik zijn dat ze praktisch “ruis” worden. Dit maakt dat Holliger’s composities vaak niet alleen technisch moeilijk uit te voeren zijn, maar ook zeer uitdagend voor de luisteraar. 

Toch is het precies daar dat het belang van Holliger ligt: doordat hij de grenzen van de muziek constant blijft verleggen, baande hij de weg voor toekomstige generaties en muziek.

(Bron: Wikipedia)