Edvard Grieg (1843-1907)

De Noorse componist Edvard Grieg wordt gerekend tot de meest vooraanstaande figuren uit de romantische muziekperiode. Hij werd geboren op 15 juni 1843 in de Noorse stad Bergen. Zijn vader, Alexander, was de kleinzoon van een Schotse reiziger die zich in Noorwegen had gevestigd, en was handelaar en vice-consul voor Engeland. Grieg’s moeder, Gesine Hagerup was de dochter van een advocaat en politicus, en was zelf pianiste en muzieklerares.

Grieg's vroege jaren

Edvard Grieg groeide op in een muzikale familie. Op zesjarige leeftijd begon zijn moeder hem de kunst van het pianospel bij te brengen. Na zijn tijd op verschillende scholen kruiste het pad van de jonge Grieg tijdens de zomer van 1858 dat van de gerenommeerde Noorse violist Ole Bull, een vriend van de familie. Bull wist Grieg’s ouders te overtuigen van diens muzikale talent, maar ook om hun zoon naar het conservatorium in Leipzig te sturen.

In Leipzig, waar de pianoafdeling werd geleid door Ignaz Moscheles, schreef Grieg zich in en concentreerde zich op zijn pianostudies. Hij had een sterke afkeer van de discipline aan het conservatorium, maar wist het orgel, een verplicht vak voor piano studenten, wel te waarderen. Toch vond hij dat het conservatorium ‘even dom’ verliet als toen hij er begonnen was en dat zijn eigen individualiteit op dat ogenblik nog steeds ‘een gesloten boek’ voor hem was.

Tijdens de lente van 1860  kreeg Evard Grieg  pleuritis en tuberculose. Hoewel hij beide levensbedreigende longaandoeningen overleefde, tekenden ze hem. De rest van zijn leven bleef hij met zijn zwakke gezondheid sukkelen en bezocht hij regelmatig kuuroorden in Noorwegen en het buitenland om te herstellen. Bij dit alles vond hij veel steun bij zowel zijn vrienden als bij de artsen die hem behandelden.

Van debuut naar bloeiende loopbaan

Een jaar voor hij in 1862 afstudeerde aan het conservatorium, maakte Grieg indruk met zijn debuut op piano in het Zweedse Karlshamn. Het daaropvolgende jaar bracht hij zijn eerste concert in zijn geboortestad en vertolkte Grieg verschillende stukken, waaronder de meeslepende Pathetische Sonata van Beethoven.

In 1863 reisde Grieg naar Kopenhagen,  waar hij drie jaar verbleef. Tijdens zijn verblijf ontmoette hij Deense componisten J.P.E. Hartmann en Niels Gade. Hij raakte ook bevriend met zijn Noorse collega-componist Rikard Nordraak, de maker van het Noorse volkslied. Na Nordraaks overlijden in 1866 componeerde Grieg een treurmars ter ere van zijn vriend en inspirator.

Edvard Grieg in 1891
De Noorse componist Edvard Grieg in 1891

Op 11 juni 1867 trad Grieg in het huwelijksbootje met de sopraan Nina Hagerup. Nina was de dochter van Herman Diderik Hagerup, een broer van Grieg’s moeder, wat Nina en Evard nicht en neef maakte. In 1868 werd het enige kind van het koppel, een meisje dat Alexandra werd genaamd, geboren, maar het volgende jaar al, overleed het kind aan meningitis.

In de zomer van 1868 componeerde Grieg zijn Piano Concerto in a mineur tijdens zijn vakantie in Denemarken. De première vond plaats op 3 april 1869 in Kopenhagen, maar helaas kon Grieg zelf niet aanwezig zijn wegens verplichtingen in Christiania (tegenwoordig Oslo). 

Ook n 1868 schreef Franz Liszt een aanbevelingsbrief voor Grieg aan het Noorse ministerie van Onderwijs, waardoor Grieg een reisbeurs kreeg. De twee componisten ontmoetten elkaar in 1870 in Rome, waar Liszt onder de indruk was van Grieg’s Viool Sonata nr. 1. Bij Grieg’s volgende bezoek deelde hij het manuscript van zijn pianoconcert met Liszt, die het met orkestarrangement las. Liszt adviseerde ook over orkestratie, en stelde onder meer voor om een trompet solo toe te voegen aan het tweede thema van het eerste deel. Grieg nam daarbij niet alle aanbevelingen over.

In de jaren zeventig van de negentiende eeuw werd Grieg bevriend met de dichter Bjørnstjerne Bjørnson, die zijn interesse in Noors zelfbestuur deelde. Grieg zette enkele van Bjørnsons gedichten op muziek, zoals Landkjenning en Sigurd Jorsalfar. Ze vatten ook het plan op om samen aan een opera te werken, gebaseerd op het leven van koning Olav Trygvason, maar een geschil over de volgorde van het maken van muziek en songteksten leidde ertoe dat Grieg de toneelmuziek componeerde voor Henrik Ibsen’s toneelstuk Peer Gynt, dat één van Grieg’s beroemdste werken zou worden. Dit zorgde voor spanningen met Bjørnson, maar uiteindelijk werd hun vriendschap hersteld.

Grieg onderhield nauwe betrekkingen met het filharmonisch orkest van zijn geboortestad waar hij van 1880 tot 1882 de muziekdirecteur van was. In 1888 ontmoette hij Tsjaikovski in Leipzig, waarbij beide componisten wederzijds onder de indruk waren van elkaars werk. De anders kritische Tsjaikovski waardeerde Grieg’s muziek om haar schoonheid, originaliteit en warmte.

Roem en erkenningen

Een bijzonder moment in Griegs carrière vond plaats op 6 december 1897, toen hij en zijn vrouw een deel van zijn composities uitvoerden tijdens een intiem concert in Windsor Castle, speciaal voor koningin Victoria en haar hofhouding. Hij ontving ook eredoctoraten van zowel de Universiteit van Cambridge in 1894 als de Universiteit van Oxford in 1906, waardoor zijn bijdrage aan de muziekwereld werd erkend.

In 1903 maakte Grieg negen grammofoonopnames van zijn piano concerten in Parijs. Hij werkte ook mee aan de creatie van enkele rollen voor de piano-automaat. Een samenwerking met de Australische componist en pianist in 1906 en 1907 Percy Grainger, die al langer een bewonderaar van Grieg was, resulteerde in een uitvoering van zijn  Noorse Boerendansen waar hij zelf tevreden over was.

Later dat jaar, op 4 september, overleed Edvard Grieg aan een hartfalen dat het gevolg was van zijn longproblemen en zwakke gezondheid. Hij werd gecremeerd en bijgezet in een crypte nabij zijn huis. Geheel volgens zijn wens werd bij zijn begrafenis de treurmars uitgevoerd die hij jaren eerder voor zijn vriend Nordraak had geschreven. Zijn begrafenis trok ruim 30.000 rouwende fans.

Muzikale verdienste en nalatenschap van Edvard Grieg

Grieg wordt wereldwijd erkend als een vooraanstaand componist uit de Romantiek, en zijn muziek is een integraal onderdeel van het standaard klassieke repertoire. Zijn Ochtendgloren uit de Peer Gynt Suite behoort tot één van de meest herkenbare stukken muziek uit de klassieke muziek.

Zijn unieke gebruik van Noorse volksmuziek in zijn composities heeft bijgedragen aan de internationale bekendheid van de Noorse muziek en heeft eveneens een rol gespeeld in het vormgeven van een nationale identiteit, vergelijkbaar met de impact van Jean Sibelius in Finland en Bedřich Smetana in Bohemen. 

(Bronnen: Grieg, Klassieke Muziekcollectie nr. 9, DeAgostini uitgevers 1995 | Wikipedia |  Geneanet.org)

Compagnie Trespugliese

Het gezelschap Trespugliese bestaat uit de Argentijnse tangodansers Sebastian Ovejero, oorspronkelijk afkomstig uit het noordwesten van Argentinië, en Marie Quilly, die opgroeide in Bretagne.
Na ongeveer tien jaar in Spanje te hebben gewoond, besloten Sebastian en Marie zich in Frankrijk te vestigen terwijl ze hun tournees voortzetten met verschillende muziekgroepen in Spanje en Frankrijk, maar ook in Portugal, Rusland, Israël en Argentinië.
Ze deelden onder meer het podium met gitarist Lakmal Peiris in Madrid of met Proyecto Tamgú tijdens het Granada International Tango Festival (Spanje). Ze hebben La Porteña Tango Trío meerdere malen begeleid op internationale tournees. Ze werkten samen met de alternatieve tangogroep Galeon Tango en met het Théâtre équestre de Bretagne.
Momenteel worden ze opgemerkt op de Franse podia als dansers van het klassieke muziekduo Fortecello en het tangotrio Fortecello Project.

Ze bieden ook verschillende dansshows aan die zijn aangepast aan alle soorten publiek, ruimtes en logistiek, en bieden regelmatig workshops en cursussen aan voor verschillende tangostructuren en festivals in Frankrijk en elders.

Carmela Delgado

Carmela Delgado werd in 1991 in Parijs geboren en studeerde aan het Conservatorium van Gennevilliers en in Argentinië. Ze treedt op in gerenommeerde concert- en operahuizen, waaronder Straatsburg, Mulhouse en Rennes, en speelt tangomuziek zoals “Maria de Buenos Aires” en “MisaTango”. Ze werkt samen met ensembles als L’Orchestre de Bretagne en L’Orchestre Lutetia.

Internationaal trad ze op in Praag met “Maria de Buenos Aires”. In Argentinië werkte ze met muzikanten als Ramiro Gallo en Rudi Flores. Carmela focust op tango en improviseert en speelt kamermuziek in diverse ensembles zoals Cuarteto Lunares en EOS.

Ze onderzoekt Argentijnse folklore en flamenco, werkt samen met haar vader Manuel Delgado, en tourde in 2018 door China met het Franse chanson-ensemble Canaille de Panam. Carmela doceert bandoneon aan het Conservatorium Edgard-Varèse en geeft masterclasses op festivals als Tango de Tarbes en het International Institute for World Music.

Philippe Argenty

Philippe Argenty gaat in 2000 naar de Muziekacademie en verhuist in 2003 naar Parijs om zich op muziek en piano te concentreren. In 2005 begint hij aan het Conservatori Superior de Música van Liceu in Barcelona, waar hij in 2011 afstudeert met een diploma in “Piano Performance” en de hoogste onderscheiding krijgt voor zijn uitvoering van Liszts 2e Pianoconcert.

In 2005 wint hij de 2e prijs op het Grand Concours International de Piano in Parijs. Sinds 2004 treedt hij op in verschillende landen, zowel solo als in kamermuziek. In 2011 gaat hij op tournee met het Barcelona-orkest “ConjuntXXI” en speelt het Liszt 2e Pianoconcert. Hij treedt op bij diverse festivals en speelt in formaties zoals Duo Fortecello en NonStop Tango Trio.

Sinds 2016 organiseert hij festivals en muziekseizoenen, waaronder “Les Clés du Classique” en “Saint Savin Piano & Master Classes Festival”. In 2017 treedt hij toe tot de raad van het Festival Pablo Casals in Prades en is sinds 2008 artistiek manager van Les Clés du Classique. In 2015 is hij jurylid bij de Festival Art Duo in Praag.

Met Anna Mikulska (Duo Fortecello) bracht hij albums uit: “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze tourden door Europa, China en de VS. Met Duo Fortecello werkt hij aan het “Music for All” programma en coacht hij jonge artiesten.

Anna Mikulska

Anna Mikulska-Argenty begon haar muziekstudie op zesjarige leeftijd. In 2005 startte ze aan de Muziekacademie in Krakau en studeerde later aan de Ecole Normale de Musique in Parijs. Ze kreeg advies van bekende cellisten zoals Anner Bylsma en Arto Noras. In 2010 behaalde ze een Master’s degree en een Cello Aptitude Certificate.

Sinds 2005 speelt ze solo met verschillende orkesten, zoals het Symfonieorkest van de Muziekacademie van Krakau en het Young Philharmonic Orchestra. Ze speelde in het Cracow Royal Quartet en vormde in 2011 het Quator Volubilis. Ze trad ook op met Nigel Kennedy’s “Orchestra of Life” en tourde door Europa.

Sinds haar verhuizing naar Frankrijk werkt ze samen met het Limoges and Limousin Orchestra en het orkest van Soirées Lyriques in Sanxay. Ze specialiseerde zich in kamermuziek met formaties zoals Duo Fortecello en Trio Gatti. Haar albums met pianist Philippe Argenty omvatten “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze gingen op tournee in Europa, China en de VS.

Sinds 2015 is ze co-directeur van festivals in Frankrijk en lid van de bestuursraad van het Pablo Casals Festival. Met Duo Fortecello werkt ze aan het “muziek voor iedereen” programma, dat klassieke muziek naar kleine dorpen, ziekenhuizen en scholen brengt. Daarnaast coacht ze jonge artiesten.

Pierre Vopat

Pierre Vopat werd geboren in Luik en studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Shirly Laub en haar assistenten Frédéric d’Ursel en Kerstin Hoelen. Ook kreeg hij de kans om een ​​jaar te studeren bij de beroemde violist Lorenzo Gatto.
Sinds 2014 is hij lid van de Young Belgian Strings en kreeg hij de gelegenheid om meerdere jaren op rij bij het NJO te spelen. Hij speelde ook met het Wiener Jeugdorkest, het Oostenrijkse Jeugdorkest en het Aurora Symphony Orchestra in Stockholm.
Hij is de winnaar van verschillende wedstrijden in België zoals Belfius Classics, Horlait-Dapsens en Maurice Lefranc. Momenteel bouwt Pierre een muzikale carrière op in België, met name binnen verschillende symfonische orkesten, terwijl hij een zeer intense activiteit in de kamermuziek behoudt.

Jungbin Lim

Jungbin Lim werd geboren in Zuid-Korea. In 2009 studeerde ze met grote onderscheiding af aan de Ewha Women’s University in Seoul, waar ze een leerling was van Young Lim Ham en Sun-gyu Kim.
Ze bracht haar passie voor piano tijdens verschillende concerten met het Korean Catholic Symphony and Chamber Orchestra (2009-2013). Daarnaast begeleidde ze het Accel Youth Orchestra, het Goyang Chamber Orchestra en het Pilgrim Choir.
Sinds september 2016 woont Jungbin Lim in België, waar ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, onder leiding van Boyan Vodenitcharov, waarna ze begeleiding en kamermuziek studeerde.
Momenteel combineert ze haar werk aan het Koninklijk Conservatorium Brussel als begeleider van de celloklas en haar passie voor kamermuziek in het Trio Memento.

Álvaro Quintero

Álvaro Quintero werd geboren in Colombia. Hij begon zijn muziekstudie aan het Tolima Conservatorium in zijn geboortestad en vervolgde zijn muzikale opleiding in Venezuela als deel van het beroemde El Sistema-project, waar hij de kans kreeg om in verschillende orkesten te spelen onder leiding van Gustavo Dudamel.
In 2012 begon hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Didier Poskin. Vervolgens studeerde hij kamermuziek, wat hem ertoe aanzette om concerten te geven in België en Frankrijk.
Momenteel combineert hij muziekonderwijs als onderdeel van een sociaal-muzikaal project in Brussel met concerten met verschillende ensembles in België, waaronder het Trio Memento.

Marco Mantovani

Marco Mantovani werd in Mantova geboren en studeerde af er aan het conservatorium onder leiding van Antonio Pulleghini met de hoogste cijfers en onderscheidingen. Daarna studeerde hij drie jaar bij Andrea Lucchesini aan “Scuola di Musica di Fiesole”  in Firenze, waar hij cum laude afstudeerde. Hij behaalde zijn Master in ‘Piano Performance’ (2017) en zijn ‘Postgraduate’ diploma (2018), beide met de hoogste onderscheiding, aan het Koninklijk Conservatorium Brussel in de klas van Aleksandar Madzar. In 2017 ontving hij van het Conservatorium de prijs ‘Ingeborg Köberle’ als ‘meest veelbelovende student van het jaar’. Fundamenteel voor zijn artistieke ontwikkeling, zijn ook de adviezen geweest die hij kreeg van de beroemde Portugese pianiste Maria João Pires.

Zijn repertoire reikt van Bach tot Hedendaagse muziek. Zijn passie voor kamermuziek drijft hem ertoe om regelmatig met verschillende musici op te treden en hij is stichtend lid van het “Egmont Chamber Music” ensemble.

Marco Mantovani is assistent-professor piano aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, pianoprofessor aan het Conservatoire de Pantin in Parijs en doctoraatsonderzoeker aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en de Vrije Universiteit Brussel in het ‘Doctoraat in de Kunsten’.

Evan Buttar

Evan Buttar heeft een gevarieerde en internationale carrière als uitvoerend musicus op zowel de barokcello als de viola da gamba. Hij heeft opgetreden met groepen als het Orkest van de Achttiende Eeuw, Le Concert des Nations, Ensemble Zefiro, PRJCT Amsterdam en Wrocław Baroque Orchestra, en speelt regelmatig met verschillende ensembles, waaronder het Luthers Bach Ensemble, Musica Gloria, Das Neue Mannheimer Orchester en het Butter Quartet, een historisch geïnformeerd strijkkwartet waarvan hij een van de oprichters is. Zijn kamer- en orkestervaringen hebben hem op internationale podia gebracht op talloze festivals, waaronder het Utrecht Early Music Festival, het MA Festival Brugge, Mozartfest Würzburg, Festival Berlioz, Chopin and his Europe Festival, het Innsbruck Festival of Early Music, de Beethoven Academy in Wrocław en de String Quartet Biennale Amsterdam.

Evan begon op jonge leeftijd met muziek maken in Vancouver, Canada. Na het behalen van een bachelordiploma moderne cello aan de Universiteit van Ottawa in 2014, inspireerde zijn fascinatie voor historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijken hem om naar Nederland te verhuizen, waar hij momenteel woont. Daar behaalde hij in 2016 een masterdiploma barokcello bij Jaap ter Linden aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en datzelfde jaar begon hij daar aan een tweede masterstudie op de viola da gamba bij Mieneke van der Velden en Philippe Pierlot, die hij in 2018 afrondde.

Evan bespeelt een barokcello van Jakob Weiss (ca. 1745) die hij genereus in bruikleen heeft gekregen uit de collectie van het Nederlands Muziekinstrumenten Fonds.

Pieter De Praetere

Pieter De Praetere is een Belgische contratenor. Als solist legt hij zich vooral toe op barokmuziek. Daarnaast is hij een veelgevraagde figuur in het muziektheater.

Pieter is geboren in een muzikale familie. Op zijn 10de gaat hij stemvorming volgen bij Pascal Devreese in Ronse. Op zijn 16de trekt hij naar countertenor Steve Dugardin in Antwerpen. Tijdens zijn studies Literatuurwetenschappen aan de Universiteit Gent volgt hij les bij Hilde Coppé. Kort daarna trekt hij naar het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Lena Lootens.

Als solist heeft Pieter een stevig repertoire opgebouwd. Zo vertolkt hij solistenrollen in Messiah van Händel, Stabat Mater van Pergolesi, Gloria van Vivaldi en een aanzienlijk aandeel van cantates, motetten en oratoria van J.S. Bach. Hiermee staat hij op binnen- en buitenlandse podia. Pieter zingt o.a. met de orkesten Musica Gloria, Il Gardellino, B’Rock, BachPlus, Apotheosis … Met Beniamino Paganini en Nele Vertommen van ensemble Musica Gloria werkt hij al enkele jaren intens samen. Samen brachten ze al enkele succesvolle Europese tournees tot stand en ook dit seizoen staan zij samen op binnen – en buitenlandse podia en in de opnamestudio.
In 2024 debuteert Pieter in de opera: in de Reaktorhalle in München zingt hij een hoofdrol in de operacreatie ‘Invitation to a Beheading’ van regisseur Maria Chagina en componist Leon Zmelty. Met het festival Midsummer Mozartiade en Orchestre Royal de Wallonie zingt hij de rol van Farnace in Mozarts ‘Mitridate, Re di Ponte’ in Brussel, Mons en Namur.

Naast zijn werk als klassiek zanger is Pieter een veelgevraagd figuur in het Vlaamse theaterlandschap. Met Muziektheater Broder toert hij al jaren door België met poëtische familievoorstellingen met en over klassieke muziek (Franzerl, Babushka, Seaking…)

Beniamino Paganini

Beniamino Paganini (°1994) heeft al van jongs af aan een passie voor oude muziek. Op 16-jarige leeftijd startte hij aan beide Koninklijke Conservatoria van Brussel, later aan de conservatoria van Leuven en Den Haag. Hij ontving zijn masterdiploma’s voor Traverso (2016), Klavecimbel (2017), Maestro al Cembalo (2019) en een bachelordiploma Musicologie (2018), allen met grote onderscheiding. Hij studeerde traverso bij Barthold Kuijken, Frank Theuns en Jan De Winne, renaissance fluit bij Kate Clark en Patrick Beuckels, klavecimbel bij Frédérick Haas, Fabio Bonizzoni, Kris Verhelst en Maestro al Cembalo bij Patrick Ayrton en musicologie aan de KU Leuven waar hij eveneens het diploma Educatieve master Cultuurwetenschappen behaalde.

Daarnaast treedt hij ook op met claviorganum, orgel en blokfluit. Door de Belgische Muziekpers werd hij uitgeroepen tot Jonge Musicus van het jaar 2020 en Klara selecteerde hem in 2021 als één van de Twintigers. Hij behaalde meerdere eerste prijzen en ontving de ‘Sonderpreis der Jury’ op de Internationale Telemann Wedstrijd (2021).

Beniamino is oprichter en, samen met Nele Vertommen, algemene en artistieke leider van het barokensemble Musica Gloria. Met dit ensemble speelt hij een dertigtal concerten per jaar voor organisaties als AMUZ (BE), Bachfest Leipzig (DE), BOZAR (BE), Concertgebouw Brugge (BE), De Bijloke (BE), Klara (BE), Les Festivals de Wallonie (BE), MA Festival (BE), Musica Antica (NL) en Trigonale Festival (AT). Ook realiseerde hij met Musica Gloria reeds talrijke video-opnames en cd’s

Verder werkt hij samen met vele andere ensembles zoals Il Gardellino, Scherzi Musicali, B’Rock en La Petite Bande in concerten en opnames. 

Nele Vertommen

Nele Vertommen (°1999) werd reeds als 5-jarige geboeid door oude muziek. Hier werd haar al duidelijk dat ze deze muziek ook zelf wilde kunnen spelen.

Enkele jaren later startte ze met hobolessen bij Korneel Alsteens. Wanneer ze na 2 jaar spelen ontdekte dat de prachtige hobo-solo’s uit de Mattheüs-Passie eigenlijk voor de barokhobo geschreven werden, ontstond het idee om barokhoboïste te worden.

Op haar 14de begon ze met zelfstudie voor barokhobo, waarna ze zich op 15-jarige leeftijd studente kon noemen aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, in de klas van Marcel Ponseele. Na een tussenjaar in Den Haag, ontving ze daar haar bachelordiploma met grote onderscheiding. Terug in België voltooide ze haar masterdiploma, eveneens met grote onderscheiding. Kort na haar afstuderen werd ze geselecteerd door Klara om deel uit te maken van hun reeks “De Twintigers”. Omdat ze ook een grote liefde heeft voor vroeger repertoire, werkt ze sinds enkele jaren ijverig aan haar vaardigheden op vroegere dubbelrietinstrumenten.

Samen met haar partner Beniamino Paganini leidt ze Musica Gloria. Dit ensemble treedt op voor organisaties zoals BOZAR (BE), Trigonale (AT), Bachfest Leipzig (DE), AMUZ (BE), Festivals de Wallonie (BE), SHFestival (CZ), Concertgebouw Brugge (BE), TAM Regensburg (DE) en 30CC (BE) en heeft al verschillende cd’s opgenomen. 

Behalve met Musica Gloria, speelt Nele regelmatig met ensembles als Il Gardellino (BE), A Nocte Temporis (BE), La Chapelle Harmonique (FR), Collegium Marianum (CZ), Gli Angeli Genève (CH), Le Poème Harmonique (FR), Utopia Orchestra (DE) en Concerto Köln (DE).