Betoverende Händel

In mijn vorig blog artikel vertelde ik hoe mijn zoektocht naar één specifiek nummer ervoor zorgde dat Georg Friedrich Händel één van mijn favoriete componisten werd. Dat mijn zoektocht niet ophield van zodra ik dat ene nummer, de Grote Sarabande had gevonden, bleek opnieuw op 28 september j.l. tijdens het concert Enchantresses van Sandrine Piau en Les Paladins in de Grand Manège in Namen.

De betoverende heldinnen van Händel

Begin 2022 brachten sopraan Sandrine Piau en het ensemble Les Paladins onder leiding van Jérôme Correas een CD uit gewijd aan de heldinnen uit de opera’s van Händel. Dat deze heldinnen -vaak tovenaressen maar ook “gewone” stervelingen- stuk voor stuk betoverende figuren waren, gaf zowel de CD als het concert haar titel: Enchantresses.

Anders dan The Sorceress van Dame Kiri Te Kanawa uit de jaren ’90 van vorige eeuw, vertelt Enchantress geen eigen verhaal met muziek die uit verschillende opera’s werd gehaald, maar brengt ze hulde aan de vrouwen die met opgeheven hoofd alles tegemoet treden wat het lot hen in de weg gooit. We ontmoeten Cleopatra die met het hartverscheurende Piangero la sorte mia uit Giulio Cesare in Egitto haar lot beweent, maar tegelijkertijd zweert dat ze ook na haar dood verder zal strijden. Of Morgana uit Alcina, die haar toverkracht verliest op het moment dat ze de ware liefde heeft gevonden. Of Adélaïde uit Lotario wiens grootmoedigheid niemand onberoerd kon laten.

Het klavecimbel voor het concert met betoverende muziek van Händel
Het klavecimbel stond al klaar voor een betoverend concert met aria's van Händel.

Geen Händel zonder Bach?

Net zoals op de CD, wisselden ook tijdens het concert de aria’s af met enkele instrumentale pareltjes van Händel. Het concert startte met de ouverture van Ariodante en meteen was de hand van Händel herkenbaar. Er volgende in de loop van het concert nog twee andere instrumentale werken, het eerste het Concerto Grosso op. 6 nr. 4 en het tweede de Sonata in G op. 5 nr. 4.

Beide stukken werden ingeleid door Jérôme Correas, die het helaas niet kon nalaten om erop te wijzen dat Händel een tijdgenoot was van Bach en dat de twee mannen elkaar nooit ontmoet hebben. In de aankondiging van een concerto grosso was het wellicht wat relevanter geweest om een andere, ietwat oudere tijdgenoot van de twee componisten te berde te brengen: Arcangelo Corelli. Corelli was immers dé grootmeester van het concerto grosso en het is naar zijn voorbeeld dat Händel ook enkele werken in deze stijl componeerde. Inclusief het Concerto Grosso op. 6 nr. 4. En dan vraag ik me af: kunnen we over Händel spreken zonder daarbij een eerder onbelangrijke anekdote erbij te halen, alleen maar omdat ze ook over Bach gaat?

Maar we kwamen voor de muziek en ondanks de niet ter zake doende zijsprongetjes in de commentaar van Correas, waren we niet ontgoocheld. Integendeel zelfs! Zowel de aria’s als de instrumentale stukken wisten het publiek te bekoren en brachten het genie van de componist, die, om het met Mozart te zeggen “toeslaat als een donderslag”.

De "Ohhh!"-Erlebnis

Het publiek reageerde meer dan terecht zeer enthousiast. Het applaus daverde doorheen de Grand Manège. Een applaus dat niet met één maar met twee extra nummers werd beloond, en wanneer de Piau de tweede encore aankondigde, wisten we dat de avond perfect was: Lascia ch’io pianga uit Händels eerste opera in Engeland, Rinaldo. Dat ik niet de enige ben die dit prachtige aria weet te waarderen, was duidelijk uit de “Ohhh!” die de aanwezigen zich als in één gezamenlijke stem lieten ontglippen. En dat was de artiesten niet ontgaan. We kregen één van de meeste bezielde uitvoeringen van dit prachtige aria die ik ooit gehoord had.

Het was een schitterende avond, de net geen uur durende rit van Tienen naar Namen meer dan waard. Niet dat ik anders verwacht had, want ook bij onze vorige bezoeken aan de Grand Manège kregen we alleen maar de beste artiesten te horen. En ik beloof bij deze dat mijn volgend artikel eens niet over Händel zal gaan.