Ondergoed en het Louvre

 – Of hoe een reclame voor ondergoed en een bezoek aan het Louvre, van Händel één van mijn favoriete componisten maakte.

Belofte maakt schuld, zo gaat het spreekwoord. In een vorig blog artikel beloofde ik dat ik wel eens zou vertellen hoe het gekomen is dat Georg Friedrich Händel één van mijn favoriete componisten werd. Ik zeg wel “één van”, want hij is niet de enige componist die in mijn “Top-1” staat. Een hintje naar sommige andere componisten in mijn “Top-1”: twee ervan heb ik opgenomen in het logo van Klassiek in de Kapel.

Reclame voor ondergoed

Het begon allemaal midden jaren ’80, toen makers van tv-reclames gretig gebruik maakten van klassieke muziek. Wellicht omdat er geen auteursrechten op moesten betaald worden. Het was de tijd dat een stuk uit het “Canon in D van Pachalbel” gebruikt werd om een houtboenmiddel aan te prijzen, of het “Ochtendgloren” van Grieg voor een fruitige yoghourt. En ook de tijd dat een kledingmerk ondergoed voor mannen trachtte te verkopen met een statig klinked orkestraal stuk op de achtergrond. Een stuk dat ik wel wist te waarderen, maar, in tegenstelling tot Pachalbel en Grieg, niet kon thuiswijzen. 

Een straatmuzikant aan het Louvre

Fast forward naar midden 1990 toen ik met een vriendin een uitstap maakte naar Parijs. We hadden net de Egyptische collectie van het Louvre bezocht, wanneer we, in het buitenwandelen, onder één van de uitgangen van het museum, een straatartiest het bewuste stuk op viool hoorden spelen.

We bleven even wachten, niet alleen om hem wat geld toe te stoppen, maar vooral om hem te vragen welk stuk hij net gespeeld had. Een vraag waar ik toch al enkele jaren mee zat -niet constant, natuurlijk- stond op het punt om eindelijk beantwoord te worden! Dat was echter niet gerekend op de security mensen van het Louvre die de man er, nog voor hij klaar was, kwamen wegjagen. Meteen spatte ook mijn illusie van Parijs als stad waar je bijna letterlijk overal van kunst kan genieten, uit elkaar.

Het Louvre
Onder één van de doorgangen van het Louvre, hoorde ik een straatmuzikant de gezochte melodie spelen.

Het begin van een verzameling

Ik bleef dus nog steeds op de honger van mijn nieuwsgierigheid zitten tot, enkele jaren later, de melodie op de radio speelde. Ik wachtte geduldig tot de presentator het afkondigde en dat deed hij … deels! Hij vermeldde dat we net wat Händel gehoord hadden, maar liet na te zeggen welk stuk het was dat hij speelde. Ik wist dat de klassieke muziekplaten van mijn moeder en de CD’s die ik zelf had gekocht het stuk niet bevatten, dus daar hoefde ik al niet meer te zoeken. Dus ging ik maar naar dé muziekwinkel van die tijd in Leuven, de “Campus”. Ik haalde er zowat alles van Händel uit de rekken en vroeg om ze te mogen beluisteren. Op geen enkele CD vond ik het bewuste stuk terug, maar wat ik hoorde wist me zodanig te bekoren dat ik de CD’s ook meteen kocht. Van instrumentale werken als de Water Music of Music for the Royal Fireworks naar oratoria zoals de Messiah, Solomon of Acis and Galatea, mijn “Händel verzameling” breidde zich steeds verder uit. En met elke CD groeide mijn waardering voor Händel’s muziek.

En dat ene stuk waar het allemaal mee begon? Een vriend van me vond het, eerder toevallig, eens op zijn computer terug. Hij belde me op, liet het me horen en vertelde me dat hij het bij de “Campus” voor me aan de kant had laten zetten. Ik haastte me de volgende dag naar Leuven, kocht de CD en vond uiteindelijk dat dit stuk waar ik zo lang naar had gezocht en dat aan de basis lag van mijn “Händel collectie”, lang niet zo bijzonder meer klonk als al die andere werken die ik intussen van de grootmeester was gaan bewonderen.

(De reclame voor het ondergoed vond ik op Youtube niet meer terug, maar hetzelfde stuk werd in Stanley Kubrick’s “Barry Lyndon” gebruikt).