Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Wolfgang Amadeus Mozart is zonder enige twijfel wereldwijd de beroemdste componist van Westerse klassieke muziek. Hij werd in Salzburg geboren op 27 januari 1756, als jongste van 7 kinderen, waarvan enkel hijzelf en zijn 5 jaar oudere zus Maria Anna “Nannerl” overleefden.

Vader Leopold was muzikant en oogstte vooral succes als muziekleraar. Van hem zijn enkele leerboeken viooltechniek bewaard en een korte bespreking van het gebruik van vibrato op strijkinstrumenten. Zijn voornaamste talent, echter, blijkt vooral in de marketing avant-la-lettre gelegen te hebben, want als geen ander slaagde hij er in om de reputatie van zijn zoon als wonderkind over gans Europa te promoten.

Wolfgang’s aanleg voor muziek werd al op zeer jonge leeftijd duidelijk wanneer hij niet alleen interesse toonde in de muzieklessen die Leopold aan Nannerl gaf, maar er ook heel vlot aan deel kon nemen. Toen hij nog maar 3 jaar oud was, kon hij al korte muziekstukjes op de piano correct naspelen en al snel werd musiceren zijn grootste passie. Op zijn vijfde zou hij zijn eerste compositie aan zijn vader gedicteerd hebben. Uiteraard is de vraag in welke mate Leopold heeft meegeschreven aan deze eerste werkjes.

Het wonderkind op tournee doorheen Europa

Ook op zijn vijfde speelde Wolfgang, samen met zijn zus, voor het eerst voor een publiek in Salzburg. Het jaar daarna, in oktober 1762, waren de Mozarts te gast in het keizerlijk paleis van Schönbrunn in Wenen. Na hun optreden voor de keizerlijke familie zou de 6-jarige Wolfgang keizerin Maria Theresia op de schoot gekropen zijn om haar te omhelzen. Wellicht was het daarna dat Mozart in één van de gangen van het paleis viel. Eén van de aanwezige prinsessen hielp hem daarbij terug opstaan, waarop hij haar ten huwelijk vroeg. Deze prinses was niemand minder dan aartshertogin Antonia, de onfortuinlijke latere koningin van Frankrijk, Marie Antoinette! 

Het jaar daarna, in juni 1763, begon de grote tournee van de Mozarts doorheen Europa die 3 jaar zou duren. Tijdens deze tournee reisden Leopold, Nannerl en Wolfgang van het ene hof naar het andere te beginnen met de Duitse vorstendommen. Vanuit Brussel reisde het gezin door naar Parijs en het Versailles van Lodewijk XV. Van daar ging de reis via Dover verder naar Londen, waar Mozart Johann Christian Bach ontmoette, het 18de kind van Johann Sebastian wiens tijd in Londen hem  de bijnaam “Londense Bach” opleverde.

Terug op het vasteland ging de reis verder via Gent en Antwerpen naar Rotterdam, Den Haag en Amsterdam, waar Wolfgang een aantal variaties componeerde op het lied “Willem van Nassau” bij de gelegenheid van de inhuldiging van stadhouder Willem V.

Na een verdere rondreis doorheen de Nederlanden, keerden de Mozarts via Parijs en München in 1766 weer terug naar Salzburg. 

Wolfgang Amadeus Mozart
Wolfgang Amadeus Mozart rond 1790

Tussen 1769 en 1773 reisde Wolfgang, samen met zijn vader, 3 keer naar Italië. Tijdens hun eerste reis woonden de Mozarts in Rome een uitvoering bij van het Miserere van de componist Allegri, een werk waarvan de partituur naar verluid niet mocht gekopieerd worden. De rebelse Wolfgang maakte er echter wél een partituur van op basis van wat hij gehoord had, die zodanig goed was dat de paus hem in juni 1770 de Orde van de Gulden Spoor gaf.

Tijdens de volgende reizen in Italië behaalde hij een diploma’s academies  van Verona en Bologna. In Bologna begon hij ook te werken aan de opera Mithridate, die in december 1770 in Milaan met veel succes werd uitgevoerd.

Van wonderkind naar rebels genie

De onophoudelijke reizen eisten niet alleen regelmatig hun tol van de Mozarts, maar resulteerden in 1777 ook in het ontslag van Leopold. In München werd Wolfgang uitgenodigd bij de Webers in Mannheim, waar hij de oudste dochter, Aloysia, tevergeefs zangles gaf. Zelf wou hij langer blijven, want hij was hopeloos verliefd geworden op zijn studente, maar na een aanmaning van Leopold reisde hij samen met zijn moeder, Anna Maria, toch verder naar Parijs in de hoop om daar een degelijke aanstelling te vinden.

De reis verliep echter niet zoals gehoopt. Niet alleen vond Mozart er amper betaald werk, zijn moeder werd ziek en overleed er in juli 1778.

Onderweg terug, verbleef Mozart opnieuw enige tijd bij de Webers, die intussen naar München verhuisd waren. Intussen was het duidelijk dat de gevoelens die hij voor Aloysia had, niet wederkerig waren. Toch moest Leopold er opnieuw op aandringen dat Mozart naar huis zou komen. Daar had hij immers voor zijn zoon een betaalde baan kunnen bekomen aan het bisschoppelijk hof waar hij instond voor het onderricht van het jongenskoor en het componeren van kerkelijke en seculiere muziek. Dat deze aanstelling Mozart niet meteen goed af ging, is duidelijk uit de vele conflicten die hij met zijn toenmalige werkgever had. In 1781, tijdens een verblijf in Wenen, liep de ruzie zelfs zodanig op, dat Mozart prompt werd ontslagen. De jonge componist had nu wat hij wenste en nodig had: de vrijheid om zijn eigen weg te banen.

De Weense jaren

Mozart had besloten dat hij in Wenen zou blijven, en vond andermaal onderdak bij de Webers, die intussen vanuit München naar Wenen verhuisd waren. Dit was helemaal niet naar de zin van Leopold, die vreesde dat de weduwe Weber zou proberen om één van haar dochters aan zijn zoon te koppelen. Een vrees die bewaarheid werd wanneer Wolfgang, zonder toestemming van zijn vader, op 4 augustus 1782 met Constanze Weber in het huwelijk trad. Hoewel Leopold’s schriftelijke toestemming daags nadien volgde, bleef de relatie tussen Mozart en zijn vader moeilijk.

Desondanks ging het die jaren Mozart voor de wind. Hij verdiende met les geven en zijn opera Die Entführung aus dem Serail die op 16 juli 1782 in première was gegaan, was een groot succes. Hij genoot ook de steun van baron Gottfried van Swieten, die hem kennis liet maken met de werken van onder meer Händel wiens Messiah hij enkele jaren later van een Duitse versie zou voorzien. In 1784 startte hij, wellicht onder de impuls dat een muziekuitgever zijn werken wou publiceren, met een chronologische lijst van zijn composities die hij tot het einde van zijn leven zou blijven aanvullen.

Rond zijn opera Le Nozze Di Figaro uit 1786 ontstond dan weer heel wat controverse. Om te beginnen was er de keuze van het onderwerp. Het libretto van de opera was immers gebaseerd op een toneelstuk dat, omwille van de maatschappelijke aanklacht die het bevatte, verboden was. Om dit verbod te omzeilen, werden enkele stukken uit het oorspronkelijke toneelstuk vervangen door minder gevoelige passages. Zo werd de aanklacht tegen een erfelijke aristocratie uit het toneelstuk, in het libretto vervangen door een aria dat overspelige vrouwen veroordeelt. Hierdoor werd de opera-versie van het toneelstuk wel aanvaardbaar.

Maar er was meer dan alleen maar het thema van de opera. Zo had Mozart ook een korte ballet passage voorzien die tijdens de opera uitgevoerd moest worden, terwijl dit door de immer bemoeizuchtige keizer Jozef II verboden was. Uit vrees voor de reactie van de keizer scheurde de directeur van het operagebouw de betrokken passage uit het libretto, waarop Mozart het ballet gedeelte tijdens de generale repetitie, die door de keizer werd bijgewoond, zonder muziek liet uitvoeren. 

De première vond, met enige vertraging, uiteindelijk plaats op 1 mei 1786 en werd door het publiek met veel enthousiasme ontvangen. De keizer zelf was minder enthousiast en vond het allemaal wat te lang duren. Hij verbood dan ook de uitvoering van sommige passages uit de opera tijdens de herhalingen.

Ondanks deze aanvaring met de keizer, stelde deze Mozart in 1787 -het jaar waarin ook Leopold kwam te overlijden- aan tot königlich und kaiserlich Kammerkompositeur, een aanstelling die hem niet alleen van meer inkomsten voorzag, maar die ook zijn aanzien sterk verhoogde. Datzelfde jaar ging Don Giovanni in première in Praag. Hoewel de opera het in Praag zelf goed deed, sloeg hij niet aan bij het publiek in Wenen en werd er slechts enkele keren uitgevoerd.

Ziekte en nalatenschap

Mozart bleef in ijl tempo componeren en bracht na Don Giovanni nog enkele opera’s uit waaronder Die Zauberflöte, die op 30 september 1791 in première ging, zijn laatste was. Hoewel zijn gezondheid op dat ogenblik al sterk achteruit was gegaan, aanvaardde hij ook de opdracht om een Requiem te schrijven. 

Hoewel het even leek dat hij aan de beterhand was, overleed Wolfgang Amadeus Mozart, net geen 36 jaar oud, op 5 december om vijf voor één. Hij werd begraven in een eenvoudig graf op het Sankt Marxer Friedhof. Enkele dagen later werden de delen van het Requiem die hij had voltooid, tijdens een herdenkingsmis voor hem uitgevoerd.

Over de doodsoorzaak van Mozart bestaan heel wat verschillende theorieën, te beginnen met die van de componist zelf die meende dat hij vergiftigd was. Wellicht lagen zijn exuberante levensstijl en de slechte medische zorgen eerder aan de basis van zijn ziekte en overlijden. Zijn levensstijl had ook voor een berg schulden gezorgd die hij Constanze en hun twee overlevende kinderen naliet.

Het muzikale nalatenschap van Wolfgang Amadeus Mozart is aanzienlijk. Hij is één van de weinige, zo niet de enige, klassiek componist die in elk genre dat tijdens zijn leven bestond, succes heeft geoogst, waar de meeste andere componisten voor en na hem hun succes voornamelijk aan enkele specifieke genres danken. Het is dan ook niet voor niets dat ook nu, meer dan 2 eeuwen later, Mozart één van de bekendste en meeste geliefde klassieke componisten is.

(Bron: Wikipedia)

Compagnie Trespugliese

Het gezelschap Trespugliese bestaat uit de Argentijnse tangodansers Sebastian Ovejero, oorspronkelijk afkomstig uit het noordwesten van Argentinië, en Marie Quilly, die opgroeide in Bretagne.
Na ongeveer tien jaar in Spanje te hebben gewoond, besloten Sebastian en Marie zich in Frankrijk te vestigen terwijl ze hun tournees voortzetten met verschillende muziekgroepen in Spanje en Frankrijk, maar ook in Portugal, Rusland, Israël en Argentinië.
Ze deelden onder meer het podium met gitarist Lakmal Peiris in Madrid of met Proyecto Tamgú tijdens het Granada International Tango Festival (Spanje). Ze hebben La Porteña Tango Trío meerdere malen begeleid op internationale tournees. Ze werkten samen met de alternatieve tangogroep Galeon Tango en met het Théâtre équestre de Bretagne.
Momenteel worden ze opgemerkt op de Franse podia als dansers van het klassieke muziekduo Fortecello en het tangotrio Fortecello Project.

Ze bieden ook verschillende dansshows aan die zijn aangepast aan alle soorten publiek, ruimtes en logistiek, en bieden regelmatig workshops en cursussen aan voor verschillende tangostructuren en festivals in Frankrijk en elders.

Carmela Delgado

Carmela Delgado werd in 1991 in Parijs geboren en studeerde aan het Conservatorium van Gennevilliers en in Argentinië. Ze treedt op in gerenommeerde concert- en operahuizen, waaronder Straatsburg, Mulhouse en Rennes, en speelt tangomuziek zoals “Maria de Buenos Aires” en “MisaTango”. Ze werkt samen met ensembles als L’Orchestre de Bretagne en L’Orchestre Lutetia.

Internationaal trad ze op in Praag met “Maria de Buenos Aires”. In Argentinië werkte ze met muzikanten als Ramiro Gallo en Rudi Flores. Carmela focust op tango en improviseert en speelt kamermuziek in diverse ensembles zoals Cuarteto Lunares en EOS.

Ze onderzoekt Argentijnse folklore en flamenco, werkt samen met haar vader Manuel Delgado, en tourde in 2018 door China met het Franse chanson-ensemble Canaille de Panam. Carmela doceert bandoneon aan het Conservatorium Edgard-Varèse en geeft masterclasses op festivals als Tango de Tarbes en het International Institute for World Music.

Philippe Argenty

Philippe Argenty gaat in 2000 naar de Muziekacademie en verhuist in 2003 naar Parijs om zich op muziek en piano te concentreren. In 2005 begint hij aan het Conservatori Superior de Música van Liceu in Barcelona, waar hij in 2011 afstudeert met een diploma in “Piano Performance” en de hoogste onderscheiding krijgt voor zijn uitvoering van Liszts 2e Pianoconcert.

In 2005 wint hij de 2e prijs op het Grand Concours International de Piano in Parijs. Sinds 2004 treedt hij op in verschillende landen, zowel solo als in kamermuziek. In 2011 gaat hij op tournee met het Barcelona-orkest “ConjuntXXI” en speelt het Liszt 2e Pianoconcert. Hij treedt op bij diverse festivals en speelt in formaties zoals Duo Fortecello en NonStop Tango Trio.

Sinds 2016 organiseert hij festivals en muziekseizoenen, waaronder “Les Clés du Classique” en “Saint Savin Piano & Master Classes Festival”. In 2017 treedt hij toe tot de raad van het Festival Pablo Casals in Prades en is sinds 2008 artistiek manager van Les Clés du Classique. In 2015 is hij jurylid bij de Festival Art Duo in Praag.

Met Anna Mikulska (Duo Fortecello) bracht hij albums uit: “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze tourden door Europa, China en de VS. Met Duo Fortecello werkt hij aan het “Music for All” programma en coacht hij jonge artiesten.

Anna Mikulska

Anna Mikulska-Argenty begon haar muziekstudie op zesjarige leeftijd. In 2005 startte ze aan de Muziekacademie in Krakau en studeerde later aan de Ecole Normale de Musique in Parijs. Ze kreeg advies van bekende cellisten zoals Anner Bylsma en Arto Noras. In 2010 behaalde ze een Master’s degree en een Cello Aptitude Certificate.

Sinds 2005 speelt ze solo met verschillende orkesten, zoals het Symfonieorkest van de Muziekacademie van Krakau en het Young Philharmonic Orchestra. Ze speelde in het Cracow Royal Quartet en vormde in 2011 het Quator Volubilis. Ze trad ook op met Nigel Kennedy’s “Orchestra of Life” en tourde door Europa.

Sinds haar verhuizing naar Frankrijk werkt ze samen met het Limoges and Limousin Orchestra en het orkest van Soirées Lyriques in Sanxay. Ze specialiseerde zich in kamermuziek met formaties zoals Duo Fortecello en Trio Gatti. Haar albums met pianist Philippe Argenty omvatten “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze gingen op tournee in Europa, China en de VS.

Sinds 2015 is ze co-directeur van festivals in Frankrijk en lid van de bestuursraad van het Pablo Casals Festival. Met Duo Fortecello werkt ze aan het “muziek voor iedereen” programma, dat klassieke muziek naar kleine dorpen, ziekenhuizen en scholen brengt. Daarnaast coacht ze jonge artiesten.

Pierre Vopat

Pierre Vopat werd geboren in Luik en studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Shirly Laub en haar assistenten Frédéric d’Ursel en Kerstin Hoelen. Ook kreeg hij de kans om een ​​jaar te studeren bij de beroemde violist Lorenzo Gatto.
Sinds 2014 is hij lid van de Young Belgian Strings en kreeg hij de gelegenheid om meerdere jaren op rij bij het NJO te spelen. Hij speelde ook met het Wiener Jeugdorkest, het Oostenrijkse Jeugdorkest en het Aurora Symphony Orchestra in Stockholm.
Hij is de winnaar van verschillende wedstrijden in België zoals Belfius Classics, Horlait-Dapsens en Maurice Lefranc. Momenteel bouwt Pierre een muzikale carrière op in België, met name binnen verschillende symfonische orkesten, terwijl hij een zeer intense activiteit in de kamermuziek behoudt.

Jungbin Lim

Jungbin Lim werd geboren in Zuid-Korea. In 2009 studeerde ze met grote onderscheiding af aan de Ewha Women’s University in Seoul, waar ze een leerling was van Young Lim Ham en Sun-gyu Kim.
Ze bracht haar passie voor piano tijdens verschillende concerten met het Korean Catholic Symphony and Chamber Orchestra (2009-2013). Daarnaast begeleidde ze het Accel Youth Orchestra, het Goyang Chamber Orchestra en het Pilgrim Choir.
Sinds september 2016 woont Jungbin Lim in België, waar ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, onder leiding van Boyan Vodenitcharov, waarna ze begeleiding en kamermuziek studeerde.
Momenteel combineert ze haar werk aan het Koninklijk Conservatorium Brussel als begeleider van de celloklas en haar passie voor kamermuziek in het Trio Memento.

Álvaro Quintero

Álvaro Quintero werd geboren in Colombia. Hij begon zijn muziekstudie aan het Tolima Conservatorium in zijn geboortestad en vervolgde zijn muzikale opleiding in Venezuela als deel van het beroemde El Sistema-project, waar hij de kans kreeg om in verschillende orkesten te spelen onder leiding van Gustavo Dudamel.
In 2012 begon hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Didier Poskin. Vervolgens studeerde hij kamermuziek, wat hem ertoe aanzette om concerten te geven in België en Frankrijk.
Momenteel combineert hij muziekonderwijs als onderdeel van een sociaal-muzikaal project in Brussel met concerten met verschillende ensembles in België, waaronder het Trio Memento.

Marco Mantovani

Marco Mantovani werd in Mantova geboren en studeerde af er aan het conservatorium onder leiding van Antonio Pulleghini met de hoogste cijfers en onderscheidingen. Daarna studeerde hij drie jaar bij Andrea Lucchesini aan “Scuola di Musica di Fiesole”  in Firenze, waar hij cum laude afstudeerde. Hij behaalde zijn Master in ‘Piano Performance’ (2017) en zijn ‘Postgraduate’ diploma (2018), beide met de hoogste onderscheiding, aan het Koninklijk Conservatorium Brussel in de klas van Aleksandar Madzar. In 2017 ontving hij van het Conservatorium de prijs ‘Ingeborg Köberle’ als ‘meest veelbelovende student van het jaar’. Fundamenteel voor zijn artistieke ontwikkeling, zijn ook de adviezen geweest die hij kreeg van de beroemde Portugese pianiste Maria João Pires.

Zijn repertoire reikt van Bach tot Hedendaagse muziek. Zijn passie voor kamermuziek drijft hem ertoe om regelmatig met verschillende musici op te treden en hij is stichtend lid van het “Egmont Chamber Music” ensemble.

Marco Mantovani is assistent-professor piano aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, pianoprofessor aan het Conservatoire de Pantin in Parijs en doctoraatsonderzoeker aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en de Vrije Universiteit Brussel in het ‘Doctoraat in de Kunsten’.

Evan Buttar

Evan Buttar heeft een gevarieerde en internationale carrière als uitvoerend musicus op zowel de barokcello als de viola da gamba. Hij heeft opgetreden met groepen als het Orkest van de Achttiende Eeuw, Le Concert des Nations, Ensemble Zefiro, PRJCT Amsterdam en Wrocław Baroque Orchestra, en speelt regelmatig met verschillende ensembles, waaronder het Luthers Bach Ensemble, Musica Gloria, Das Neue Mannheimer Orchester en het Butter Quartet, een historisch geïnformeerd strijkkwartet waarvan hij een van de oprichters is. Zijn kamer- en orkestervaringen hebben hem op internationale podia gebracht op talloze festivals, waaronder het Utrecht Early Music Festival, het MA Festival Brugge, Mozartfest Würzburg, Festival Berlioz, Chopin and his Europe Festival, het Innsbruck Festival of Early Music, de Beethoven Academy in Wrocław en de String Quartet Biennale Amsterdam.

Evan begon op jonge leeftijd met muziek maken in Vancouver, Canada. Na het behalen van een bachelordiploma moderne cello aan de Universiteit van Ottawa in 2014, inspireerde zijn fascinatie voor historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijken hem om naar Nederland te verhuizen, waar hij momenteel woont. Daar behaalde hij in 2016 een masterdiploma barokcello bij Jaap ter Linden aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en datzelfde jaar begon hij daar aan een tweede masterstudie op de viola da gamba bij Mieneke van der Velden en Philippe Pierlot, die hij in 2018 afrondde.

Evan bespeelt een barokcello van Jakob Weiss (ca. 1745) die hij genereus in bruikleen heeft gekregen uit de collectie van het Nederlands Muziekinstrumenten Fonds.

Pieter De Praetere

Pieter De Praetere is een Belgische contratenor. Als solist legt hij zich vooral toe op barokmuziek. Daarnaast is hij een veelgevraagde figuur in het muziektheater.

Pieter is geboren in een muzikale familie. Op zijn 10de gaat hij stemvorming volgen bij Pascal Devreese in Ronse. Op zijn 16de trekt hij naar countertenor Steve Dugardin in Antwerpen. Tijdens zijn studies Literatuurwetenschappen aan de Universiteit Gent volgt hij les bij Hilde Coppé. Kort daarna trekt hij naar het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Lena Lootens.

Als solist heeft Pieter een stevig repertoire opgebouwd. Zo vertolkt hij solistenrollen in Messiah van Händel, Stabat Mater van Pergolesi, Gloria van Vivaldi en een aanzienlijk aandeel van cantates, motetten en oratoria van J.S. Bach. Hiermee staat hij op binnen- en buitenlandse podia. Pieter zingt o.a. met de orkesten Musica Gloria, Il Gardellino, B’Rock, BachPlus, Apotheosis … Met Beniamino Paganini en Nele Vertommen van ensemble Musica Gloria werkt hij al enkele jaren intens samen. Samen brachten ze al enkele succesvolle Europese tournees tot stand en ook dit seizoen staan zij samen op binnen – en buitenlandse podia en in de opnamestudio.
In 2024 debuteert Pieter in de opera: in de Reaktorhalle in München zingt hij een hoofdrol in de operacreatie ‘Invitation to a Beheading’ van regisseur Maria Chagina en componist Leon Zmelty. Met het festival Midsummer Mozartiade en Orchestre Royal de Wallonie zingt hij de rol van Farnace in Mozarts ‘Mitridate, Re di Ponte’ in Brussel, Mons en Namur.

Naast zijn werk als klassiek zanger is Pieter een veelgevraagd figuur in het Vlaamse theaterlandschap. Met Muziektheater Broder toert hij al jaren door België met poëtische familievoorstellingen met en over klassieke muziek (Franzerl, Babushka, Seaking…)

Beniamino Paganini

Beniamino Paganini (°1994) heeft al van jongs af aan een passie voor oude muziek. Op 16-jarige leeftijd startte hij aan beide Koninklijke Conservatoria van Brussel, later aan de conservatoria van Leuven en Den Haag. Hij ontving zijn masterdiploma’s voor Traverso (2016), Klavecimbel (2017), Maestro al Cembalo (2019) en een bachelordiploma Musicologie (2018), allen met grote onderscheiding. Hij studeerde traverso bij Barthold Kuijken, Frank Theuns en Jan De Winne, renaissance fluit bij Kate Clark en Patrick Beuckels, klavecimbel bij Frédérick Haas, Fabio Bonizzoni, Kris Verhelst en Maestro al Cembalo bij Patrick Ayrton en musicologie aan de KU Leuven waar hij eveneens het diploma Educatieve master Cultuurwetenschappen behaalde.

Daarnaast treedt hij ook op met claviorganum, orgel en blokfluit. Door de Belgische Muziekpers werd hij uitgeroepen tot Jonge Musicus van het jaar 2020 en Klara selecteerde hem in 2021 als één van de Twintigers. Hij behaalde meerdere eerste prijzen en ontving de ‘Sonderpreis der Jury’ op de Internationale Telemann Wedstrijd (2021).

Beniamino is oprichter en, samen met Nele Vertommen, algemene en artistieke leider van het barokensemble Musica Gloria. Met dit ensemble speelt hij een dertigtal concerten per jaar voor organisaties als AMUZ (BE), Bachfest Leipzig (DE), BOZAR (BE), Concertgebouw Brugge (BE), De Bijloke (BE), Klara (BE), Les Festivals de Wallonie (BE), MA Festival (BE), Musica Antica (NL) en Trigonale Festival (AT). Ook realiseerde hij met Musica Gloria reeds talrijke video-opnames en cd’s

Verder werkt hij samen met vele andere ensembles zoals Il Gardellino, Scherzi Musicali, B’Rock en La Petite Bande in concerten en opnames. 

Nele Vertommen

Nele Vertommen (°1999) werd reeds als 5-jarige geboeid door oude muziek. Hier werd haar al duidelijk dat ze deze muziek ook zelf wilde kunnen spelen.

Enkele jaren later startte ze met hobolessen bij Korneel Alsteens. Wanneer ze na 2 jaar spelen ontdekte dat de prachtige hobo-solo’s uit de Mattheüs-Passie eigenlijk voor de barokhobo geschreven werden, ontstond het idee om barokhoboïste te worden.

Op haar 14de begon ze met zelfstudie voor barokhobo, waarna ze zich op 15-jarige leeftijd studente kon noemen aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, in de klas van Marcel Ponseele. Na een tussenjaar in Den Haag, ontving ze daar haar bachelordiploma met grote onderscheiding. Terug in België voltooide ze haar masterdiploma, eveneens met grote onderscheiding. Kort na haar afstuderen werd ze geselecteerd door Klara om deel uit te maken van hun reeks “De Twintigers”. Omdat ze ook een grote liefde heeft voor vroeger repertoire, werkt ze sinds enkele jaren ijverig aan haar vaardigheden op vroegere dubbelrietinstrumenten.

Samen met haar partner Beniamino Paganini leidt ze Musica Gloria. Dit ensemble treedt op voor organisaties zoals BOZAR (BE), Trigonale (AT), Bachfest Leipzig (DE), AMUZ (BE), Festivals de Wallonie (BE), SHFestival (CZ), Concertgebouw Brugge (BE), TAM Regensburg (DE) en 30CC (BE) en heeft al verschillende cd’s opgenomen. 

Behalve met Musica Gloria, speelt Nele regelmatig met ensembles als Il Gardellino (BE), A Nocte Temporis (BE), La Chapelle Harmonique (FR), Collegium Marianum (CZ), Gli Angeli Genève (CH), Le Poème Harmonique (FR), Utopia Orchestra (DE) en Concerto Köln (DE).