Het Dissonantenkwartet van Mozart

Het Dissonantenkwartet van Mozart was het laatste strijkkwartet uit een reeks van zes die Mozart componeerde tussen 1782 en 1785 en opdroeg aan zijn mentor en vriend Joseph Haydn. Gezien hun opdracht, wordt deze reeks van zes kwartetten vaak ook de Haydn kwartetten genoemd.

De vader van het strijkkwartet

Mozart’s toewijding van zijn zes composities aan Haydn ging verder dan een uiting van hun sterke vriendschap. Haydn, vaak beschouwd als de ‘vader van het strijkkwartet’, ontwikkelde dit genre in de jaren 1750 aan het hof van baron von Fürnberg. Op verzoek van de baron componeerde Haydn stukken die de altviool en cello een prominentere rol gaven, waardoor het strijkkwartet ontstond.

Het strijkkwartet, bestaande uit twee violen, een altviool en een cello, vertoont niet alleen typische bezetting, maar ook een specifieke structuur met vier delen, beginnend met een allegro gevolgd door een langzaam deel, een menuet en ten slotte een rondo. In tegenstelling tot de sonata, kiest het strijkkwartet ervoor om met een allegro te starten. Mozart zou natuurlijk Mozart niet geweest zijn, moest hij zich heel strikt aan deze structuur gehouden hebben. 

Dissonantenkwartet: K. 465

Genre: Kamermuziek, strijkkwartet

Componist: Wolfgang Amadeus Mozart

Compositiejaren: 1784-1785

Eerste uitvoering: Wenen, 15 januari 1785

De Haydn Kwartetten van Mozart
18de eeuws schilderij van een strijkkwartet

De Haydn kwartetten

Mozart begon met zijn hommage aan zijn vriend Haydn in de loop van 1782, kort nadat Haydn zelf zijn Strijkkwartetten opus 33 het voorafgaande jaar had uitgebracht. Ze werden samen uitgegeven als Mozart’s opus 10, waarbij elk kwartet een eigen nummer kreeg:

  • Strijkkwartet nr. 14 in G (“De Lente”), K. 387 – allegro vivace assai, menuetto, andante, molto allegro
  • Strijkkwartet nr. 15 in d mineur, K. 421/417b – allegro moderato, andante in F, menuetto en trio, allegretto ma non troppo
  • Strijkkwartet nr. 16 in E♭, K. 428/421b – allegro non troppoandante con modo in A♭, menuetto en trioallegro vivace
  • Strijkkwartet nr. 17 in B♭ (“De Jacht”), K. 458  – allegro vivace assaimenuetto en trio moderatoadagio in E♭, allegro assai
  • Strijkkwartet nr. 18 in A, K. 464 – allegromenuetto en trioandante in D, allegro non troppo
  • Strijkkwartet nr. 19 in C (“Dissonantenkwartet”), K. 465 – adagio-allegroandante cantabile in F, menuetto en trioallegro molto

Volgens sommige berichten zou Haydn bij de eerste uitvoeringen van de zes kwartetten op 15 januari en 12 februari 1785 in Mozart’s woning in Wenen, zelf ook meegespeeld hebben, maar dit is niet helemaal zeker. Wat wel zeker is -dat weten we dankzij een brief van Leopold Mozart aan zijn dochter Nanerl– is dat Haydn heel erg onder de indruk was van de prestatie van zijn jonge vriend.

Bij het publiek werden de zes kwartetten door sommigen heel enthousiast onthaald, en bij anderen brutaal van de hand gewezen. Vooral het zesde kwartet, het Dissonantenkwartet moest het daarbij ontgelden. De Italiaanse opera componist Giuseppe Sarti omschreef dit stuk zelfs als ‘barbaars’, ‘afschuwelijk’ en ‘ellendig’ in het gebruik van heel-toon clusters en chromatische extremen. Sommige uitgevers dachten zelfs dat de kopij die ze ontvangen hadden vol met fouten stonden, die ze ofwel trachtten te verbeteren, ofwel stuurden ze de kopij terug naar de afzender.

Lovende beoordelingen kregen de kwartetten van kranten in Salzburg en Berlijn. Heinrich Christoph Koch, een muziektheoreticus, prees deze composities vanwege hun succesvolle combinatie van strikte en vrije stijlen, evenals hun behandeling van harmonie. Ook anderen zagen dat Mozart met deze strijkkwartetten neigde naar het complexe en het ‘ongewone’, een teken van zijn genie. De neiging naar het ‘ongewone’ die in deze kwartetten duidelijk naar voren komt, kan overigens beschouwd worden als een eerste stap in de evolutie naar de romantiek.

Het Dissonantenkwartet

Het Strijkkwartet nr. 19 in C, dat de bijnaam het “Dissonantenkwartet” keeg vanwege de ongebruikelijke introductie, is misschien wel het beroemdste en tegenwoordig ook meest geliefde van de Haydn kwartetten. 

De eerste beweging begint met kalme, ritmische C’s op de cello, gevolgd door de altviool, de tweede viool en de eerste viool, wat resulteert in een gebrek aan harmonie, een dissonantie. Hierdoor ontstaat een bevreemdend, mysterieus gevoel van verwachting bij de luisteraar, die wordt ingelost wanneer het allegro-gedeelte van het eerste deel begint.

Tijdens de tweede beweging meandert de muziek, gedragen door de bas tonen van de cello en de altviool, met een schijnbare eenvoud voort. Achter die schijnbare eenvoud schuilt een complexere dramatiek, waarbij de eerste viool het thema dat door de andere instrumenten eerder als ondergeschikt wordt behandeld, aan het licht brengt.

Voor het derde deel kiest Mozart ervoor om de gangbare structuur van het strijkkwartet te volgen. Deze beweging vangt aan met een uitbundig en vrolijk klinkend menuetto in C, waarin het thema van de vierde beweging al een klein beetje wordt onthuld. De stemming verandert wanneer dit deel overgaat in het trio, waarbij Mozart van C (majeur) overschakelt naar c mineur. De sfeer wordt duisterder en de dialoog tussen de instrumenten wordt ‘harder’. Toch sluit dit deel af met het hernemen van het menuetto en leidt zo het vierde en laatste deel in. 

Als afsluiter krijgen we een allegro molto dat, net zoals het tweede deel van de eerste beweging, in sonatevorm werd geschreven. Het thema dat in de vierde beweging wordt uitgewerkt, begint met vrolijke tonen die uit de violen lijken te dartelen, maar nemen een meer dramatische wending wanneer de altviool en de cello mee in de dialoog stappen. Het tweede thema neemt dan over, de stemming wordt weer zachter en glijdt zo weer over in het eerste thema, waarmee de vierde beweging tot een einde komt.

Het Dissonantenkwartet van Mozart blijft een intrigerend meesterwerk dat de luisteraar meeneemt op een reis door emotionele diepten en harmonische vernieuwing. Met zijn onheilspellende opening, waar dissonantie wordt verkend en vervolgens subliem oplost in heldere tonen, illustreert Mozart zijn geniale vermogen om traditionele grenzen te doorbreken en nieuwe wegen te banen binnen de kamermuziek. De verfijnde toepassing van chromatische en hele toonladders, evenals de opvallende vierde opschortingen, getuigt van Mozarts vakmanschap en ongeëvenaarde muzikale innovatie.

Het Dissonantenkwartet blijft een tijdloos voorbeeld van Mozarts vermogen om emotie, expressie en technische virtuositeit harmonieus te verenigen in een meesterwerk dat generatie na generatie blijft fascineren.

Het Dissonantenkwartet van Mozart
Manuscript van de opening van de eerste beweging van het Dissonantenkwartet.

Meer lezen ...

(Bron: Wikipedia)