De Vier Seizoenen (RV 269, 315, 293 en 297)

Hoewel zij pas in de vroege 20ste eeuw herontdekt werden, behoren ‘De Vier Seizoenen’ van Antonio Vivaldi tot één van de meest bekende, uitgevoerde en gebruikte concertreeksen van de Westerse klassieke muziek. En hoewel Vivaldi ook zoveel meer heeft gecomponeerd dan deze concertreeks, is het vooral door dit werk dat hij bij  de meeste geliefde componisten gerekend kan worden.

De natuur als inspiratiebron

Wanneer de vier concerti voor het eerst werden uitgevoerd is niet helemaal zeker. Ze werden pas in 1725 in Amsterdam gepubliceerd, maar aangenomen wordt dat ze ofwel in 1716/1717 ofwel tussen 1718 en 1720 al werden gecomponeerd.

Elk deel van de concerti werd in de publicatie vergezeld van een kort gedicht, waarvan men vermoed dat ze ook van de hand van Vivaldi waren. Dit was een unicum voor de tijd, dat in de loop van de volgende eeuwen navolging zou krijgen. 

De gedichten waren overigens niet het enige unieke aan de concertreeks. Ook het gebruik van de natuur als inspiratiebron, waarbij de muziek de klanken van de dieren, het tikken van de regen tegen de ramen en het geweld van een storm nabootst, was in de vroege 18de eeuw ongeëvenaard. Wellicht waren de gedichten, minstens voor een deel, bedoeld om de toehoorder de bedoeling van de componist te helpen begrijpen.

Ook voor volgende generaties componisten zou de natuur een inspiratiebron blijven. Denken we maar aan de Zesde Symfonie van Beethoven, of aan Smetana‘s Vltava, gewijd aan de Moldau rivier.

De Vier Seizoenen: (RV 269, 315, 293 en 297)

Genre: Concerto

Componist: Antonio Vivaldi

Compositiejaren: 1718-1720 (of 1716-1717)

Eerste publicatie: Amsterdam, 1725

Antonio Vivaldi ten tijde van de publicatie van De Vier Seizoenen
Vivaldi ten tijde van de publicatie van De Vier Seizoenen

Toch zou Vivaldi’s baanbrekende werk in de loop van de 19de eeuw in de vergetelheid geraken en duurde het tot het begin van de 20ste eeuw vooraleer het opnieuw uitgevoerd zou worden. Meer nog, de eerste opnames van de concertreeks zouden pas in 1939 of 1942 gemaakt zijn en het zou pas tijdens de latere helft van de 20ste eeuw zijn, dat het werk immens populair zou worden.

Tegenwoordig zijn ‘De Vier Seizoenen’ niet meer weg te denken uit het klassieke repertorium. 

'De Vier Seizoenen' in het kort

‘De Vier Seizoenen’ bestaat uit vier concerti, elk in een eigen toonaard en elk gewijd aan een seizoen van het jaar:

  • ‘De Lente’ (RV 269), in E
  • ‘De Zomer’ (RV 315), in g mineur
  • ‘De Herfst’ (RV 293), in F
  • ‘De Winter’ (RV 297) in f mineur.

Zoals tijdens de barok periode gebruikelijk, bestaat elk concerto uit 3 delen: een sneller allegro, een ingetogener adagio of largo en opnieuw een sneller allegro. Daarbij heeft elk deel zijn eigen thema, dat niet in de andere delen terugkeert. 

Met bijhorende sonetten

Bij elk deel van elk concerto hoort een eigen gedicht, een sonnet dat wellicht door Vivaldi zelf werd geschreven. Hieronder volgt per deel het sonnet in het Italiaans met een vertaling in het Nederlands.

Lente – Allegro

Giunt ‘è la Primavera e festosetti
La Salutan gl’ Augei con lieto canto,
E i fonti allo Spirar de ‘Zeffiretti
Con dolce mormorio Scorrono intanto:
Vengon’ coprendo l ‘aer di nero amanto
E Lampi, e tuoni ad annuntiarla eletti
Indi tacendo questi, gl ‘Augelletti;
Tornan ‘of nuovo of canoro incanto

De lente staat voor de deur.
De vogels vieren haar terugkeer met feestelijk gezang,
en kabbelende beekjes worden
zachtjes gestreeld door de briesjes.
Onweersbuien, die herauten van de lente, brullen en
werpen hun donkere mantel over de hemel.
Dan sterven ze weg tot stilte,
en de vogels nemen hun charmante liedjes weer op.

Lente – Largo

E quindi sul fiorito ameno prato
Al caro mormorio di fronde e piante
Dorme’ l Caprar col fido can ‘à lato.

Op de met bloemen bezaaide weide, met lommerrijke takken die
boven hun hoofd ritselen, slaapt de kudde geiten,
zijn trouwe hond naast hem.

Lente – Allegro Pastole

Di pastorale Zampogna al suon festante
Danzan Ninfe e Pastor nel tetto amato
Di primavera all ‘apparir brillante.

Geleid door het feestelijke geluid van rustieke doedelzakken,
dansen nimfen en herders lichtjes
onder het schitterende bladerdak van de lente.

Zomer – Allegro non molto

Sotto dura Staggion dal Sole accesa
Langue l ‘huom, taal’ l gregge, ed arde il Pino;
Scioglie il Cucco la Voce, en naast de
Canta la Tortorella en Gardelino.
Zeffiro dolce Spira, mà contesa
Muove Borea improviso al Suo vicino;
E piange il Pastorel, perche sospesa Teme
fiera borasca, e ‘l suo destino

Onder een hard seizoen, opgestookt door de zon
Languishes de mens, kwijnt de kudde weg en verbrandt de den.
We horen de stem van de koekoek;
dan klinken zoete liedjes van de tortelduif en de vink.
Zachte briesjes doen de lucht roeren, maar door de dreigende
noordenwind worden ze plotseling opzij geduwd.
De herder beeft,
bang voor hevige stormen en zijn lot.

Zomer – Adagio / Presto

Toglie alle membra lasse il Suo riposo
Il timore de ‘Lampi, e tuoni fieri
E de mosche, and mosconi il Stuol furioso!

De angst voor bliksem en felle donder
berooft zijn vermoeide ledematen van rust
Zoals muggen en vliegen woest rond zoemen.

Zomer – Presto

Ah, che pur troppo i Suo timor Son veri
Tuona en fullmina de Ciel and grandinoso
Tronca de capo alle Spiche ea ‘grani alteri.

Helaas, zijn angsten waren gerechtvaardigd.
De hemelen donderen en brullen en met hagel
Snijd de kop van de tarwe en beschadigt het graan.

Herfst – Allegro

Celebra il Vilanel con balli e Canti
Del felice raccolto il bel piacere
E del liquor de Bacco accesi tanti
Finiscono col Sonno il lor godere.

Viert de boer, met liederen en dansen,
het plezier van een overvloedige oogst.
En opgestookt door de drank van Bacchus,
eindigen velen hun feestvreugde in slaap.

Herfst – Adagio Molto

Fà ch ‘ogn’ uno tralasci e balli e canti
L ‘aria che temperata dà piacere,
E la Staggion ch’ Invita tanti e tanti
D ‘un dolcissimo Sonno al bel godere.

Iedereen is gemaakt om zorgen te vergeten, te zingen en te dansen
Door de lucht die getemperd is met plezier
En (tegen) het seizoen dat zo velen, velen uitnodigt
Uit hun zoetste slaap om fijn te genieten

Herfst – Allegro

cacciator alla nov ‘alba à caccia
Con corni, Schioppi, and cani escono fuore
Fugge la belva, en Seguono la traccia;
Già Sbigottita, en het grote gerucht
De ‘Schioppi e cani, ferita minaccia
Languida di fuggir, mà onderdrukt muore.

De jagers komen tevoorschijn bij de nieuwe dageraad ,
En met horens en honden en geweren vertrekken op hun jacht.
Het beest vlucht en zij volgen zijn spoor;
Doodsbang en moe van het grote geluid
van geweren en honden, het beest, gewond, dreigt
loom te vluchten, maar gekweld, sterft.

Winter – Allegro Non Molto

Agghiacciato tremar trà nevi algenti
Al Severo Spirar d’ orrido Vento,
Correr battendo i piedi ogni momento;
E pel Soverchio gel batter i denti

Om te beven van de kou in de ijzige sneeuw,
In de harde adem van een gruwelijke wind;
Om te rennen, elk moment stampend,
Onze tanden klapperend in de extreme kou

Herfst – Largo

Passar al foco i di quieti e contenti
Mentre la pioggia Fuor bagna ben cento

Voordat het vuur vredig voorbijgaat,
Terwijl de regen buiten met bakken naar beneden komt.

Winter – Allegro

Caminar Sopra il giaccio, e à passo lento
Per timor di cader girsene intenti;
Gir forte Sdruzziolar, cader à terra
Di nuove ir Sopra ‘l giaccio e correr forte
Sin ch’ il giaccio si rompe, e si disserra;
Sentir uscir dalle ferrate porte
Sirocco, Borea, e tutti i Venti in guerra
Quest’ é ‘l verno, mà tal, che gioja apporte.

We betreden het ijzige pad langzaam en behoedzaam, uit
angst voor struikelen en vallen.
Draai dan abrupt, slip, crash op de grond en,
stijgend, haast je verder over het ijs, opdat het niet barst.
We voelen de koude noordenwinden door het huis
stromen ondanks de vergrendelde en vergrendelde deuren …
dit is winter, die toch
zijn eigen geneugten met zich meebrengt.

In een hedendaags jasje ...

Dat Vivaldi’s Vier Seizoenen blijven inspireren, blijkt ook aan de herbewerking in 2012 door componist Max Richter, die het werk in een modern, hedendaags jasje stak. Tijdens de herbewerking schrapte Richter, naar eigen zeggen, zo ongeveer driekwart van het origineel, terwijl de delen die hij bewaard heeft, herhaald worden, waardoor de moderne versie een minimalistisch tintje krijgt en bijna als filmmuziek klinkt.

Vivaldi Recomposed werd door critici zeer goed ontvangen en geeft aan dat muziek die meer dan 300 jaar oud is, nog steeds heel actueel kan zijn.

(Bronnen: Wikipedia | Sonetten)

Compagnie Trespugliese

Het gezelschap Trespugliese bestaat uit de Argentijnse tangodansers Sebastian Ovejero, oorspronkelijk afkomstig uit het noordwesten van Argentinië, en Marie Quilly, die opgroeide in Bretagne.
Na ongeveer tien jaar in Spanje te hebben gewoond, besloten Sebastian en Marie zich in Frankrijk te vestigen terwijl ze hun tournees voortzetten met verschillende muziekgroepen in Spanje en Frankrijk, maar ook in Portugal, Rusland, Israël en Argentinië.
Ze deelden onder meer het podium met gitarist Lakmal Peiris in Madrid of met Proyecto Tamgú tijdens het Granada International Tango Festival (Spanje). Ze hebben La Porteña Tango Trío meerdere malen begeleid op internationale tournees. Ze werkten samen met de alternatieve tangogroep Galeon Tango en met het Théâtre équestre de Bretagne.
Momenteel worden ze opgemerkt op de Franse podia als dansers van het klassieke muziekduo Fortecello en het tangotrio Fortecello Project.

Ze bieden ook verschillende dansshows aan die zijn aangepast aan alle soorten publiek, ruimtes en logistiek, en bieden regelmatig workshops en cursussen aan voor verschillende tangostructuren en festivals in Frankrijk en elders.

Carmela Delgado

Carmela Delgado werd in 1991 in Parijs geboren en studeerde aan het Conservatorium van Gennevilliers en in Argentinië. Ze treedt op in gerenommeerde concert- en operahuizen, waaronder Straatsburg, Mulhouse en Rennes, en speelt tangomuziek zoals “Maria de Buenos Aires” en “MisaTango”. Ze werkt samen met ensembles als L’Orchestre de Bretagne en L’Orchestre Lutetia.

Internationaal trad ze op in Praag met “Maria de Buenos Aires”. In Argentinië werkte ze met muzikanten als Ramiro Gallo en Rudi Flores. Carmela focust op tango en improviseert en speelt kamermuziek in diverse ensembles zoals Cuarteto Lunares en EOS.

Ze onderzoekt Argentijnse folklore en flamenco, werkt samen met haar vader Manuel Delgado, en tourde in 2018 door China met het Franse chanson-ensemble Canaille de Panam. Carmela doceert bandoneon aan het Conservatorium Edgard-Varèse en geeft masterclasses op festivals als Tango de Tarbes en het International Institute for World Music.

Philippe Argenty

Philippe Argenty gaat in 2000 naar de Muziekacademie en verhuist in 2003 naar Parijs om zich op muziek en piano te concentreren. In 2005 begint hij aan het Conservatori Superior de Música van Liceu in Barcelona, waar hij in 2011 afstudeert met een diploma in “Piano Performance” en de hoogste onderscheiding krijgt voor zijn uitvoering van Liszts 2e Pianoconcert.

In 2005 wint hij de 2e prijs op het Grand Concours International de Piano in Parijs. Sinds 2004 treedt hij op in verschillende landen, zowel solo als in kamermuziek. In 2011 gaat hij op tournee met het Barcelona-orkest “ConjuntXXI” en speelt het Liszt 2e Pianoconcert. Hij treedt op bij diverse festivals en speelt in formaties zoals Duo Fortecello en NonStop Tango Trio.

Sinds 2016 organiseert hij festivals en muziekseizoenen, waaronder “Les Clés du Classique” en “Saint Savin Piano & Master Classes Festival”. In 2017 treedt hij toe tot de raad van het Festival Pablo Casals in Prades en is sinds 2008 artistiek manager van Les Clés du Classique. In 2015 is hij jurylid bij de Festival Art Duo in Praag.

Met Anna Mikulska (Duo Fortecello) bracht hij albums uit: “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze tourden door Europa, China en de VS. Met Duo Fortecello werkt hij aan het “Music for All” programma en coacht hij jonge artiesten.

Anna Mikulska

Anna Mikulska-Argenty begon haar muziekstudie op zesjarige leeftijd. In 2005 startte ze aan de Muziekacademie in Krakau en studeerde later aan de Ecole Normale de Musique in Parijs. Ze kreeg advies van bekende cellisten zoals Anner Bylsma en Arto Noras. In 2010 behaalde ze een Master’s degree en een Cello Aptitude Certificate.

Sinds 2005 speelt ze solo met verschillende orkesten, zoals het Symfonieorkest van de Muziekacademie van Krakau en het Young Philharmonic Orchestra. Ze speelde in het Cracow Royal Quartet en vormde in 2011 het Quator Volubilis. Ze trad ook op met Nigel Kennedy’s “Orchestra of Life” en tourde door Europa.

Sinds haar verhuizing naar Frankrijk werkt ze samen met het Limoges and Limousin Orchestra en het orkest van Soirées Lyriques in Sanxay. Ze specialiseerde zich in kamermuziek met formaties zoals Duo Fortecello en Trio Gatti. Haar albums met pianist Philippe Argenty omvatten “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze gingen op tournee in Europa, China en de VS.

Sinds 2015 is ze co-directeur van festivals in Frankrijk en lid van de bestuursraad van het Pablo Casals Festival. Met Duo Fortecello werkt ze aan het “muziek voor iedereen” programma, dat klassieke muziek naar kleine dorpen, ziekenhuizen en scholen brengt. Daarnaast coacht ze jonge artiesten.

Pierre Vopat

Pierre Vopat werd geboren in Luik en studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Shirly Laub en haar assistenten Frédéric d’Ursel en Kerstin Hoelen. Ook kreeg hij de kans om een ​​jaar te studeren bij de beroemde violist Lorenzo Gatto.
Sinds 2014 is hij lid van de Young Belgian Strings en kreeg hij de gelegenheid om meerdere jaren op rij bij het NJO te spelen. Hij speelde ook met het Wiener Jeugdorkest, het Oostenrijkse Jeugdorkest en het Aurora Symphony Orchestra in Stockholm.
Hij is de winnaar van verschillende wedstrijden in België zoals Belfius Classics, Horlait-Dapsens en Maurice Lefranc. Momenteel bouwt Pierre een muzikale carrière op in België, met name binnen verschillende symfonische orkesten, terwijl hij een zeer intense activiteit in de kamermuziek behoudt.

Jungbin Lim

Jungbin Lim werd geboren in Zuid-Korea. In 2009 studeerde ze met grote onderscheiding af aan de Ewha Women’s University in Seoul, waar ze een leerling was van Young Lim Ham en Sun-gyu Kim.
Ze bracht haar passie voor piano tijdens verschillende concerten met het Korean Catholic Symphony and Chamber Orchestra (2009-2013). Daarnaast begeleidde ze het Accel Youth Orchestra, het Goyang Chamber Orchestra en het Pilgrim Choir.
Sinds september 2016 woont Jungbin Lim in België, waar ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, onder leiding van Boyan Vodenitcharov, waarna ze begeleiding en kamermuziek studeerde.
Momenteel combineert ze haar werk aan het Koninklijk Conservatorium Brussel als begeleider van de celloklas en haar passie voor kamermuziek in het Trio Memento.

Álvaro Quintero

Álvaro Quintero werd geboren in Colombia. Hij begon zijn muziekstudie aan het Tolima Conservatorium in zijn geboortestad en vervolgde zijn muzikale opleiding in Venezuela als deel van het beroemde El Sistema-project, waar hij de kans kreeg om in verschillende orkesten te spelen onder leiding van Gustavo Dudamel.
In 2012 begon hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Didier Poskin. Vervolgens studeerde hij kamermuziek, wat hem ertoe aanzette om concerten te geven in België en Frankrijk.
Momenteel combineert hij muziekonderwijs als onderdeel van een sociaal-muzikaal project in Brussel met concerten met verschillende ensembles in België, waaronder het Trio Memento.

Marco Mantovani

Marco Mantovani werd in Mantova geboren en studeerde af er aan het conservatorium onder leiding van Antonio Pulleghini met de hoogste cijfers en onderscheidingen. Daarna studeerde hij drie jaar bij Andrea Lucchesini aan “Scuola di Musica di Fiesole”  in Firenze, waar hij cum laude afstudeerde. Hij behaalde zijn Master in ‘Piano Performance’ (2017) en zijn ‘Postgraduate’ diploma (2018), beide met de hoogste onderscheiding, aan het Koninklijk Conservatorium Brussel in de klas van Aleksandar Madzar. In 2017 ontving hij van het Conservatorium de prijs ‘Ingeborg Köberle’ als ‘meest veelbelovende student van het jaar’. Fundamenteel voor zijn artistieke ontwikkeling, zijn ook de adviezen geweest die hij kreeg van de beroemde Portugese pianiste Maria João Pires.

Zijn repertoire reikt van Bach tot Hedendaagse muziek. Zijn passie voor kamermuziek drijft hem ertoe om regelmatig met verschillende musici op te treden en hij is stichtend lid van het “Egmont Chamber Music” ensemble.

Marco Mantovani is assistent-professor piano aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, pianoprofessor aan het Conservatoire de Pantin in Parijs en doctoraatsonderzoeker aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en de Vrije Universiteit Brussel in het ‘Doctoraat in de Kunsten’.

Evan Buttar

Evan Buttar heeft een gevarieerde en internationale carrière als uitvoerend musicus op zowel de barokcello als de viola da gamba. Hij heeft opgetreden met groepen als het Orkest van de Achttiende Eeuw, Le Concert des Nations, Ensemble Zefiro, PRJCT Amsterdam en Wrocław Baroque Orchestra, en speelt regelmatig met verschillende ensembles, waaronder het Luthers Bach Ensemble, Musica Gloria, Das Neue Mannheimer Orchester en het Butter Quartet, een historisch geïnformeerd strijkkwartet waarvan hij een van de oprichters is. Zijn kamer- en orkestervaringen hebben hem op internationale podia gebracht op talloze festivals, waaronder het Utrecht Early Music Festival, het MA Festival Brugge, Mozartfest Würzburg, Festival Berlioz, Chopin and his Europe Festival, het Innsbruck Festival of Early Music, de Beethoven Academy in Wrocław en de String Quartet Biennale Amsterdam.

Evan begon op jonge leeftijd met muziek maken in Vancouver, Canada. Na het behalen van een bachelordiploma moderne cello aan de Universiteit van Ottawa in 2014, inspireerde zijn fascinatie voor historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijken hem om naar Nederland te verhuizen, waar hij momenteel woont. Daar behaalde hij in 2016 een masterdiploma barokcello bij Jaap ter Linden aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en datzelfde jaar begon hij daar aan een tweede masterstudie op de viola da gamba bij Mieneke van der Velden en Philippe Pierlot, die hij in 2018 afrondde.

Evan bespeelt een barokcello van Jakob Weiss (ca. 1745) die hij genereus in bruikleen heeft gekregen uit de collectie van het Nederlands Muziekinstrumenten Fonds.

Pieter De Praetere

Pieter De Praetere is een Belgische contratenor. Als solist legt hij zich vooral toe op barokmuziek. Daarnaast is hij een veelgevraagde figuur in het muziektheater.

Pieter is geboren in een muzikale familie. Op zijn 10de gaat hij stemvorming volgen bij Pascal Devreese in Ronse. Op zijn 16de trekt hij naar countertenor Steve Dugardin in Antwerpen. Tijdens zijn studies Literatuurwetenschappen aan de Universiteit Gent volgt hij les bij Hilde Coppé. Kort daarna trekt hij naar het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Lena Lootens.

Als solist heeft Pieter een stevig repertoire opgebouwd. Zo vertolkt hij solistenrollen in Messiah van Händel, Stabat Mater van Pergolesi, Gloria van Vivaldi en een aanzienlijk aandeel van cantates, motetten en oratoria van J.S. Bach. Hiermee staat hij op binnen- en buitenlandse podia. Pieter zingt o.a. met de orkesten Musica Gloria, Il Gardellino, B’Rock, BachPlus, Apotheosis … Met Beniamino Paganini en Nele Vertommen van ensemble Musica Gloria werkt hij al enkele jaren intens samen. Samen brachten ze al enkele succesvolle Europese tournees tot stand en ook dit seizoen staan zij samen op binnen – en buitenlandse podia en in de opnamestudio.
In 2024 debuteert Pieter in de opera: in de Reaktorhalle in München zingt hij een hoofdrol in de operacreatie ‘Invitation to a Beheading’ van regisseur Maria Chagina en componist Leon Zmelty. Met het festival Midsummer Mozartiade en Orchestre Royal de Wallonie zingt hij de rol van Farnace in Mozarts ‘Mitridate, Re di Ponte’ in Brussel, Mons en Namur.

Naast zijn werk als klassiek zanger is Pieter een veelgevraagd figuur in het Vlaamse theaterlandschap. Met Muziektheater Broder toert hij al jaren door België met poëtische familievoorstellingen met en over klassieke muziek (Franzerl, Babushka, Seaking…)

Beniamino Paganini

Beniamino Paganini (°1994) heeft al van jongs af aan een passie voor oude muziek. Op 16-jarige leeftijd startte hij aan beide Koninklijke Conservatoria van Brussel, later aan de conservatoria van Leuven en Den Haag. Hij ontving zijn masterdiploma’s voor Traverso (2016), Klavecimbel (2017), Maestro al Cembalo (2019) en een bachelordiploma Musicologie (2018), allen met grote onderscheiding. Hij studeerde traverso bij Barthold Kuijken, Frank Theuns en Jan De Winne, renaissance fluit bij Kate Clark en Patrick Beuckels, klavecimbel bij Frédérick Haas, Fabio Bonizzoni, Kris Verhelst en Maestro al Cembalo bij Patrick Ayrton en musicologie aan de KU Leuven waar hij eveneens het diploma Educatieve master Cultuurwetenschappen behaalde.

Daarnaast treedt hij ook op met claviorganum, orgel en blokfluit. Door de Belgische Muziekpers werd hij uitgeroepen tot Jonge Musicus van het jaar 2020 en Klara selecteerde hem in 2021 als één van de Twintigers. Hij behaalde meerdere eerste prijzen en ontving de ‘Sonderpreis der Jury’ op de Internationale Telemann Wedstrijd (2021).

Beniamino is oprichter en, samen met Nele Vertommen, algemene en artistieke leider van het barokensemble Musica Gloria. Met dit ensemble speelt hij een dertigtal concerten per jaar voor organisaties als AMUZ (BE), Bachfest Leipzig (DE), BOZAR (BE), Concertgebouw Brugge (BE), De Bijloke (BE), Klara (BE), Les Festivals de Wallonie (BE), MA Festival (BE), Musica Antica (NL) en Trigonale Festival (AT). Ook realiseerde hij met Musica Gloria reeds talrijke video-opnames en cd’s

Verder werkt hij samen met vele andere ensembles zoals Il Gardellino, Scherzi Musicali, B’Rock en La Petite Bande in concerten en opnames. 

Nele Vertommen

Nele Vertommen (°1999) werd reeds als 5-jarige geboeid door oude muziek. Hier werd haar al duidelijk dat ze deze muziek ook zelf wilde kunnen spelen.

Enkele jaren later startte ze met hobolessen bij Korneel Alsteens. Wanneer ze na 2 jaar spelen ontdekte dat de prachtige hobo-solo’s uit de Mattheüs-Passie eigenlijk voor de barokhobo geschreven werden, ontstond het idee om barokhoboïste te worden.

Op haar 14de begon ze met zelfstudie voor barokhobo, waarna ze zich op 15-jarige leeftijd studente kon noemen aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, in de klas van Marcel Ponseele. Na een tussenjaar in Den Haag, ontving ze daar haar bachelordiploma met grote onderscheiding. Terug in België voltooide ze haar masterdiploma, eveneens met grote onderscheiding. Kort na haar afstuderen werd ze geselecteerd door Klara om deel uit te maken van hun reeks “De Twintigers”. Omdat ze ook een grote liefde heeft voor vroeger repertoire, werkt ze sinds enkele jaren ijverig aan haar vaardigheden op vroegere dubbelrietinstrumenten.

Samen met haar partner Beniamino Paganini leidt ze Musica Gloria. Dit ensemble treedt op voor organisaties zoals BOZAR (BE), Trigonale (AT), Bachfest Leipzig (DE), AMUZ (BE), Festivals de Wallonie (BE), SHFestival (CZ), Concertgebouw Brugge (BE), TAM Regensburg (DE) en 30CC (BE) en heeft al verschillende cd’s opgenomen. 

Behalve met Musica Gloria, speelt Nele regelmatig met ensembles als Il Gardellino (BE), A Nocte Temporis (BE), La Chapelle Harmonique (FR), Collegium Marianum (CZ), Gli Angeli Genève (CH), Le Poème Harmonique (FR), Utopia Orchestra (DE) en Concerto Köln (DE).